Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Temperatuur-Verschil-Controller TDC 3
Montage en bedieningshandleiding
Aandachtig doorlezen voordat u start met van de
montagewerkzaamheden, ingebruikname, en bediening!
SOREL TDC 3
TDC 4
Temperatur-Differenz-Controller
Temperatur-Differenz-Controller

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Sorel TDC 3

  • Pagina 1 Temperatuur-Verschil-Controller TDC 3 Montage en bedieningshandleiding SOREL TDC 3 TDC 4 Temperatur-Differenz-Controller Temperatur-Differenz-Controller Aandachtig doorlezen voordat u start met van de montagewerkzaamheden, ingebruikname, en bediening!
  • Pagina 2: Inhoudsopgave

    Inhoud EC conformiteitsverklaring Instellingen Algemene instructies Tmin S1 Verklaring van de gebruiktesymbolen Tmin S2 Veranderingen aan de controller Tmin S3 Garantie en aansprakelijkheid Tmax S2 Tmax S3 Specifi caties ∆T R1 Over de controller ∆T R2 Leveringsomvang Tset S3 Afvalverwerking en milieubelasting Hysterese Hydraulische varianten 5.10 Voorkeurs voeler...
  • Pagina 3: A.1 Ec Conformiteitsverklaring

    Veiligheids instructies EC conformiteitsverklaring Door de CE markering op de Temperatuur-Verschil-Controller 3, hierna TDC 4 ge- noemd, bevestigd de producent te voldoen aan de onderstaande veiligheids normerin- gen: EC laagspannings richtlijn 73/23/EEC, als aangevuld 93/68/EEC EC electromagnetische compatibiliteits richtlijn 89/336/EEC versie 92/31/EEC versie 93/68/EEC De conformiteit is gecontroleerd, de bijbehorende dokumentatie en de EC verklaring van conformiteit berusten bij de producent.
  • Pagina 4: A.4 Veranderingen Aan De Controller

    Veiligheids instructies Veranderingen aan de controller Het aanbrengen van veranderingen aan de controller kan de werking ver- minderen en de veiligheid in gavaar brengen van het gehele systeem. Gevaar - Zonder schriftelijke toestemming van de producent mogen geen wijzigingen, en/of aan- vullingen aan de controller worden doorgevoerd.
  • Pagina 5: Controller Omschrijving

    Controller omschrijving Specifi caties Electrische specifi caties: Netspanning 230VAC +/- 10% Netfrequentie 50...60Hz Stroomverbruik Geschakeld vermogen Electronisch relais R1 min.20W...max.120W for AC3 Mechanisch relais R2 460VA for AC1 / 185W for AC3 Interne zekering 2A slow-blow 250V Beveiligingstype IP40 Beveiligingsklasse voeler ingangen 3 x Pt1000 Meetbereik...
  • Pagina 6: Controller Beschrijving

    Controller beschrijving Over de controller De Temperatuur Verschil Controller (TDC) stelt u instaat uw zonneboiler of verwar- mings installatie effi cient te besturen.Door de vele functies en zelfverklarende menus- tructuur is de TDC een kwaliteitsproduct. Bij elke stap van het invoer proces wordt een invoer knop aan een functie toegewezen en toegelicht.Het menu bevat heldere bena- mingen, hulpteksten en duidelijk grafi...
  • Pagina 7: B.5 Hydraulische Varianten

    Controller beschrijving Hydraulische varianten In onderstaande schema‘s vindt u slechts een schematische weer- gave van hydraulische varrianten zonder compleetheid te pretenderen. Afhankelijkvan de toepassing zijn aanvullende veiligheide componenten Letop benodigd ( overdukventielen, terugloopventielen, temperatuur beveiligen etc ) de controller kan deze beveiligen niet vervangen T 2xT ...
  • Pagina 8: C.1 Muurinstallatie

    Installatie Muurinstallatie Monteer de controller alleen in ruimtes met omstandigheden conform de specifi catie zoals omschrven in B.1 Letop 1. Schroef de deksel los C.1.1 2. Bovendeel voorzichtig afnemen 3. Leg het bovendeel tijdelijk weg. Let er op dat u de electronica niet aanraakt 4.
  • Pagina 9: C.2 Electrisch Aansluitingen

    Installatie Electrisch aansluitingen Werk alleen aan het de controller waneer er geen stroom opstaat. En controleer dit! Electrische aansluitingen alleen (laten) maken door bevoegde personen Gevaar conform de geldende regelgeving. Geen beschadigde controllers (scheuren od) installeren. De hoogspanningskabel (220volt) separaat houden van de laagspanningska- bels (voeler ) dmv kunststof scheiding.Voer hoogspanning rechts en overige Letop kabels links in de unit.
  • Pagina 10 Installatie 1. Selecteer het benodigde systeemsche- C.2.1 ma (B.5 of Fig. D.1 - D.20) 2. Open de controller zoals beschreven onder C.1. 3. Strip de kabes 55mm max., monteer de draadklemmen en maak de draden over 8-9 mm vrij (Fig. C.2.1) 4.
  • Pagina 11: C.3 Installatie Van De Temperatuur Voeler En

