Voor het zuurstoflimietpercentage (hiervoor wordt op de duikcomputer de aanduiding
OLF gebruikt) wordt alleen de hoogste waarde van de twee berekeningen
weergegeven. De berekeningen voor de zuurstoftoxiciteit zijn gebaseerd op de factoren
die worden vermeld in paragraaf 9.3 'Zuurstofblootstelling'.
6.2.4. Gebruik van meerdere ademgassen en van gasmengsel wisselen
Een van de speciale functies van de Suunto D6 is de mogelijkheid om een extra
nitroxmengsel in te stellen die u tijdens de duik kunt wisselen. U kunt deze functie
activeren door MIX2 in te schakelen en de betreffende parameters in te voeren zoals
u dat voor het eerste gasmengsel hebt gedaan. De instellingen voor Mix 2 blijven
bewaard totdat u ze wijzigt (deze worden niet automatisch op de standaardwaarden
teruggezet). Een duik wordt altijd gestart met MIX1. Tijdens de duik kunt u met de
Suunto D6 overschakelen naar het andere geactiveerde mengsel, mits de ingestelde
maximale partiële zuurstofdruk niet wordt overschreden. De berekening van de
weefselverzadigingsgegevens tijdens de duik vindt plaats op basis van het
geselecteerde mengsel.
Met de Suunto D6 kunt u tijdens de duik van gasmengsel wisselen. U doet dat als
volgt:
WISSELEN VAN GASMENGSEL:
DRUK OP DE KNOPPEN UP/DOWN
OM DOOR DE GEACTIVEERDE
MENGSELS TE BLADEREN. SELECTEER
EEN NIEUW MENGSEL DOOR OP
DE KNOP SELECT TE DRUKKEN.
77