Pagina 2
FUJIFILM is een gedeponeerd en niet-gedeponeerd handelsmerk van FUJIFILM Corporation in verschillende jurisdicties. De FUJIFILM SonoSite ultrasoon systemen vermeld in dit document vallen onder één of meerdere van de volgende patenten van de VS: US 8,861,822; US 8,858,436; US 8,834,372; US 8,805,047; US 8,439,840; US 8,398,408; US 8,355,554; US 8,216,146; US 8,213,467;...
Introductie Conventies ................................1 Help ..................................2 Aan de slag Informatie over het systeem .......................... 3 Licentiesleutel ..............................3 Systeem voorbereiden ............................. 4 Componenten en connectors ......................4 De accu plaatsen of verwijderen ......................5 Wisselstroom gebruiken en de accu opladen ................6 Systeem in- of uitschakelen ........................
Pagina 4
Instellingen voor audio, accu ........................28 Instellingen voor connectiviteit ........................28 Instellingen voor datum en tijd ........................30 Instellingen voor weergave-informatie ....................30 Instellingen voor netwerkstatus .........................31 Instellingen voor verloskundige berekeningen ..................31 Instellingen voor voorinstellingen ......................31 Instellingen voor systeeminformatie ......................32 Instellingen voor USB-apparaten .......................33 Beperkingen van JPEG-indeling ......................34 Beeldvorming Beeldvormingsmodi ............................35...
Pagina 5
Metingen en berekeningen Metingen ................................63 Werken met passers ..........................63 Metingen opslaan ...........................65 2D-metingen ............................66 M-mode-metingen ..........................68 Berekeningen ..............................69 Berekeningsmenu ...........................69 Metingen in berekeningen uitvoeren en opslaan ..............70 Opgeslagen metingen in berekeningen weergeven en verwijderen ........70 Cardiale berekeningen ..........................71 Gynaecologische (gyn) berekeningen ....................76 Verloskundige berekeningen ......................78 Patiëntrapport ..............................81 MSK-werkbladen ..............................83...
Pagina 6
Reinigen en desinfecteren Voordat u aan de slag gaat ........................101 Het vereiste reinigings- en desinfectieniveau bepalen ..............102 Spaulding-classificaties ........................103 Het systeem en de transducer op hoog niveau reinigen en desinfecteren (semikritiek gebruik) ............................ 103 Het systeem en de transducer op hoog niveau reinigen en desinfecteren (niet-kritiek gebruik) ............................
Deze Gebruikershandleiding SonoSite SII ultrasoon systeem biedt informatie over de voorbe- reiding en het gebruik van het SonoSite SII ultrasone systeem en over de reiniging en desin- fectie van het systeem en de transducers. De handleiding bevat ook systeemspecificaties, en informatie over de veiligheid en het akoestisch vermogen.
Help Naast deze gebruikershandleiding zijn de volgende hulpbronnen beschikbaar: Er zijn instructievideo's online beschikbaar. FUJIFILM SonoSite Technische ondersteuning: Telefoonnummer +1-877-657-8118 (VS of Canada) Telefoonnummer +1-425-951-1330 of neem contact op met de plaatselijke (buiten de VS of Canada) vertegenwoordiger +1-425-951-6700 E-mail service@sonosite.com...
Aan de slag Informatie over het systeem Het SonoSite SII ultrasone systeem is een draagbaar, door software bestuurd apparaat dat gebruikmaakt van een volledig digitale architectuur. De SonoSite SII bevat de volgende configuraties: S-Total S-Vascular S-Vet Het systeem heeft meerdere configuraties en functiesets die worden gebruikt om realtime ultrasone beelden met een hoge resolutie te verkrijgen en weer te geven.
Systeem voorbereiden Componenten en connectors De achterkant van het systeem bevat compartimenten voor de accu en twee transducers evenals connectors voor USB-apparaten, netsnoer, netwerkkabel en meer. Raadpleeg Afbeelding 2-1. Aan/uit-knop Connectorblok (zie detail hieronder) Accu Montagegaten Detail connectorblok Printer- RJ45 USB-poorten uitgang netwerkpoort...
Elke connector heeft een symbool dat zijn gebruik beschrijft. DC-ingang Samengestelde video-uitgang Afdrukknop Ethernet HDMI HDMI video uit De accu plaatsen of verwijderen Controleer de accu op lekkage voordat u deze gaat plaatsen om letsel bij WAARSCHUWING de gebruiker en schade aan het ultrasone systeem te voorkomen. Laat de accu altijd in het systeem zitten om gegevensverlies te voorkomen WAARSCHUWING en het systeem op een veilige manier uit te schakelen.
4 Duw de accu in het accucompartiment en druk aan tot de grendel vastklikt. De accu verwijderen 1 Controleer of het ultrasone systeem is uitgeschakeld. 2 Koppel de voeding los. 3 Verschuif de vergrendelingshendel aan de linkerkant van de accu en til de accu op. Wisselstroom gebruiken en de accu opladen De accu wordt opgeladen als het systeem op wisselstroom is aangesloten.
Koppel het netsnoer los van de basis van de standaard. Systeem in- of uitschakelen Gebruik het systeem niet als er een foutmelding op het display verschijnt. Noteer de foutcode en schakel het systeem uit. Neem contact op met FUJIFILM SonoSite of uw Let op plaatselijke vertegenwoordiger.
Plaats de connector niet op de patiënt om letsel bij de patiënt te WAARSCHUWING voorkomen. Het ultrasone systeem mag enkel worden gebruiktwanneer het gemonteerd is op de SonoSite SII standaard. Zorg ervoor dat er geen vreemd materiaal in de connector terechtkomt om schade Let op aan de transducerconnector te voorkomen.
5 Duw de vergrendeling omlaag en zet de transducerconnector vast in het systeem. Een transducer verwijderen 1 Trek de transducervergrendeling omhoog en draai deze rechtsom. 2 Trek de transducerconnector uit het systeem. USB-opslagapparaten plaatsen en verwijderen Beelden en clips worden in de interne opslag opgeslagen en zijn geordend in een sorteerbare patiëntlijst. U kunt de beelden en clips vanaf het ultrasone systeem op een pc archiveren met behulp van een USB- opslagapparaat.
Pagina 18
Er zijn drie USB-poorten bovenaan aan de achterzijde van het systeem. U kunt voor aanvullende USB-poorten een USB-hub op een van de poorten aansluiten. Neem het volgende in acht om schade aan het USB-opslagapparaat en verlies van de patiëntgegevens op het apparaat te voorkomen: Verwijder het USB-opslagapparaat niet of schakel het ultrasone systeem WAARSCHUWINGEN niet uit terwijl het systeem bezig is met exporteren.
Systeembedieningselementen Bedienings- Draai hieraan om de versterking, knoppen diepte, cine-buffer, helderheid en meer (afhankelijk van de context) aan te passen. De huidige functies verschijnen op het scherm boven de knoppen. Stilzettoets Tik om het beeld stil te zetten of opnieuw te activeren Touchpad Verplaatst de aanwijzer en andere items.
Schermindeling De indeling van het SonoSite SII systeemscherm en de bedieningselementen die erop verschijnen variëren naargelang de beeldvormingsmodus of de specifieke taak die u uitvoert, zoals meten of aantekeningen maken. Tijdens het scannen is de volgende informatie beschikbaar: Patiëntnaam Onderzoeksnummer...
Algemene interactie Touchpad Het touchpad is een gebied in het midden onder het scherm dat u kunt gebruiken als aanwijsapparaat. Wanneer het touchpad actief is, sleept u uw vinger over het oppervlak om het item op het scherm te verplaatsen. U kunt het touchpad gebruiken voor: Labels plaatsen Passers verplaatsen...
Als alternatief voor het touchpad kunt u bepaalde items direct verplaatsen door uw vinger over het scherm te slepen. Bedieningstoetsen en -knoppen Er zijn twee soorten bedieningselementen op het SonoSite SII systeem: Bedieningselementen van het scherm De bedieningselementen die verschijnen op het aanraakscherm veranderen dynamisch afhankelijk van de context.
Pagina 23
Tekst invoeren in tekstvelden met behulp van het schermtoetsenbord 1 Gebruik het touchpad of het aanraakscherm om een tekstveld te selecteren. Het schermtoetsenbord verschijnt samen met het tekstveld bovenaan. 2 Op het aanraakscherm tikt u op elk teken dat u wenst in te voeren. De Äñ-toets toont en verbergt internationale tekens.
Sommige gels en desinfectiemiddelen kunnen bij een aantal personen een allergische reactie veroorzaken. Gebruik alleen gels die zijn aanbevolen door FUJIFILM SonoSite om schade aan de transducer te voorkomen. Als u andere gels gebruikt dan de gels die zijn aanbevolen door FUJIFILM SonoSite, kan dit de transducer beschadigen en de garantie teniet doen.
5 Inspecteer de huls om te verzekeren dat deze geen gaten of scheuren bevat. Beoogd gebruik Het SonoSite SII ultrasone systeem is een ultrasoon systeem voor algemeen gebruik dat bedoeld is voor gebruik door bevoegde artsen en medische deskundigen voor evaluatie door middel van ultrasone beeldvorming of de analyse van vloeistofstromen in het menselijk lichaam.
Interventionele beeldvormingstoepassingen U kunt het systeem gebruiken voor ultrasone geleiding bij biopsie- en drainageprocedures, plaatsing van vasculaire lijnen, perifere zenuwblokkades, vruchtwaterpuncties en andere verloskundige procedures, en ook als hulpmiddel bij abdominale chirurgie, borstchirurgie en neurologische chirurgie. Verloskundige beeldvormingstoepassingen U kunt de anatomie van de foetus, de levensvatbaarheid, het geschatte gewicht van de foetus, de zwangerschapsleeftijd, het vruchtwater en de omringende anatomische structuren transabdominaal of transvaginaal controleren op de aanwezigheid of afwezigheid van pathologieën.
U kunt de halsslagaders, diepe aders en slagaders in de armen en benen, oppervlakkige aders in de armen en benen, grote vaten in de onderbuik en verschillende kleine vaten die organen van bloed voorzien controleren op de aanwezigheid of afwezigheid van pathologieën. Contra-indicaties Voor het SonoSite SII ultrasone systeem zijn geen contra-indicaties bekend. Beoogd gebruik...
