Bij systemen met meerdere buffertanks wordt naar een verderop in het systeem geïnstalleerde buffertank of buffergebied geschakeld
als de uitschakeltemperatuur S(X) wordt overschreden.
Voorbeeld: als er meerdere buffertanks of buffergebieden zijn geïntegreerd in uw systeem, kunt u voorrang definiëren voor elke sensor
van de buffertank of het buffergebied. De "X" in het menu-item voorrang S(X) geeft de sensor van de betreffende buffertank of buf-
fergebied aan.
De voorrang voor de eerste buffertank moet dus worden ingesteld onder voorrang S2 en voor de tweede opslag onder voorrang S3.
Voorrangstemperatuur
Temperatuurdrempel voor absolute voorrangslading. In systemen met twee buffertanks zal de buffertank met lagere prioriteit niet wor-
den geladen totdat deze temperatuur bij de sensor van de buffertank met hogere prioriteit wordt overschreden.
Laadtijd
Onderbreking of laden naar de buffertank met minder prioriteit. Het laden van de buffertank met minder prioriteit wordt onderbroken na
een instelbare periode om te controleren of de collector een temperatuurniveau heeft bereikt waarbij laden in de buffertank met meer
voorrang mogelijk is. Als dit het geval is, wordt de voorrangsbuffertank geladen. Als dit niet het geval is, wordt de toename gemeten (zie
" Verhoging " op pagina 18), om te controleren of het laden van de voorrangsbuffertank al snel mogelijk zal zijn.
Verhoging
Verlening van de laadpauze als gevolg van een temperatuurstijging. Voor nauwkeurig instellen van laadvoorrangen voor systemen met
meerdere buffertanks wordt de benodigde temperatuurstijging van de collector waarvan de onderbreking van het laden naar de opslag-
tank met een lagere prioriteit met één minuut wordt verlengd, hier ingesteld. De onderbreking wordt verlengd omdat verwacht wordt dat
de temperatuurstijging van de collector het laden van de buffertank met de hogere voorrang al snel mogelijk zal maken. Zodra wordt vol-
daan aan de voorwaarden voor ΔT, wordt de buffertank geladen.
Als de temperatuurstijging daalt tot onder de ingestelde waarde, wordt het laden van de buffertank met lage prioriteit opnieuw inge-
schakeld.
5. Beschermingsfuncties
Systeembescherming
Voorrangsbeveiliging
De systeembescherming dient voor het voorkomen van oververhitting van de in het systeem geïnstalleerde componenten door het gefor-
ceerd uitschakelen van de solarcirculatiepomp. Als de waarde "AS Ton" op de collector gedurende 1 minuut wordt overschreden, wordt
de pomp uitgeschakeld en zal hij niet weer inschakelen om de collector te beschermen tegen bijvoorbeeld stoom. De pomp zal
opnieuw ingeschakeld worden als de temperatuur van de verzamelaar lager is dan "SP Toff".
Met de systeembescherming (aan) zijn er verhoogde stilstandtemperaturen in de solarcollector en dus een verhoogde druk
in het systeem. De bedrijfshandleidingen van de systeemcomponenten moeten in acht worden genomen.
Collectorbescherming
Voorrangsbeveiliging
De collectorbescherming voorkomt dat de collector oververhit raakt. Een gedwongen schakeling van de pomp zorgt ervoor dat de col-
lector wordt gekoeld door de buffertank. Als de waarde "KS Ton" wordt overschreden op de collector wordt de pomp ingeschakeld om
de collector te koelen. De pomp wordt uitgeschakeld als de waarde "KS Toff" op de collector niet wordt gehaald of als de waarde "KS
Tmax Sp." op de buffertank of KS SB Max op het bassin wordt overschreden.
Systeembeveiliging gaat voor collectorbeveiliging! Zelfs als de schakelaarvereisten voor de collectorbescherming aanwezig
zijn, wordt de solarcirculatiepomp uitgeschakeld als "AS T on" is bereikt. Onder normale omstandigheden zijn de waarden
van de systeembescherming (afhankelijk van de maximumtemperatuur van de buffertank of andere componenten) hoger dan
die van de collectorbescherming.
18
De 'Beschermingsfuncties' kunnen worden gebruikt door specialisten om ver-
schillende beschermingsfuncties te activeren en in te stellen.
De regelaar vervangt in geen geval de beveiligingsinrichting op locatie!