4. Ingebruikname en bediening
Eerste ingebruikname
Let erop dat de levensduur en de be-
drijfsveiligheid van de motor sterk afhan-
kelijk is van de inrijperiode. Laat een kou-
de motor altijd eerste enkele minuten
warm worden en laat de motor niet di-
rect op volle toeren draaien.
Onderhoud het filter goed en zorg voor
schone brandstof. Gebruik alleen merk-
benzine.
Let op: gedurende de eerste 20 bedrijfs-
uren (inrijperiode) mag de motor niet vol
belast worden.
Let op: motor wordt vanuit
I
de fabriek zonder motorolie
geleverd!
Vul motorolie bij voordat
de machine in gebruik
wordt genomen!
Zet de veegmachine zo neer dat de mo-
tor horizontaal staat. Hoeveelheid olie en
kwaliteit zie technische gegevens. Olie-
peil controleren!
Voor iedere ingebruikname
Motoroliepeil controle:
Olievulafsluitschroef (C/4) uitschroe-
ven.
Oliepeilstok met een schone doek
afvegen en terugplaatsen, niet vast-
schroeven
oliepeilstok weer uitnemen en oliepeil
aflezen, evt. motorolie tot markering 'max.'
bijvullen
Bij lopende motor moet de afsluitplug
altijd op de invulopening zijn vastge-
draaid!
Controleer of er voldoende
brandstof in de tank aanwezig is.
Tank de brandstoftank niet helemaal vol,
de benzine mag niet boven de vulpeilmar-
kering uitkomen. De brandstof zet altijd
nog enigszins uit.
W
Benzine is makkelijk ontvlambaar en
onder bepaalde omstandigheden explo-
sief!
Vermijd open vuur, vonken en hete
motoronderdelen tijdens het bijvullen van
brandstof.
Vul geen brandstof bij in gesloten
ruimtes.
Tank alleen met uitgeschakelde en
afgekoelde motor.
Zorg ervoor dat u geen brandstof
morst, gebruik een passende trechter.
Wanneer toch brandstof is gemorst, dient
voor het starten te worden nagegaan of
de gemorste benzine helemaal is ver-
dampt.
Veegmachine Cleanstar
olieafsluitplug
bovenste vulpeilmarkering
Wees voorzichtig met brand-
stof.
Niet roken tijdens het tanken!
Niet tanken in de omgeving van
open vuur en vonken.
4
27