Systeem instellen Met de instellingenpagina's kunt u het systeem aanpassen en voorkeuren instellen. Instellingenpagina's weergeven Een instellingenpagina weergeven 1 Tik op Settings (Instellingen). 2 Onder Settings Pages (Instellingenpagina's) selecteert u de gewenste pagina door erop te tikken. 3 Tik op Done (Gereed) om terug te keren naar beeldvorming vanuit een instellingenpagina.
Opmerking De invoer voor Name (Naam) en Password (Wachtwoord) is hoofdlettergevoelig. 2 Voer het beheerderswachtwoord in het vak Password (Wachtwoord) in. Als u geen beheerderswachtwoord hebt, neemt u contact op met FUJIFILM SonoSite. Raadpleeg ”Help” pagina 2. 3 Tik op Login (Aanmelden).
Beheerderswachtwoord wijzigen of gebruikers wachtwoorden laten wijzigen 1 Meld u aan als Administrator (Beheerder). 2 In de User List (Gebruikerslijst) tikt u op Administrator (Beheerder). 3 Wachtwoord beheerder wijzigen: a Onder User Information (Gebruikersinformatie) in het vak Password (Wachtwoord) typt u het nieuwe wachtwoord in.
Een gebruiker verwijderen 1 Meld u aan als Administrator (Beheerder). 2 Tik op de gebruiker in de User List (Gebruikerslijst). 3 Tik op Delete (Verwijderen). 4 Tik op Yes (Ja). Een gebruikerswachtwoord wijzigen 1 Meld u aan als Administrator (Beheerder). 2 Tik op de gebruiker in de User List (Gebruikerslijst).
4 Tik op het USB-opslagapparaat en tik vervolgens op Import (Importeren). 5 Tik op Restart (Opnieuw opstarten) in het dialoogvenster dat wordt weergegeven. Het systeem wordt opnieuw opgestart. Alle gebruikersnamen en wachtwoorden op het systeem worden vervangen door de geïmporteerde gegevens.
Instellingen van aantekeningen Op de instellingenpagina Annotations (Aantekeningen) kunt u vooraf gedefinieerde labels aanpassen en de voorkeur voor het beheren van tekst bij het opnieuw activeren van beelden instellen. Raadpleeg ”Aantekeningen bij beelden maken” op pagina 50 voor instructies over het maken van aantekeningen bij beelden.
Pagina 35
Bewaren van tekst bij opnieuw activeren opgeven U kunt opgeven welke tekst u wilt bewaren wanneer u een beeld opnieuw activeert of de beeldvormingsindeling wijzigt. In de lijst Unfreeze (Opnieuw activeren) op de instellingenpagina Annotations (Aantekeningen) selecteert u Keep All Text (Alle tekst bewaren), Keep Home Text (Begintekst bewaren) of Clear All Text (Alle tekst wissen).
Instellingen voor audio, accu U kunt op de instellingenpagina Audio, Battery (Audio, accu) opties uit de volgende lijsten selecteren: Toetsen klikken Controleert of de bedieningselementen een klikgeluid maken wanneer men erop tikt. Kies On (Aan) of Off (Uit). Pieptoon Controleert of het systeem piept bij het opslaan, waarschuwen, starten of uitschakelen.
Pagina 37
Systeem configureren voor een DVD-recorder 1 Op de instellingenpagina Connectivity (Connectiviteit) klikt u in de lijst Video Mode (Videomodus) op de videostandaard: NTSC of PAL. 2 Start het systeem opnieuw op. 3 Steek de kabel van de DVD-recorder in de video-uitgang op het systeem.
Aansluiting op DICOM 1 Op de instellingenpagina Connectivity (Connectiviteit) kiest u DICOM uit de lijst Transfer mode (Overdrachtsmodus). 2 Start het systeem opnieuw op. 3 Tik op de instellingenpagina Connectivity (Connectiviteit) op DICOM setup (DICOM-instelling). 4 Op de pagina DICOM kiest u een locatie en dan selecteert u de DICOM-server waarmee u een verbinding wenst te maken.
Instellingen voor netwerkstatus Op de instellingenpagina Network Status (Netwerkstatus) wordt informatie weergegeven over het IP-adres van het systeem, de locatie, het Ethernet MAC-adres en de eventuele draadloze verbinding. Instellingen voor verloskundige berekeningen Op de instellingenpagina OB Calculations (Verloskundige berekeningen) kunt u auteurs voor de verloskundige berekeningstabellen selecteren.
Taal U kunt de taal gebruikt in de systeeminterface veranderen. Als de taal wordt gewijzigd, moet het systeem opnieuw worden opgestart. Patiëntformulier automatisch opslaan Wanneer deze optie is ingeschakeld, wordt het patiëntinformatieformulier automatisch opgeslagen als een afbeelding in het dossier van de patiënt. Toets opslaan: Bepaalt het gedrag van de toets Save (Opslaan): Image Only (Enkel beeld)
4 Klik op Devices (Apparaten) om terug te keren naar het vorige scherm. Privétags opnemen 1 Als u het DICOM-exporttype en een softwareproduct van FUJIFILM SonoSite gebruikt, kunt u privétags aan beelden toevoegen. 2 Selecteer Include private tags (Privétags opnemen) op de instellingenpagina USB Devices (USB- apparaten).
Beperkingen van JPEG-indeling Als u beelden in JPEG-indeling overdraagt of exporteert, gebruikt het systeem compressie met verlies. Compressie met verlies kan beelden opleveren die minder absolute details hebben dan BMP-indeling en die niet identiek zijn aan de oorspronkelijke beelden. In sommige situaties zijn beelden die met verlies zijn gecomprimeerd, mogelijk niet geschikt voor klinisch ®...
Beeldvorming Beeldvormingsmodi Het SonoSite SII systeem heeft een lcd-scherm voor hoge prestaties en geavanceerde technologie voor beeldoptimalisatie waardoor de gebruikersbedieningselementen worden vereenvoudigd. De beschikbare beeldvormingsmodi zijn afhankelijk van de transducer en het onderzoekstype. Raadpleeg ”Beeldvormingsmodi en onderzoeken beschikbaar per transducer”...
Raadpleeg ook ”Diepte en versterking aanpassen” op pagina 40. Tabel 4-1: 2D-bedieningselementen Bedienings- Beschrijving element Gain Past de helderheid van het beeld aan via signaalversterking. Om de versterking te (Versterking) veranderen, draait u aan de knop Gain (Versterking). Past de diepte van het beeld aan. Om de diepte te veranderen, draait u aan de knop Depth (Diepte) Depth (Diepte).
M -mode-beeldvorming Motion-mode (M- mode) valt onder 2D. De modus biedt een trace van het 2D-beeld die in de loop van de tijd wordt weergegeven. Een afzonderlijke ultrasoonbundel wordt uitgezonden en de gereflecteerde signalen worden als stippen met verschillende intensiteiten weergegeven, waardoor er lijnen op het scherm worden gemaakt.
4 Om de trace te beginnen, tikt u op M. Een tracevenster verschijnt. Zie ”Instellingen voor voorinstellingen” op pagina 31 voor informatie over de duplexindeling. De tijdschaal boven de trace heeft kleine markeringen bij intervallen van 200 ms Opmerking en grote markeringen bij intervallen van 1 seconde. 5 Om de doorloopsnelheid te veranderen, tikt u op Slow (Langzaam), Med (Gemiddeld) of Fast (Snel) om door de doorloopsnelheden te bladeren.
Pagina 47
Bedieningselementen voor CPD en kleur Tabel 4-3: Bedieningselementen voor CPD en kleur Bedieningsel Beschrijving ement Kies een van de volgende opties: • Met Flow Low (Lage flow) wordt het systeem voor lage flowstatussen geoptimaliseerd. Flow Sensitivity • Met Med Flow (Gemiddelde flow) wordt het systeem voor gemiddelde flowstatussen (Flowgevoe- geoptimaliseerd.
Diepte en versterking aanpassen Diepte aanpassen U kunt de diepte in alle beeldvormingsmodi aanpassen, met uitzondering van de M-mode. De verticale diepteschaal is gemarkeerd met stappen van 0,5 cm, 1 cm en 5 cm, afhankelijk van de diepte. Draai de knop Depth (Diepte): Naar rechts Om de weergegeven diepte te vergroten.
Stilzetten, frames bekijken en inzoomen Beeld stilzetten of opnieuw activeren Tik op de knop Freeze (Stilzetten) ( Het pictogram cine en het framenummer verschijnen boven de linkerknop in een stilgezet beeld. Vooruit of terug bladeren in de cine-buffer Draai in een stilgezet beeld aan de Cine-knop.
Needle Profiling (SNP) is ingeschakeld: Gebruik uitsluitend door FUJIFILM SonoSite of CIVCO goedgekeurde naaldgeleiders, beugels, benodigdheden, onderdelen en accessoires. Andere merken passen mogelijk niet goed op FUJIFILM SonoSite- transducers. Gebruik uitsluitend naaldgeleiders die compatibel zijn met de systemen en transducers die in Tabel 4-4, ”Transducers en onderzoekstypen...
SNP is alleen beschikbaar in 2D-beeldvorming in volledig scherm en bij de volgende onderzoekstypen: Tabel 4-4: Transducers en onderzoekstypen beschikbaar met SNP Kleine Spieren en Transducer Arterieel Borst Zenuw lichaams- Veneus botten delen rC60xi standaard/ versterkt HFL38xi HFL50x HSL25x L25x L38xi standaard/ versterkt Gebied in kader...
Naaldgrootte en -hoek Gebruik een naald van 17 tot 25 gauge (aanbevolen). Verbeteringsresultaten kunnen afhankelijk zijn van het type en merk naald dat wordt gebruikt. Raadpleeg de medische literatuur over zichtbaarheid van naalden in door ultrageluid geleidde procedures voor meer informatie. U kunt de naald kantelen tot 50°...
Curved array transducer (Boogarray-transducer): Gebruik Shallow (Klein) voor de beste verbetering voor een lineaire structuur met een hoek van 30° of minder ten opzichte van het oppervlak van de transducer. Gebruik Medium (Gemiddeld) voor een lineaire structuur met een hoek van 30-40°. Gebruik Steep (Groot) voor een lineaire structuur met een hoek van 40°...
