6.1.5. Decompressieduiken
Wanneer de NO DEC TIME (nultijd) is gedaald tot nul minuten, gaat uw duik over in
een decompressieduik. Dit betekent dat u bij terugkeer naar de oppervlakte een of
meer decompressiestops moet maken. De aanduiding NO DEC TIME in de display
wordt vervangen door de aanduiding ASC TIME (opstijgtijd) en er verschijnt een
waarde voor CEILING (decompressieplafond). Een pijl naar boven adviseert u met
opstijgen te beginnen.
Als u tijdens een duik een nultijdlimiet hebt overschreden, geeft de computer de
vereiste decompressiegegevens om veilig te kunnen opstijgen. Na de duik geeft het
apparaat zonodig informatie over de oppervlakte-interval en herhalingsduiken.
De duikcomputer schrijft geen traditionele stops op vaste diepten voor , maar laat u
decompressiestops maken binnen een bereik van variabele diepten (continue
decompressie).
De opstijgtijd (ASC TIME) is de minimaal vereiste tijd om bij een decompressieduik
veilig de oppervlakte te bereiken. Deze tijd omvat:
de vereiste tijd om op te stijgen tot het decompressieplafond bij een opstijgsnelheid
•
van 10 meter per minuut (het decompressieplafond is de geringste diepte tot welke
u moet opstijgen)
•
de vereiste wachttijd bij het decompressieplafond
de vereiste tijd voor de verplichte veiligheidsstop (indien van toepassing)
•
de tijd die nodig is voor het bereiken van de oppervlakte na de laatste
•
decompressie- of veiligheidsstop
67