Kleine kantelingen of rotaties van de transducer kunnen van invloed zijn op het verband tussen de externe
referentiepunten en de anatomie die op het ultrasone beeld wordt weergegeven.
Afbeelding 4-5
Verband tussen het ultrasone beeld en de transducerhoek of -kanteling.
Beeldvormingsmodi en onderzoeken beschikbaar per
transducer
WAARSCHUWINGS
De transducer die u gebruikt, is van invloed op welke onderzoekstypen beschikbaar zijn. Daarnaast bepaalt
het door u geselecteerde onderzoekstype welke beeldvormingsmodi beschikbaar zijn.
56
Zorg ervoor dat u de mogelijkheden van uw systeem begrijpt vóór
gebruik om een verkeerde diagnose of letsel bij de patiënt te
voorkomen. De diagnosecapaciteiten verschillen per transducer,
onderzoekstype en beeldvormingsmodus. Daarnaast zijn transducers
ontwikkeld aan de hand van specifieke criteria op basis van hun
fysieke toepassing. Deze criteria omvatten vereisten betreffende
biocompatibiliteit.
Gebruik uitsluitend het onderzoekstype Orbitaal (Orb) of
Oftalmologisch (Oph) wanneer u beeldvorming uitvoert via het oog
om letsel bij de patiënt te voorkomen. De FDA heeft grenzen
vastgesteld voor lage akoestische energie bij oftalmologisch gebruik.
Het systeem blijft alleen binnen deze grenzen wanneer het
onderzoekstype Orb of Oph is geselecteerd.
Beeldvormingsmodi en onderzoeken beschikbaar per transducer