Kleine kantelingen of rotaties van de transducer kunnen van invloed zijn op het verband tussen de externe referentiepunten en de anatomie die op het ultrasone beeld wordt weergegeven. Afbeelding 4-5 Verband tussen het ultrasone beeld en de transducerhoek of -kanteling Beeldvormingsmodi en onderzoeken beschikbaar per transducer Zorg ervoor dat u de mogelijkheden van uw systeem begrijpt vóór...
Een transducer selecteren 1 Tik op Transducer. Het menu met de op dat moment actieve transducer verschijnt. 2 Indien een andere transducer wordt aangesloten, kunt u daarnaar veranderen door te tikken op Switch (Wisselen). Onderzoekstype wijzigen Voer een van de volgende acties uit: Tik op Transducer en kies dan een onderzoektstype uit de lijst van beschikbare onderzoeken.
Pagina 56
Tabel 4-5: Beeldvormingsmodi en onderzoeken beschikbaar per transducer (Vervolg) Beeldvormingsmodus Onder- Transducer zoekstype Kleur Borst Long HFL38xi Zenuw Borst HFL50x Zenuw Long HSL25x Zenuw ICTx Verl Beeldvormingsmodi en onderzoeken beschikbaar per transducer...
Pagina 57
Tabel 4-5: Beeldvormingsmodi en onderzoeken beschikbaar per transducer (Vervolg) Beeldvormingsmodus Onder- Transducer zoekstype Kleur Long L25x Zenuw Long L38xi standaard/ Zenuw versterkt P10x P11x Beeldvormingsmodi en onderzoeken beschikbaar per transducer...
Tabel 4-5: Beeldvormingsmodi en onderzoeken beschikbaar per transducer (Vervolg) Beeldvormingsmodus Onder- Transducer zoekstype Kleur rP19x standaard/ versterkt Long Verl a. Hieronder volgen de afkortingen van de onderzoekstypen: Abd = abdomen, Art = arterieel, Borst = borst, Card = cardiaal, Gyn = gynaecologie, Spi = spieren en botten, Neo = neonataal, Zenuw = zenuw, Verl = verloskunde, Oph = oftalmologisch, KlL = kleine lichaamsdelen, Opv = oppervlakkig, Ven = veneus.
Pagina 59
5 Om een vooraf ingesteld label toe te voegen, tikt u op de gewenste labelgroep, A, B of C, en vervolgens tikt u op de pijl omhoog of omlaag om het label te kiezen dat u wenst toe te voegen. Naast elke labelgroep geeft het eerste getal aan welk label in de groep is geselecteerd.
6 Kies een locatie voor de pictograaf op het scherm: U/L (Omhoog/links) D/L (Omlaag/links) D/R (Omlaag/rechts) U/R (Omhoog/rechts) 7 Tik op Done (Gereed). Patiëntinformatieformulier Op het patiëntinformatieformulier kunt u patiëntidentificatiegegevens, onderzoeksgegevens en klinische informatie voor het patiëntonderzoek invoeren. Deze informatie wordt automatisch in het patiëntrapport weergegeven.
Pagina 61
Patiëntinformatieformulier bewerken U kunt patiëntinformatie bewerken als het onderzoek niet is gearchiveerd of geëxporteerd, als een clip, beeld of berekening niet is opgeslagen en als de informatie niet uit een werklijst afkomstig is. Als Auto save Pat Form (Patiëntformulier automatisch opslaan) is ingesteld op On (Aan), dan wordt een beeld opgeslagen wanneer u een nieuw Opmerking patiëntinformatieformulier start, waardoor bewerking wordt voorkomen.
Velden op het patiëntinformatieformulier Patiënt Last (Achternaam), First (Voornaam), Middle (Tweede naam) Patient name (Patiëntnaam) ID Het identificatienummer van de patiënt Accession (Volgnummer) Voer indien van toepassing het nummer in Date of Birth (Geboortedatum) Gender (Geslacht) Indications (Indicaties) Voer de gewenste tekst in User (Gebruiker) Initialen van de gebruiker Procedure (knop)
HR Hartfrequentie. Voer de slagen per minuut in. Wanneer het systeem wordt gebruikt om de hartfrequentie te meten, wordt deze invoer overschreven. (Cardiaal of vasculair onderzoek) Height (Hoogte) De lengte van de patiënt in foot en inch of in meter en centimeter. (Cardiaal onderzoek) Weight (Gewicht) Het gewicht van de patiënt in pound of kilo.
Als het pictogram voor de interne opslag niet in het systeemstatusgebied Let op verschijnt, kan de interne opslag defect zijn. Neem contact op met de technische ondersteuning van FUJIFILM SonoSite. Raadpleeg ”Help” op pagina 2. In de patiëntlijst worden opgeslagen beelden en clips vanaf een centrale locatie georganiseerd.
Pagina 65
Selectie patiëntonderzoeken opheffen Voer een van de volgende acties uit: Schakel alle aangevinkte selectievakjes uit. Tik op Clear All (Alles wissen). Op het USB-toetsenbord schakelt u met de spatiebalk aangevinkte selectievakjes uit. Patiëntinformatie in de patiëntlijst bewerken U kunt de patiëntnaam en -ID in de patiëntlijst bewerken in plaats van op het patiëntinformatieformulier als het onderzoek is beëindigd maar niet is geëxporteerd of gearchiveerd.
Pagina 66
4 Om een clip te bekijken, tikt u op Play (Afspelen). De clip wordt na laden automatisch afgespeeld. De laadtijd is afhankelijk van de lengte van de clip. U kunt het volgende doen tijdens het bekijken van een clip: Tik op Pause (Pauze) om de clip stil te zetten. Tik opnieuw op Play (Afspelen) om te hervatten. Draai de rechterknop om de afspeelsnelheid te veranderen.
Beelden en clips afdrukken, exporteren en verwijderen Neem het volgende in acht om schade aan het USB-opslagapparaat en verlies van de patiëntgegevens op het apparaat te voorkomen: Verwijder het USB-opslagapparaat niet of schakel het ultrasone systeem WAARSCHUWINGEN niet uit terwijl het systeem bezig is met exporteren. Stoot niet tegen het USB-opslagapparaat of oefen geen druk uit op het USB-opslagapparaat terwijl dit zich in een USB-poort op het ultrasone systeem bevindt.
Pagina 68
Patiëntonderzoeken naar een USB-opslagapparaat exporteren Een USB-opslagapparaat is bedoeld voor tijdelijke opslag van beelden en clips. Patiëntonderzoeken dienen regelmatig te worden gearchiveerd. Het exporteren van grote hoeveelheden gegevens kan een paar uur in beslag nemen, afhankelijk van de compressie, het bestandstype, de bestandsgrootte en het aantal bestanden. Exporteer gegevens regelmatig om dit probleem te voorkomen —...
Pagina 69
Beelden en clips handmatig archiveren U kunt patiëntonderzoeken naar een DICOM-printer, archiveringshulpmiddel of pc sturen met behulp van SonoPHI. DICOM en SonoPHI zijn optionele functies. Raadpleeg de documentatie van SonoPHI en DICOM voor meer informatie over archivering. 1 Selecteer een of meerdere patiëntonderzoeken in de patiëntlijst. 2 Tik op Archive (Archiveren).
Metingen en berekeningen U kunt metingen uitvoeren voor snelle referentie of u kunt metingen binnen een berekening uitvoeren. U kunt zowel algemene berekeningen uitvoeren als berekeningen die specifiek zijn voor een onderzoekstype. Metingen worden uitgevoerd op stilgezette beelden. Raadpleeg ”Referenties” pagina 85 voor de gebruikte achtergrondinformatie.
Pagina 72
Het aantal en type passers die verschijnen op het scherm hangen af van het gekozen meettype. Er zijn drie typen passers: Distance (Afstand) Hiermee kunt u de afstand in rechte lijn tussen de twee passers meten. Na selectie van een afstandsmeting verschijnen twee passers op het scherm.
Meting verwijderen of bewerken Indien een meting niet langer nodig is of u plaats wenst te maken voor een andere meting, kunt u ze verwijderen. Voer een van de volgende opties uit terwijl de meting actief (gemarkeerd) is: tik op Delete (Verwijderen). Gebruik het touchpad of aanraakscherm om een of meer passers van positie te veranderen.
Afbeelding 5-1 2D-beeld met een afstandsmeting en een omtrekmeting 2D-metingen U kunt een combinatie van afstands-, oppervlakte- en omtrekmetingen tegelijkertijd uitvoeren. Het totale aantal is afhankelijk van de volgorde en het type. Afstand meten Opmerking Afstand wordt gemeten in cm. 1 Tik in een stilgezet 2D-beeld op Calipers (Passers).
Pagina 75
Oppervlakte en omtrek meten Oppervlakte- en omtrekmetingen maken gebruik van een ellips met passers. Oppervlakte is in cm , en omtrek is in cm. 1 Tik in een stilgezet 2D-beeld op Calipers (Passers). 2 Tik op Ellipse (Ellips). 3 Gebruik het touchpad of aanraakscherm om de eerste passer te verplaatsen naar het kenmerk dat u wenst te meten.
M-mode-metingen De basismetingen die u kunt uitvoeren in M Modebeeldvorming worden hieronder vermeld: Afstand in cm/tijd in seconden Hartfrequentie (HR) in slagen per minuut (bpm) De tijdschaal boven de trace heeft kleine markeringen bij intervallen van 200 ms en grote markeringen bij intervallen van 1 seconde.
Passers toevoegen (M-mode) Als er een meting actief is, kunt u passers toevoegen om aanvullende metingen uit te voeren. Tik op een van de volgende opties: Add Caliper (Passer toevoegen) Om de afstand te meten De tweede meting wordt aangeduid met B. De derde meting wordt aangeduid met C, enzovoort. Heart Rate (Hartfrequentie) Wordt gebruikt om de hartfrequentie te meten.
Selecteren uit het berekeningsmenu 1 Tik in een stilgezet beeld op Calcs (Berekeningen). Het berekeningsmenu verschijnt. 2 Tik op de gewenste naam van de meting. a Markeer Next (Volgende), Prev (Vorige) of een metingsnaam met drie puntjes (. . .) om aanvullende metingsnamen weer te geven.
Een opgeslagen meting verwijderen 1 Markeer de naam van de meting in het berekeningsmenu. 2 Tik op Delete (Verwijderen). De laatst opgeslagen meting wordt verwijderd uit het patiëntrapport. Als deze meting de enige meting is, wordt het vinkje uit het berekeningsmenu verwijderd. Sommige metingen kunnen rechtstreeks van de rapportpagina's worden verwijderd.
