Hartfrequentie meten (M Mode)
1 Druk in een stilgezette M Modetrace op de toets CALIPER (Passer).
2 Selecteer HR op het scherm. Er wordt een verticale passer weergegeven.
3 Plaats de verticale passer met de touchpad op de piek van de hartslag en druk vervolgens op de toets
SELECT (Selecteren). Er wordt een tweede verticale passer weergegeven.
4 Plaats de tweede verticale passer met de touchpad op de piek van de volgende hartslag. Raadpleeg
meting bij een berekening en in een patiëntrapport opslaan"
Opmerking
Doppler-metingen
De basismetingen die u in Doppler-beeldvorming kunt uitvoeren zijn:
Snelheid (cm/s)
Drukgradiënt
Verstreken tijd
+/x-verhouding
Weerstandsindex (RI)
Acceleratie
U kunt een trace ook handmatig of automatisch uitvoeren. Voor Doppler-metingen moet de Doppler-schaal
worden ingesteld op cm/s. Raadpleeg
Snelheid (cm/s) en drukgradiënt meten (Doppler)
1 Druk in een stilgezette spectrale Doppler-trace op de toets CALIPER (Passer). Er wordt één passer
weergegeven.
2 Plaats de passer met de touchpad op een snelheidspiekgolfvorm. Bij deze meting hoort één passer vanaf
de basislijn. Raadpleeg
Snelheden, verstreken tijd, +/x-verhouding, weerstandsindex (RI) en acceleratie meten (Doppler)
RI wordt alleen weergegeven wanneer de snelheid die aan de eerste passer is gekoppeld, hoger is dan de
snelheid die gekoppeld is aan de tweede passer.
ACC wordt alleen weergegeven wanneer de snelheid die aan de tweede passer is gekoppeld, hoger is dan
de snelheid die gekoppeld is aan de eerste passer.
Metingen
Als u de meting van de hartfrequentie in het patiëntrapport opslaat,
wordt een ingevoerde hartfrequentie op het patiëntinformatieformulier
overschreven.
"Instellingen voor presets"
"Een meting bij een berekening en in een patiëntrapport opslaan"
op pagina 75.
op pagina 37.
"Een
op pagina 75.
79