Pagina 80
Tabel 5-1: Cardiale berekeningen (Vervolg) Cardiale meting Koptekst menu Berekeningsresultaten (beeldvormingsmodus) Max D Max D Min D Min D % samentrekken LA A4C LA A4C LA A2C Atria LA A2C LA tweevlaks Ao (2D of M Mode) LA/Ao AAo (2D) Ao/LA LA (2D of M Mode)
Pagina 81
LVd en LVs meten 1 Tik in een stilgezet 2D-beeld of stilgezette M-modetrace op Calcs (Berekeningen). 2 Tik op EF in het berekeningsmenu. 3 In het menu EF selecteert u LVd of LVs. 4 Herhaal het volgende voor elke meting die u wilt uitvoeren: a In het menu LVd of LVs selecteert u de gewenste meting.
Pagina 82
4 Indien u het aanraakscherm gebruikt, tilt u uw vinger even op van het scherm om de trace te activeren. Indien u het touchpad gebruikt, tik dan op om de positie in te stellen. De tracefunctie wordt actief. 5 Gebruik het touchpad of aanraakscherm om de gewenste oppervlakte te traceren. Om een correctie te doen, tikt u op Undo (Ongedaan maken), ofwel tikt u op de naam van de meting om de meting te herstarten.
Pagina 83
d Gebruik het touchpad of aanraakscherm om het gewenste oppervlak te traceren en tik dan op Set (Instellen). Gebruikt u het touchpad om een vorm te traceren, dan mag u niet WAARSCHUWING aanraken tot u klaar bent met de trace. Doet u dat wel, dan kan de trace vroegtijdig worden beëindigd, wat leidt tot een verkeerde meting en vertraging van de zorg.
3 Doe het volgende voor zowel Max D als Min D metingen. a Tik in de berekeningslijst IVC op de meting die u wilt uitvoeren. b Plaats de passers door deze te slepen. Raadpleeg ”Werken met passers” op pagina 63 voor meer informatie. c Tik op Save Calc (Berekening opslaan).
Pagina 85
Baarmoeder of eierstok meten 1 Tik in een stilgezet 2D-beeld op Calcs (Berekeningen). 2 Doe het volgende voor elke meting die u wilt uitvoeren: a Selecteer de naam van de meting in het berekeningsmenu. b Plaats de passers. Raadpleeg ”Werken met passers” op pagina 63 voor meer informatie.
Verloskundige berekeningen EFW wordt alleen berekend nadat de juiste metingen zijn uitgevoerd. Als een van deze parameters leidt tot een latere bevallingsdatum dan in de verloskundige tabellen, wordt de EFW niet weergegeven. Controleer of u het verloskundige onderzoekstype hebt geselecteerd en de auteur voor verloskundige berekeningen voor de verloskundige tabel WAARSCHUWING die u wilt gebruiken.
Tabel 5-2: Verloskundige berekeningen voor door het systeem gedefinieerde metingen Verloskundige Berekeningsresultaat zwangerschaps- Tabelauteurs metingen Hansmann, Nyberg, Tokyo U. Hadlock, Hansmann, Osaka, Tokyo U. Chitty, Hadlock, Hansmann, Osaka, Tokyo U. Chitty, Hadlock, Hansmann Hadlock, Hansmann, Tokyo U. Chitty, Hadlock, Hansmann, Osaka, Tokyo U. Zwangerschapsleeftijd Jeanty Scheenbeen...
3 Doe het volgende voor elke meting die u wilt uitvoeren: a Selecteer de naam van de meting in het berekeningsmenu. Het passerhulpmiddel kan veranderen afhankelijk van de geselecteerde meting, Opmerking maar de positie blijft hetzelfde. b Plaats de passers. Raadpleeg ”Werken met passers”...
Het patiëntrapport weergeven 1 Tik na of tijdens het onderzoek op Patient (Patiënt) en dan op Report (Rapport). 2 Om bijkomende pagina's weer te geven, tikt u op x/x of draait u aan de linkerknop. 3 Tik op Done (Gereed) om het patiëntrapport af te sluiten en terug te keren naar beeldvorming. Een rapport bij een onderzoek bewaren ...
MSK-werkbladen Een MSK-werkblad weergeven De MSK-werkbladen bevatten lijsten waaruit u opties kunt selecteren en een veld voor het invoeren van opmerkingen. Opgeslagen MSK-werkbladen worden onderdeel van het patiëntrapport. 1 Tik na of tijdens het onderzoek op Patient (Patiënt) en dan op MSK. 2 Selecteer een specifiek lichaamsoppervlak uit de lijst Worksheet (Werkblad).
Referenties Meetnauwkeurigheid De metingen die door het systeem worden geleverd, zijn niet een definitie van een specifieke fysiologische of anatomische parameter. De metingen zijn van fysieke eigenschappen, zoals afstand, ter evaluatie van de arts. De nauwkeurigheidswaarden vereisen dat u de passers op één pixel kunt plaatsen. De waarden omvatten geen akoestische afwijkingen van het lichaam.
Publicaties en terminologie voor metingen In de volgende gedeelten worden de publicaties en terminologie vermeld die voor elk berekeningsresultaat worden gebruikt. Terminologie en metingen voldoen aan de gepubliceerde AIUM-normen. Cardiale achtergrondinformatie Cardiale index (CI) in l/min/m Oh, J.K., J.B. Seward en A.J. Tajik. The Echo Manual. 3rd Edition., Philadelphia: Lippincott, Williams en Wilkins, (2007), 69-70.
Pagina 96
Ejectiefractie (EF), percentage Oh, J. K., J. B. Seward, & A. J. Tajik. The Echo Manual . 3rd ed. Philadelphia: Lippincott Williams & Wilkins, (2007), 115-116. EF = ((LVEDV – LVESV)/LVEDV) * 100% waarbij: EF = ejectiefractie LVEDV = einddiastolisch volume van linkerventrikel LVESV = eindsystolisch volume van linkerventrikel Fractionele verdikking achterwand linkerventrikel (LVPWFT), percentage Laurenceau, J.
Lichaamsoppervlak (BSA) in m Grossman, W. Cardiac Catheterization and Angiography. Philadelphia: Lea en Febiger, (1980), 90. 0,425 0,725 BSA = 0,007184 * gewicht * hoogte Gewicht = kilogram Hoogte = centimeter Linkeratrium/aorta (LA/Ao) Feigenbaum, H. Echocardiography. Philadelphia: Lea en Febiger, (1994), 206, Figure 4-49. Massa van linkerventrikel in gm Oh, J.K., J.B.
Pagina 98
Oppervlak van de dwarsdoorsnede (CSA) in cm Oh, J. K., J. B. Seward, and A. J. Tajik. The Echo Manual. 3rd Edition. Philadelphia: Lippincott Williams and Wilkins, (2007), 70-71. CSA = 0,785 * D waarbij: D = diameter van anatomisch aandachtsgebied Slagindex (SI) in cc/m Mosby’s Medical, Nursing, &...
2-vlaksregel van Simpson (schijfmethode) LA Vol = p/4(h) Σ(D1)(D2) Het algoritme van Simpson verdeelt het LA in verschillende gestapelde ovale schijven waarbij h de hoogte is van de gestapelde schijven en D1 en D2 de korte en lange orthogonale assen zijn. 1-vlaksregel van Simpson (schijfmethode) LA Vol =p/4(h) Σ(D1) Hetzelfde als de 2-vlaks-schijfmethode behalve dat er wordt aangenomen dat de gestapelde schijven rond zijn.
Verloskundige achtergrondinformatie Gemiddelde ultrasone leeftijd (AUA) Het systeem biedt een AUA die is afgeleid van de onderdelen van metingen uit de metingstabellen. Geschat gewicht foetus (EFW) Hadlock, F., et al. ”Estimation of Fetal Weight with the Use of Head, Body, and Femur Measurements, A Prospective Study.
University of Tokyo, Shinozuka, N. FJSUM, et al. ”Standard Values of Ultrasonographic Fetal Biometry. ” Japanese Journal of Medical Ultrasonics, 23:12 (1996), 885. De zwangerschapsleeftijd die is berekend door uw FUJIFILM SonoSite- systeem komt niet overeen met de leeftijd in de hiervoor genoemde referentie bij de metingen van de abdominale omtrek (AC) 20,0 cm en 30,0 cm.
Diameter biparietalis (BPD) Chitty, L. S. en D. G. Altman. ”New charts for ultrasound dating of pregnancy. ” Ultrasound in Obstetrics and Gynecology 10: (1997), 174-179, Table 3. Hadlock, F., et al. ”Estimating Fetal Age: Computer-Assisted Analysis of Multiple Fetal Growth Parameters. ” Radiology, 152: (1984), 497-501.
Osaka University. Ultrasound in Obstetrics and Gynecology. (July 20, 1990), 101-102. University of Tokyo, Shinozuka, N. FJSUM, et al. ”Standard Values of Ultrasonographic Fetal Biometry. ” Japanese Journal of Medical Ultrasonics, 23:12 (1996), 886. Omtrek hoofd (HC) Chitty, L. S. en D. G. Altman. ”New charts for ultrasound dating of pregnancy. ” Ultrasound in Obstetrics and Gynecology 10: (1997), 174-191, Table 5, 182.
FL/BPD-verhouding Hohler, C. W. en T. A. Quetel. ”Comparison of Ultrasound Femur Length and Biparietal Diameter in Late Pregnancy, ” American Journal of Obstetrics and Gynecology, 141: 7 (Dec. 1 1981), 759-762. FL/HC-verhouding Hadlock F. P., R. B. Harrist, Y. Shah en S. K. Park. ”The Femur Length/Head Circumference Relation in Obstetric Sonography.
Probleemoplossing Als u problemen met het systeem ondervindt, kunt u de volgende lijst gebruiken bij het oplossen van het probleem. Neem contact op met de technische ondersteuning van FUJIFILM SonoSite als het probleem aanhoudt. Raadpleeg ”Help” op pagina 2. Het systeem kan niet worden ingeschakeld 1 Controleer alle voedingsaansluitingen.
Nadat de respijtperiode is verlopen, zijn alle systeemfuncties, behalve licenties, Let op niet beschikbaar totdat er een geldige licentiesleutel wordt ingevoerd. Neem contact op met de technische ondersteuning van FUJIFILM SonoSite om een licentiesleutel voor uw software te verkrijgen. Raadpleeg ”Help”...
Het uitvoeren van onderhoudsprocedures die niet in de gebruikershand- Opmerking leiding of servicehandleiding staan beschreven kan de garantie van het product teniet doen. Neem contact op met de technische ondersteuning van FUJIFILM SonoSite voor vragen over onderhoud. Raadpleeg ”Help” op pagina 2.
FUJIFILM SonoSite test desinfectiemiddelen en -apparaten voor gebruik met de systemen, transducers en accessoires. Voor een complete lijst van goedgekeurde reinigings- en desinfectiemiddelen raadpleegt u het overeenkomstige document op www.sonosite.com.
FUJIFILM SonoSite-systemen en -transducers. Desinfectie- en reinigingsmethoden die worden genoemd in dit hoofdstuk zijn aanbevolen door FUJIFILM SonoSite op basis van de efficiëntie en de compatibiliteit met het materiaal van de producten. Zorg ervoor dat het type desinfectiemiddel en de sterkte en duur van de oplossing geschikt zijn voor de apparatuur en toepassing.
Gebruik geen sterke oplosmiddelen zoals verdunningsmiddel, benzeen of Let op schurende reinigingsmiddelen omdat deze het buitenoppervlak beschadigen. Gebruik uitsluitend door FUJIFILM SonoSite aanbevolen reinigingsmiddelen of desinfectiemiddelen. Het vereiste reinigings- en desinfectieniveau bepalen De reinigingsinstructies in dit hoofdstuk zijn gebaseerd op vereisten die zijn gesteld door de Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA).
Dit kan schade aan de transducer veroorzaken en de garantie teniet doen. Gebruik uitsluitend door FUJIFILM SonoSite aanbevolen reinigingsmiddelen en desinfectiemiddelen. Het gebruik van een niet-aanbevolen desinfecterende oplossing of een onjuiste oplossingssterkte kan het systeem en de transducer beschadigen of doen verkleuren en doet de garantie teniet.
Pagina 112
Het systeem en de transducer reinigen en desinfecteren 1 Schakel het systeem uit door op de aan/uit-knop te drukken. 2 Haal het netsnoer uit het stopcontact. 3 Verwijder de wegwerpbare transducerhuls, indien van toepassing. 4 Koppel de transducer los van het systeem. Berg de transducer tijdelijk op in een omgeving waar deze geen schone apparatuur of oppervlakken kan besmetten terwijl u het ultrasone systeem reinigt.
Pagina 113
6 Reinig de STANDAARD van het ultrasone systeem door al het vuil of lichaamsvloeistoffen te verwijderen. SonoSite SII Gebruikershandleiding voor de Voor meer informatie over het reinigen van de standaard, kunt u de standaard raadplegen. 7 Reinig de KABEL EN BEHUIZING VAN DE TRANSDUCER door al het vuil of lichaamsvloeistoffen te verwijderen.
Pagina 114
Dompel de transducerconnector niet in desinfecterende oplossingen onder. Let op Gebruik uitsluitend door FUJIFILM SonoSite aanbevolen reinigingsmiddelen en desinfectiemiddelen. Het gebruik van een niet-aanbevolen desinfecterende oplossing of een onjuiste oplossingssterkte kan de transducer beschadigen of doen verkleuren en doet de garantie van de transducer teniet.
Pagina 115
14 Inspecteer de transducer en kabel op beschadigingen zoals scheurtjes of spleten waar vloeistof door naar binnen kan dringen. Bij tekenen van beschadiging gebruikt u de transducer niet en neemt u contact op met FUJIFILM SonoSite of uw plaatselijke vertegenwoordiger.
Dit kan ertoe leiden dat oplossing in het systeem lekt, waardoor het systeem beschadigd raakt en de garantie vervalt. Gebruik uitsluitend door FUJIFILM SonoSite aanbevolen reinigingsmiddelen en desinfectiemiddelen. Het gebruik van een niet-aanbevolen desinfecterende Let op oplossing of een onjuiste oplossingssterkte kan het systeem en de transducer beschadigen of doen verkleuren en doet de garantie teniet.
Pagina 117
Het systeem en de transducer reinigen en desinfecteren 1 Schakel het systeem uit door op de aan/uit-knop te drukken. 2 Haal het netsnoer uit het stopcontact. 3 Verwijder de transducerhuls, indien van toepassing. 4 Koppel de transducer los van het systeem. Berg de transducer tijdelijk op in een omgeving waar deze geen schone apparatuur of oppervlakken kan besmetten terwijl u het ultrasone systeem reinigt.
Pagina 118
Bij tekenen van beschadiging mag de transducer niet worden gebruikt. Als dit niet het geval is, neemt u contact op met FUJIFILM SonoSite of uw plaatselijke vertegenwoordiger. Het systeem en de transducer op hoog niveau reinigen en desinfecteren (niet-kritiek gebruik)
De transducer bewaren De transducer bewaren 1 Zorg dat de transducer is gereinigd en gedesinfecteerd zoals aangegeven in dit hoofdstuk. 2 Bewaar de transducer zo dat deze vrij en verticaal hangt en neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht: Bewaar de transducer uit de buurt van verontreinigde transducers. Bewaar de transducer in een veilige omgeving met een goede luchtstroom.
De transducer transporteren Tijdens het transporteren van de transducer dient u voorzorgsmaatregelen te nemen om de transducer tegen beschadiging te beschermen en kruisbesmetting te voorkomen. Gebruik een container die is goedgekeurd door uw organisatie. Een vervuilde transducer voor reiniging transporteren Een vervuilde transducer is een transducer die verontreinigd is geraakt en moet worden gereinigd voordat deze in een onderzoek kan worden gebruikt.
FUJIFILM SonoSite. Als u de transducer terugstuurt naar FUJIFILM SonoSite, documenteer de desinfectie dan op een 'Verklaring van reiniging' en bevestig deze aan de verpakkingslijst. 1 Plaats de transducer in de transportcontainer en sluit deze af. Zorg dat er geen onderdeel van de transducer uit de container steekt.
3 Meng de desinfectieoplossing die compatibel is met het accessoire, waarbij u de instructies op het label van de fabrikant opvolgt voor de sterkte van de oplossing en de duur van het contact van het desinfectiemiddel. Raadpleeg het document met reinigingsmiddelen en desinfectiemiddelen dat beschikbaar is op www.sonosite.com.
Pagina 123
De ECG-kabel steriliseren Gebruik geen autoclaaf, gammastraling of stoom om de ECG-kabel te steriliseren. Let op Steriliseer de ECG-kabels alleen indien nodig om beschadiging te voorkomen. Vervang alle kabels na tien sterilisatiecycli. 1 Steriliseer de ECG-kabels met behulp van sterilisatiemethoden die ethyleenoxide (EtO) gebruiken. 2 Belucht de kabels om de ethyleenoxide te verwijderen.
Veiligheid Dit hoofdstuk bevat informatie die wordt vereist door regelgevende instanties, waaronder elektrische en klinische veiligheidswaarschuwingen, elektromagnetische compatibiliteit en labels. Deze informatie is van toepassing op het ultrasone systeem, de transducer, accessoires en randapparatuur. Ergonomische veiligheid Deze richtlijnen voor gezond scannen zijn bedoeld om u te helpen uw ultrasone systeem comfortabel en effectief te gebruiken.
Hoewel onderzoekers geen definitieve antwoorden kunnen geven op veel vragen over SSA's, wordt algemeen aangenomen dat bepaalde factoren zijn gekoppeld aan het optreden van SSA's, zoals reeds aanwezige medische en fysieke omstandigheden, algehele gezondheid, WAARSCHUWING apparatuur en lichaamshouding tijdens werkzaamheden, frequentie van werk, duur van werk en andere fysieke activiteiten die het begin van SSA's kunnen vergemakkelijken .
Stimuleer comfortabele houdingen voor schouders en armen Houd uw ellebogen dicht bij uw zij. Ontspan uw schouders in een horizontale positie. Ondersteun uw arm met een ondersteuningskussen of laat uw arm op het bed rusten. Stimuleer comfortabele houdingen voor handen, polsen en vingers Houd de transducer lichtjes in uw vingers vast.
Toegepaste onderdelen van het Ultrasone transducers type BF IPX-7 (waterdichte apparatuur) Ultrasone transducers Voeding ultrasoon systeem, SonoSite SII-standaard en randappa- Niet AP/APG ratuur. De apparatuur is niet geschikt voor gebruik in de aanwe- zigheid van anaesthetica. Elektrische veiligheid Dit systeem voldoet aan de vereisten van EN60601-1 voor inwendig gevoede apparatuur van klasse I en veiligheidsvereisten voor geïsoleerde patiëntverbindingen van het type BF.
Pagina 129
”Probleemoplossing en onderhoud” op pagina 97. Gebruik uitsluitend accessoires en randapparatuur die door FUJIFILM SonoSite wordt aanbevolen, inclusief de voeding. Als u accessoires en randapparatuur aansluit die niet door FUJIFILM SonoSite worden aangeraden, kan dit leiden tot een elektrische schok. Neem...
Gebruik het systeem niet als er een foutmelding verschijnt op het beelddisplay: noteer de foutcode, neem telefonisch contact op met FUJIFILM SonoSite of uw plaatselijke vertegenwoordiger. Schakel het systeem uit door de aan/uit-knop in Let op te drukken en ingedrukt te houden totdat het systeem wordt uitgeschakeld.
Neem contact op met Let op FUJIFILM SonoSite of uw plaatselijke vertegenwoordiger als u vragen hebt over de accu. Gebruik uitsluitend FUJIFILM SonoSite-accu's.
FUJIFILM SonoSite wordt aanbevolen om het risico van verhoogde elektromagnetische emissies of verminderde immuniteit te voorkomen. Het aansluiten van accessoires en randapparatuur die niet door FUJIFILM SonoSite worden aangeraden, kan leiden tot een storing in uw WAARSCHUWING ultrasone systeem of andere medische elektrische apparatuur in uw omgeving.
Pagina 133
Voor medische elektrische apparatuur zijn speciale voorzorgsmaatre- gelen wat betreft EMC vereist en deze apparatuur dient volgens deze instructies te worden geplaatst en bediend. Draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur kan invloed hebben op het ultrasone systeem. Elektromagnetische interferentie (EMI) van andere apparatuur of interfererende bronnen kan de werking van het ultrasone systeem onderbreken.
Draadloze overdracht Het SonoSite Edge II ultrasone systeem bevat een IEEE 802.11-zender die ISM-frequentiebanden gebruikt van 2,412 tot 2,484GHz en twee transmissiemethodes implementeert: IEEE 802.11b met Complementary Code Keying (CCK), Differential Quaternary Phase Shift Keying (DQPSK) en Differential Binary Phase Shift Keying (DBPSK) bij 16 dB IEEE 802.11g met Orthogonal Frequency Division Multiplexing (OFDM) 13 dBm Elektrostatische ontlading Elektrostatische ontlading (ESD), of statische schok, is een natuurlijk fenomeen.
Pagina 135
Tenzij u ESD-voorzorgsmaatregelen volgt, dient u de pennen (contacten) of connectors met een label van ESD-gevoelige apparaten niet aan te raken (met het lichaam of draagbaar gereedschap) en hiermee geen verbinding te maken: Label voor elektrostatisch gevoelige apparatuur Pennen (contacten) op de transducer Pennen (contacten) op het systeem...
Scheidingsafstand Het SonoSite SII ultrasone systeem is bedoeld voor gebruik in een elektromagnetische omgeving waarin de uitgestraalde radiofrequente storingen worden beheerst. De klant of gebruiker van het SonoSite SII ultrasone systeem kan helpen om elektromagnetische storing te voorkomen door een minimale afstand aan te houden...
Compatibele accessoires en randapparatuur FUJIFILM SonoSite heeft het SonoSite SII ultrasone systeem met de volgende accessoires en randapparatuur getest en heeft de naleving van de vereisten van IEC 60601-1-2:2007 aangetoond. U kunt deze FUJIFILM SonoSite-accessoires en randapparatuur van derden gebruiken met het SonoSite SII ultrasone systeem.
Pagina 138
Tabel 9-2: Accessoires en randapparatuur die compatibel zijn met het SonoSite SII ultrasone systeem (Vervolg) Beschrijving Maximale kabellengte Accu PowerPack Zwart-witprinter Voedingskabel zwart-witprinter Besturingskabel zwart-witprinter 1,8 m Videokabel zwart-witprinter 1,9 m SonoSite SII-standaard Voedingskabel (systeem) Voedingsbron met DC-kabel Voedingsbron met AC-kabel...
Tabel 9-3: Verklaring van de fabrikant - Elektromagnetische emissies Emissietest Naleving Elektromagnetische omgeving RF-emissies Groep 1 Het SonoSite SII ultrasone systeem ClSPR 11 gebruikt alleen RF-energie voor de interne werking. De RF-emissie is daarom zeer gering en het is onwaarschijnlijk dat deze storing...
Pagina 140
Als de gebruiker van 0,5 cyclus 0,5 cyclus in de stroomtoe- het FUJIFILM SonoSite ultrasone 40% U 40% U voerlijnen systeem vereist dat het systeem ook (60% daling in U (60% daling in U IEC 61000-4-11...
Pagina 141
3 A/m 3 A/m Als vertekeningen van het beeld netfrequentie optreden, kan het noodzakelijk zijn om opgewekt het FUJIFILM SonoSite ultrasone magnetisch veld systeem verder van de bronnen van IEC 61000-4-8 door netfrequentie opgewekte magnetische velden te verplaatsen of magnetische afscherming te plaatsen.
Voor het vaststellen van de elektromagnetische omgeving door vaste RF-zenders dient een elektromagnetisch locatieonderzoek te worden overwogen. Wanneer op de gebruikslocatie van het FUJIFILM SonoSite ultrasone systeem de gemeten veldsterkte het bovenvermelde van toepassing zijnde radiofrequente compliantieniveau overschrijdt, dient te worden gecontroleerd of het FUJIFILM SonoSite ultrasone systeem normaal werkt.
Vereisten voor immuniteitstests Het SonoSite SII ultrasone systeem voldoet aan de vereisten voor essentiële prestaties die worden vermeld in IEC 60601-1-2 en IEC 60601-2-37. Resultaten van immuniteitstests tonen dat het SonoSite SII ultrasone systeem voldoet aan deze vereisten en vrij is van het volgende: Ruis op een golfvorm, artefacten op of vertekeningen van een beeld of fouten in een weergegeven...
Pagina 144
Symbool Definitie Apparaat van klasse 1 dat moet worden geverifieerd door het betreffende orgaan voor sterilisatie- of metingsfuncties of apparaat van klasse IIa, IIb of III dat moet worden geverifieerd of gecontroleerd door het betreffende orgaan volgens van toepassing zijnde bijlage(n) van 93/42/EEC Let op, raadpleeg de gebruikershandleiding Apparaat voldoet aan de relevante Australische regelgevingen voor elektronische apparatuur.
Pagina 145
Symbool Definitie Niet nat laten worden Niet meer dan 2 hoog stapelen. Niet meer dan 5 hoog stapelen. Niet meer dan 10 hoog stapelen. Elektrostatisch gevoelige apparatuur Apparaat voldoet aan de relevante FCC-regelgevingen voor elektronische apparatuur. Breekbaar STERILE R Gesteriliseerd met bestraling. Heet Enkel gebruik binnenshuis Niet-ioniserende straling...
Pagina 146
Transducer voorzichtig hanteren. Om kantelen te voorkomen, mag u het systeem niet verplaatsen met de hendel aan de voorkant van het SonoSite SII ultrasone systeem. Wanneer u het systeem verplaatst, duwt u de standaard met de tray. Toegepast onderdeel type van het type BF...
Connect Only WARNING: Sluit uitsluitend Accessories and accessoires en randapparatuur aan Peripherals Aanbevolen door FUJIFILM SonoSite Recommended by FUJIFILM SonoSite Specificaties Dit hoofdstuk bevat specificaties en normen voor het systeem en de accessoires. De specificaties voor de aanbevolen randapparatuur staan in de instructies van de fabrikant.
Ondersteunde transducers Tabel 9-5: Ondersteunde transducers Beschrijving Maximale kabellengte C11x-transducer 1,8 m rC60xi-transducer standaard/versterkt 1,7 m HFL38xi-transducer 1,7 m HFL50x-transducer 1,7 m HSL25x-transducer 2,4 m ICTx-transducer 1,7 m L25x-transducer 2,3 m L38xi-transducer standaard/versterkt 1,7 m L52x-transducer 2,4 m P10x-transducer 1,8 m P11x-transducer 2,0 m rP19x-transducer standaard/versterkt...
Accessoires De volgende items worden meegeleverd of zijn beschikbaar voor gebruik op het ultrasone systeem. Accu Biopsiegeleider Education Key Mobiel dockingsysteem Naaldgeleider Voedingsbron PDAS Image Manager Netsnoer voor het systeem (3,1 m) SonoRemote-bediening Randapparatuur Randapparatuur omvat producten van medische kwaliteit (conform de vereisten van EN60601-1) en van een niet-medische (commerciële) kwaliteit.
Omgevingslimieten De limieten voor temperatuur, druk en vochtigheid zijn alleen van toepassing op Opmerking het ultrasone systeem, de transducers en de accu. Gebruik (systeem, accu en transducer) 10 – 40 °C, 15 – 95% RV 700 tot 1060 hPa (0,7 tot 1,05 ATM) ...
Sectie 21.0 Emissie van radiofrequentie-energie, categorie B. 118. DICOM-norm Het systeem voldoet aan de DICOM-norm zoals wordt gespecificeerd in de SonoSite Edge II, SonoSite SII DICOM- conformiteitsverklaring, die beschikbaar is op www.sonosite.com. Dit Statement biedt informatie over het doel, de kenmerken, de configuratie en de specificaties van de netwerkverbindingen die door het systeem worden ondersteund.
Akoestisch vermogen Dit hoofdstuk bevat informatie die wordt vereist door regelgevende instanties inclusief informatie over het ALARA-principe (As Low As Reasonably Achievable, zo laag als redelijkerwijs mogelijk is), de vermogensweergavenorm en tabellen voor akoestisch vermogen en akoestische intensiteit, en andere veiligheidsinformatie. Deze informatie is van toepassing op het ultrasone systeem, de transducer, accessoires en randapparatuur.
ALARA-principe toepassen De beeldvormingsmodus van het systeem, die door de gebruiker van het ultrasone systeem wordt geselecteerd, wordt bepaald door de vereiste diagnostische informatie. 2D-beeldvorming levert anatomische informatie; CPD-beeldvorming biedt informatie over de energie of amplitudesterkte van het Doppler-signaal in de loop van de tijd op een bepaalde anatomische locatie en wordt gebruikt om de aanwezigheid van bloedstroom te detecteren;...
Indirecte bedieningselementen De bedieningselementen die vermogen indirect beïnvloeden zijn bedieningselementen waarmee de beeldvormingsmodus, stilzetten en diepte worden geregeld. De beeldvormingsmodus bepaalt de aard van de ultrasoonbundel. Weefselverzwakking houdt direct verband met de transducerfrequentie. Hoe hoger de PRF (pulsherhalingsfrequentie), hoe meer pulsen er gedurende een periode worden afgegeven. Ontvangerbedieningselementen De ontvangerbedieningselementen zijn de bedieningselementen voor versterking.
Pagina 156
Tabel 10-1: Richtlijnen voor het verminderen van MI Transducer Diepte C11x rC60xi standaard/versterkt HFL38xi HFL50x HSL25x ICTx L25x L38xi standaard/versterkt P10x rP19x standaard/versterkt Verminder of verlaag de instelling van de parameter om MI te verminderen. Vergroot of verhoog de instelling van de parameter om MI te verminderen. Richtlijnen voor het verminderen van MI en TI...
Pagina 157
Tabel 10-2: Richtlijnen voor het verminderen van TI CPD-instellingen Transducer Breedte Hoogte Diepte Optimali- Diepte seren C11x rC60xi standaard/ versterkt HFL38xi HFL50x HSL25x Onderzoek ICTx L25x L38xi standaard/ versterkt P10x rP19x standaard/ versterkt Verminder of verlaag de instelling van de parameter om TI te verminderen. Vergroot of verhoog de instelling van de parameter om TI te verminderen.
Om de TI juist weer te geven en te voldoen aan het ALARA-principe, selecteert de gebruiker een geschikte TI op basis van het specifieke onderzoek dat wordt uitgevoerd. FUJIFILM SonoSite levert een exemplaar van AIUM Medical Ultrasound Safety (Veiligheid van medische ultrasone toepassingen) die richtlijnen bevat om te bepalen welke TI geschikt is.
Om de TI juist weer te geven en te voldoen aan het ALARA-principe, selecteert de gebruiker een geschikte TI op basis van het specifieke onderzoek dat wordt uitgevoerd. FUJIFILM SonoSite levert een exemplaar van AIUM Medical Ultrasound Safety (Veiligheid van medische ultrasone toepassingen) die richtlijnen bevat om te bepalen welke TI geschikt is.
Factoren die bijdragen aan onzekerheid van de weergave De netto onzekerheid van de weergegeven indices wordt afgeleid door de gekwantificeerde onzekerheid uit drie bronnen te combineren: meetonzekerheid, systeem- en transducersvariabiliteit en gemaakte engineering-aannames en -schattingen bij het berekenen van de weergegeven waarden. Meetfouten van de akoestische parameters bij het opnemen van referentiegegevens zijn de grootste foutenbron die bijdraagt aan de onzekerheid van de weergave.
Stijging van de oppervlaktetemperatuur van de transducer Tabel 10-4 Tabel 10-5 wordt de gemeten stijging van de oppervlaktetemperatuur ten opzichte van de ± omgevingstemperatuur (23 °C 3 °C) van transducers vermeld die worden gebruikt op het ultrasone systeem. De temperaturen werden gemeten conform EN 60601-2-37, sectie 42, met bedieningselementen en instellingen zo ingesteld dat er maximale temperaturen ontstonden.
In Situ-intensiteit, verminderde intensiteit en waterwaarde-intensiteit Alle intensiteitsparameters worden in water gemeten. Omdat water geen akoestische energie absorbeert, vertegenwoordigen deze watermetingen een slechtst mogelijke waarde. Biologisch weefsel absorbeert akoestische energie. De werkelijke waarde van de intensiteit op een punt is afhankelijk van de hoeveelheid, het type weefsel en de frequentie van het ultrasone geluid dat door het weefsel gaat.
Weefselmodellen en apparatuuronderzoek Weefselmodellen zijn nodig om verzwakking en akoestische blootstellingsniveaus In Situ te schatten op basis van metingen van akoestisch vermogen in water. Momenteel kunnen beschikbare modellen beperkt zijn qua nauwkeurigheid vanwege verschillende weefselpaden tijdens diagnostische blootstelling aan ultrageluid en onzekerheden in de akoestische eigenschappen van zachte weefsels.
Tabellen voor akoestisch vermogen De tabellen van akoestisch vermogen, te beginnen met Tabel 10-6 en eindigend met Tabel 10-31, geven het akoestische vermogen voor systeem- en transducercombinaties met een TI of MI gelijk aan of groter dan één. Deze tabellen zijn ingedeeld op transducermodel en beeldvormingsmodus. Raadpleeg ”Terminologie in de tabellen met akoestisch vermogen”...
Tabel 10-6: Transducermodel: rC60xi standaard/versterkt Bedieningsmodus: Zonder scan Indexlabel M.I. Zonder Scan <1 scan >1 aprt aprt Algemene maximale indexwaarde (MPa) 2,31 (mW) min van [W ), I (mW) TA.3 (cm) (cm) (cm) z@PII (cm) .3max (cm) (MHz) 2,36 Dim. van A X (cm) aprt Y (cm)
Pagina 166
Tabel 10-7: Transducermodel: rC60xi standaard/versterkt Bedieningsmodus: CPD/kleur Zonder scan Indexlabel M.I. Zonder Scan <1 A scan >1 aprt aprt Algemene maximale indexwaarde (MPa) 2,21 (mW) 107,5 min van [W ), I (mW) TA.3 (cm) (cm) (cm) z@PII (cm) .3max (cm) (MHz) 2,22 2,21...
Pagina 167
Tabel 10-8: Transducermodel: rC60xi standaard/versterkt Bedieningsmodus: M Mode Zonder scan Indexlabel M.I. Zonder Scan <1 scan >1 aprt aprt Algemene maximale indexwaarde (MPa) 2,18 (mW) 69,8 min van [W ), I (mW) TA.3 (cm) (cm) (cm) 4,20 z@PII (cm) .3max (cm) 0,69 (MHz) 2,66...
Pagina 168
Tabel 10-9: Transducermodel: HFL38xi Bedieningsmodus: Zonder scan Indexlabel Zonder Scan <1 scan >1 aprt aprt Algemene maximale indexwaarde (MPa) 3,05 (mW) min van [W ), I (mW) TA.3 (cm) (cm) (cm) z@PII (cm) .3max (cm) (cm) 5,36 (MHz) Dim. van A X (cm) aprt Y (cm)
Tabel 10-10: Transducermodel: HFL38xi Bedieningsmodus: M-mode Zonder scan Indexlabel Zonder Scan <1 scan >1 aprt aprt Algemene maximale indexwaarde (MPa) 3,14 (mW) min van [W ), I (mW) TA.3 (cm) (cm) (cm) z@PII (cm) .3max (cm) (cm) 6,75 (MHz) X (cm) Dim.
Pagina 170
Tabel 10-11: Transducermodel: HFL38xi Bedieningsmodus: CPD/kleur Zonder scan Indexlabel Zonder Scan <1 scan >1 aprt aprt Algemene maximale indexwaarde (MPa) 3,05 (mW) min van [W ), I (mW) TA.3 (cm) (cm) (cm) z@PII (cm) .3max (cm) (MHz) 5,36 X (cm) Dim.
Pagina 171
Tabel 10-12: Transducermodel: HFL50x Bedieningsmodus: 2D Zonder scan Indexlabel Zonder Scan <1 scan >1 aprt aprt Algemene maximale indexwaarde (MPa) 3,051 (mW) min van [W ), I (mW) TA.3 (cm) (cm) (cm) z@PII (cm) .3max (cm) (MHz) 5,36 X (cm) Dim.
Pagina 172
Tabel 10-13: Transducermodel: HFL50x Bedieningsmodus: M Mode Zonder scan Indexlabel M.I. Zonder Scan <1 scan >1 aprt aprt Algemene maximale indexwaarde (MPa) 3,14 (mW) min van [W ), I (mW) TA.3 (cm) (cm) (cm) (cm) (MHz) 6,75 X (cm) Dim. van A aprt Y (cm) (μsec)
Pagina 173
Tabel 10-14: Transducermodel: HFL50x Bedieningsmodus: CPD/kleur Zonder scan Indexlabel M.I. Zonder Scan <1 scan >1 aprt aprt Algemene maximale indexwaarde (MPa) 3,05 (mW) min van [W ), I (mW) TA.3 (cm) (cm) (cm) (cm) (MHz) 5,36 X (cm) Dim. van A aprt Y (cm) (μsec)
Pagina 174
Tabel 10-15: Transducermodel: HSL25x Bedieningsmodus: Zonder scan Indexlabel M.I. Zonder Scan <1 scan >1 aprt aprt Algemene maximale indexwaarde (MPa) 2,87 (mW) min van [W ), I (mW) TA.3 (cm) (cm) (cm) (cm) (MHz) 6,11 X (cm) Dim. van A aprt Y (cm) (μsec)
Pagina 175
Tabel 10-16: Transducermodel: HSL25x Bedieningsmodus: CPD/kleur Zonder scan Indexlabel M.I. Zonder Scan <1 scan >1 aprt aprt Algemene maximale indexwaarde (MPa) 2,35 (mW) min van [W ), I (mW) TA.3 (cm) (cm) (cm) z@PII (cm) .3max (cm) (MHz) 6,11 X (cm) Dim.
Pagina 176
Tabel 10-17: Transducermodel: HSL25x oftalmologisch gebruik Bedieningsmodus: Zonder scan Indexlabel M.I. Zonder Scan <1 scan >1 aprt aprt Algemene maximale indexwaarde 0,17 0,02 (MPa) 0,47 (mW) 0,70 min van [W ), I (mW) TA.3 (cm) (cm) (cm) z@PII (cm) .3max (cm) (MHz) 7,65...
Pagina 177
Tabel 10-18: Transducermodel: HSL25x oftalmologisch gebruik Bedieningsmodus: M-mode Zonder scan Indexlabel M.I. Zonder Scan <1 scan >1 aprt aprt Algemene maximale indexwaarde 0,17 0,01 0,02 (MPa) 0,47 (mW) 0,45 0,45 min van [W ), I (mW) TA.3 (cm) (cm) (cm) 0,85 z@PII (cm)
Pagina 178
Tabel 10-19: Transducermodel: HSL25x oftalmologisch gebruik Bedieningsmodus: CPD/kleur Zonder scan Indexlabel M.I. Zonder Scan <1 A scan >1 aprt aprt Algemene maximale indexwaarde 0,17 0,06 (MPa) 0,42 (mW) min van [W ), I (mW) TA.3 (cm) (cm) (cm) z@PII (cm) .3max (cm) (MHz)
Pagina 179
Tabel 10-20: Transducermodel: L25x Bedieningsmodus: Zonder scan Indexlabel M.I. Zonder Scan ≤1 scan >1 aprt aprt Algemene maximale indexwaarde (MPa) 2,87 (mW) min van [W ), I (mW) TA.3 (cm) (cm) (cm) (cm) (MHz) 6,11 X (cm) Dim. van A aprt Y (cm) (μsec)
Pagina 180
Tabel 10-21: Transducermodel: L25x Bedieningsmodus: CPD/kleur Zonder scan Indexlabel M.I. Zonder Scan <1 scan >1 aprt aprt Algemene maximale indexwaarde (MPa) 2,35 (mW) min van [W ), I (mW) TA.3 (cm) (cm) (cm) z@PII (cm) .3max (cm) (MHz) 6,11 X (cm) Dim.
Pagina 181
Tabel 10-22: Transducermodel: L25x oftalmologisch gebruik Bedieningsmodus: Zonder scan Indexlabel M.I. Zonder Scan <1 scan >1 aprt aprt Algemene maximale indexwaarde 0,17 0,02 (MPa) 0,47 (mW) 0,70 min van [W ), I (mW) TA.3 (cm) (cm) (cm) z@PII .3max (cm) (MHz) 7,65 6,97...
Pagina 182
Tabel 10-23: Transducermodel: L25x oftalmologisch gebruik Bedieningsmodus: M-mode Zonder scan Indexlabel M.I. Zonder Scan <1 scan >1 aprt aprt Algemene maximale indexwaarde 0,17 0,01 0,02 (MPa) 0,47 (mW) 0,45 0,45 min van [W ), I (mW) TA.3 (cm) (cm) (cm) 0,85 z@PII (cm)
Pagina 183
Tabel 10-24: Transducermodel: L25x oftalmologisch gebruik Bedieningsmodus: CPD/kleur Zonder scan Indexlabel M.I. Zonder Scan <1 A scan >1 aprt aprt Algemene maximale indexwaarde 0,17 0,06 (MPa) 0,42 (mW) min van [W ), I (mW) TA.3 (cm) (cm) (cm) z@PII .3max (cm) (MHz) 6,11...
Pagina 184
Tabel 10-25: Transducermodel: L38xi standaard/versterkt Bedieningsmodus: Zonder scan Indexlabel M.I. Zonder Scan <1 scan >1 aprt aprt Algemene maximale indexwaarde (MPa) 3,30 (mW) min van [W ), I (mW) TA.3 (cm) (cm) (cm) z@PII (cm) .3max (cm) (MHz) 4,82 X (cm) Dim.
Pagina 185
Tabel 10-26: Transducermodel: 38xi standaard/versterkt Bedieningsmodus: M-mode Zonder scan Indexlabel M.I. Zonder Scan <1 scan >1 aprt aprt Algemene maximale indexwaarde (MPa) 3,54 (mW) 37,1 min van [W ), I (mW) TA.3 (cm) (cm) (cm) 0,90 z@PII (cm) .3max (cm) 0,49 (MHz) 5,76...
Pagina 186
Tabel 10-27: Transducermodel: L38xi standaard/versterkt Bedieningsmodus: CPD/kleur Zonder scan Indexlabel M.I. Zonder Scan <1 A scan >1 aprt aprt Algemene maximale indexwaarde (MPa) 3,30 (mW) 49,0 min van [W (mW) TA.3 (cm) (cm) (cm) z@PII (cm) .3max (cm) (MHz) 4,82 X (cm) 0,54 Dim.
Pagina 187
Tabel 10-28: Transducermodel: P10x Bedieningsmodus: CPD/kleur Zonder scan Indexlabel M.I. Zonder Scan <1 A scan >1 aprt aprt Algemene maximale indexwaarde (MPa) (mW) 42,2 min van [W (mW) TA.3 (cm) (cm) (cm) z@PII (cm) .3max (cm) (MHz) 3,89 X (cm) 0,99 Dim.
Pagina 188
Tabel 10-29: Transducermodel: rP19x standaard/versterkt Bedieningsmodus: Zonder scan Indexlabel M.I. Zonder Scan <1 scan >1 aprt aprt Algemene maximale indexwaarde (MPa) 2,10 (mW) 96,1 177,8 min van [W ), I (mW) TA.3 (cm) (cm) (cm) z@PII (cm) .3max (cm) (MHz) 1,99 2,08 1,53...
Pagina 189
Tabel 10-30: Transducermodel: rP19x standaard/versterkt Bedieningsmodus: M Mode Zonder scan Indexlabel M.I. Zonder Scan <1 scan >1 aprt aprt Algemene maximale indexwaarde (MPa) 2,10 (mW) 55,0 62,1 min van [W ), I (mW) TA.3 (cm) (cm) (cm) 4,33 z@PII (cm) .3max (cm) 0,43...
Pagina 190
Tabel 10-31: Transducermodel: rP19x standaard/versterkt Bedieningsmodus: CPD/kleur Zonder scan Indexlabel M.I. Zonder Scan <1 A scan >1 aprt aprt Algemene maximale indexwaarde (MPa) 2,10 (mW) 115,6 170,5 min van [W (mW) TA.3 (cm) (cm) (cm) z@PII (cm) .3max (cm) (MHz) 1,99 2,14 2,12...
Terminologie in de tabellen met akoestisch vermogen Tabel 10-32: Terminologie in de tabellen met akoestisch vermogen Term Definitie Verminderde temporaalgemiddelde spatiële-piekintensiteit (ISPTA) in eenheden van Ispta.3 milliwatt/cm Van toepassing zijnde thermische index voor de transducer, de beeldvormingsmodus TI-type en het onderzoekstype. Waarde van thermische index voor de transducer, de beeldvormingsmodus en het TI-waarde onderzoekstype.
Pagina 192
Tabel 10-32: Terminologie in de tabellen met akoestisch vermogen Term Definitie Voor MI, de axiale afstand waarbij p wordt gemeten. Voor TIB, de axiale afstand in centimeter waarbij TIB een globaal maximum is (bijvoorbeeld, z Equivalente bundeldiameter als functie van axiale afstand z en is gelijk aan ⁄...
Nauwkeurigheid en onzekerheid van akoestische metingen Alle tabelinvoeren zijn verkregen bij dezelfde bedrijfsomstandigheden die aanleiding geven voor de maximale indexwaarde in de eerste kolom van de tabel. Nauwkeurigheid en onzekerheid van metingen voor vermogen, druk, intensiteit en andere hoeveelheden die worden gebruikt om de waarden in de tabel met het akoestisch vermogen af te leiden, worden in de onderstaande tabel weergegeven.
Verklarende woordenlijst Termen Voor termen met betrekking tot ultrageluid die niet staan vermeld in deze verklarende woordenlijst raadpleegt u Recommended Ultrasound Terminology, Second Edition (Aanbevolen terminologie ultrageluid, tweede editie), in 1997 uitgegeven door het American Institute of Ultrasound in Medicine (AIUM).
Pagina 196
mechanische Een indicatie van de waarschijnlijkheid van het optreden van index (MI) biologische effecten: hoe hoger de MI, hoe groter de waarschijnlijkheid van mechanische biologische effecten. Raadpleeg ”Akoestisch vermogen” op pagina 145 voor een completere omschrijving van MI. MI/TI Raadpleeg mechanische index (MI) en thermische index (TI). NTSC National Television Standards Committee.
transducer Een hulpmiddel dat een vorm van energie omzet in een andere vorm van energie. Ultrasone transducers bevatten piëzo-elektrische elementen die, indien ze elektrisch opgewekt worden, akoestische energie uitzenden. Als de akoestische energie wordt overgedragen op het lichaam, verplaatst deze zich totdat deze een scheidingsvlak of een wijziging in weefseleigenschappen tegenkomt.
Pagina 198
Afkortingen in de gebruikersinterface (Vervolg) Afkorting Definitie AI PHT Drukhalfwaardetijd aorta-insufficiëntie Ann D Diameter annulus ANT F Anterieur veraf ANT N Anterieur dichtbij Aorta Diameter aortawortel Apical Apicale weergave Acceleratietijd (deceleratietijd) Gemiddelde ultrasone leeftijd Berekend door het gemiddelde te nemen van de afzonderlijke ultrasone leeftijd voor de metingen van de biometrie van de foetus die tijdens het onderzoek zijn uitgevoerd.
Pagina 199
Afkortingen in de gebruikersinterface (Vervolg) Afkorting Definitie Continuous Wave Doppler CxLen Lengte cervix Diameter D Apical Afstand apicaal DCCA Distale arteria carotis communis DECA Distale arteria carotis externa DICA Distale arteria carotis interna Dist Distaal dP:dT Deltadruk: deltatijd Pieksnelheid E-golf E PG Piekdrukgradiënt E-golf E:A-verhouding...
Pagina 200
Afkortingen in de gebruikersinterface (Vervolg) Afkorting Definitie Geschat gewicht foetus Berekend aan de hand van de metingen die tijdens het onderzoek zijn uitgevoerd. De metingen die zijn gebruikt om EFW te bepalen, worden gedefinieerd door de huidige geselecteerde auteur voor het berekenen van EFW.
Pagina 201
Afkortingen in de gebruikersinterface (Vervolg) Afkorting Definitie Kleine lichaamsdelen Linkeratrium LA/Ao Verhouding linkeratrium/aorta Lat V Lateraal ventrikel Laatste menstruatieperiode De eerste dag van de laatste menstruatieperiode. Gebruikt om de zwangerschapsleeftijd en EDD te berekenen. LMPd Afgeleide laatste menstruatieperiode Berekend met de door de gebruiker ingevoerde Estab. DD. Linkerventrikel LV-massa Massa linkerventrikel...
Pagina 202
Afkortingen in de gebruikersinterface (Vervolg) Afkorting Definitie LVPWFT Fractionele verdikking achterwand linkerventrikel LVPWs Achterwand linkerventrikel systolisch Linkerventrikel systolisch SonoMB Mechanische index M-mode MR PISA Terugstroming mitralisklep, oppervlakte van proximaal gebied waarin de snelheid gelijk is MR/VTI Terugstroming mitralisklep/snelheid-tijdsintegraal Mitralisklep MV-oppervlakte Oppervlakte mitralisklep MV -snelheid Snelheid mitralisklep...
Pagina 203
Afkortingen in de gebruikersinterface (Vervolg) Afkorting Definitie Drukgradiënt Drukhalfwaardetijd Pulsatiliteitsindex PICA Proximale arteria carotis interna PISA Oppervlakte van proximaal gebied waarin de snelheid gelijk is Pulsherhalingsfrequentie Systolische pieksnelheid Pulmonalisklep Pulsed Wave Doppler Qp/Qs Pulmonale bloedstroom gedeeld door de systemische bloedstroom Rechteratrium (druk) Weerstandsindex Afmeting rechterventrikel...
Pagina 204
Afkortingen in de gebruikersinterface (Vervolg) Afkorting Definitie Transcerebellaire diameter (verloskundige meting) Transcraniale Doppler (onderzoekstype) Tissue Doppler Imaging Tissue Harmonic Imaging Thermische index TRmax Terugstroming tricuspidalis (pieksnelheid) Tricuspidalisklep Oppervlakte tricuspidalisklep Ultrasone leeftijd Berekend op basis van gemiddelde berekeningen uitgevoerd voor een bepaalde foetale biometrie. Arteria vertebralis VArty Arteria vertebralis...