    Installatie Installatie van de temperatuur voeler en De controller werkt met PT1000 temperatuur voeler en waarmee een nauwkeurige meting mogelijk is voor optimale ondertseuning van de besturing. Zonodig kunnen de voeler kabels verlengd worden tot maxiaal 30m, gebruik hier- voor dan kabels met een minimale doorsnede van 0.75mm². Voorkom sluiting in de bedrading Plaats de voeler en nauwkeurig in de te meten omgeving Letop...
  • Pagina 12: Terminal Aansluitschema

    Installatie Terminal aansluitschema Solar met boiler voeler zijde Stroom zijde Laagstroom aansluitingen max. 12VAC/DC in de linkerzijde van het compartiment max. 12V 230VAC Terminal: Aansluiting voor: Gevaar Letop voeler 1 collector voeler 2 boiler voeler 3 (optie) voeler 4 Flow (optioneel) Niet gebruikt 0…10V / PWM (s7.9.2) Niet gebruikt...
  • Pagina 13: Solar Met Bypass

    Installatie Solar met Bypass voeler zijde Stroom zijde Laagstroom aansluitingen max. 12VAC/DC in de linkerzijde van het compartiment max. 12V 230VAC Terminal: Aansluiting voor: Letop Gevaar voeler 1 collector voeler 2 boiler voeler 3 collectorfl ow voeler 4 Flow (optioneel) Niet gebruikt 0…10V / PWM (s7.9.2) Niet gebruikt...
  • Pagina 14 Installatie Solar met 2 zones boiler voeler zijde Stroom zijde Laagstroom aansluitingen max. 12VAC/DC in de linkerzijde van het compartiment max. 12V 230VAC Terminal: Aansluiting voor!: Letop Gevaar voeler 1 collector voeler 2 boiler onder voeler 3 boiler boven voeler 4 Flow (optioneel) Niet gebruikt 0…10V / PWM (s7.9.2) Niet gebruikt...
  • Pagina 15 Installatie Solar 2 coll. (oost/west) voeler zijde Stroom zijde Laagstroom aansluitingen max. 12VAC/DC in de linkerzijde van het compartiment max. 12V 230VAC Terminal: Aansluiting voor: Letop Gevaar voeler 1 collector 1 voeler 2 boiler voeler 3 collector 2 voeler 4 Flow (optioneel) Niet gebruikt 0…10V / PWM (s7.9.2) Niet gebruikt...
  • Pagina 16 Installatie Solar 2 boilers met keuzekraan voeler zijde Stroom zijde max. 12VAC/DC in de linkerzijde van het compartiment Terminal: Aansluiting voor max. 12V 230VAC voeler 1 collector Letop Gevaar voeler 2 boiler 1 voeler 3 boiler 2 voeler 4 Flow (optioneel) Niet gebruikt 0…10V / PWM (s7.9.2) Niet gebruikt...
  • Pagina 17: Solar Met Zwembad En Warmtewisselaar Voeler Zijde

    Installatie D.11 Solar met vervolgboiler /Solar & overheveling warmte voeler zijde Stroom zijde max. 12VAC/DC in de linkerzijde van het compartiment Terminal: Aansluiting voor : max. 12V 230VAC voeler 1 collector Letop Gevaar voeler 2 boiler 1 voeler 3 boiler 2 voeler 4 Flow (optioneel) Niet gebruikt 0…10V / PWM (s7.9.2)
  • Pagina 18 Installatie D.13 Solar boiler/zwembad voeler zijde Stroom zijde Laagstroom aansluitingen max. 12VAC/DC in de linkerzijde van het compartiment max. 12V 230VAC Terminal: Aansluiting voor! Letop Gevaar voeler 1 collector voeler 2 boiler voeler 3 zwembad voeler 4 Flow (optioneel) Niet gebruikt 0…10V / PWM (s7.9.2) Niet gebruikt centraal aarde blok...
  • Pagina 19 Installatie D.15 Solar met boilerafkoeling 2 voeler zijde Stroom zijde Laagstroom aansluitingen max. 12VAC/DC in de linkerzijde van het compartiment max. 12V 230VAC Terminal: Aansluiting voor Letop Gevaar voeler 1 collector voeler 2 opslagtank voeler 3 optioneel voeler 4 Flow (optioneel) Niet gebruikt 0…10V / PWM (s7.9.2) Niet gebruikt...
  • Pagina 20: Solar Met Vastebrandstofketel

    Installatie D.17 Solar met vastebrandstofketel voeler zijde Stroom zijde Laagstroom aansluitingen max. 12VAC/DC in de linkerzijde van het compartiment max. 12V 230VAC Terminal: Aansluiting voor Letop Gevaar voeler 1 collector voeler 2 opslagtank voeler 3 ketel voor vaste brandstof voeler 4 Flow (optioneel) Niet gebruikt 0…10V / PWM (s7.9.2) Niet gebruikt...
  • Pagina 21 Installatie D.19 Universele ΔT regelaar voeler zijde Stroom zijde Laagstroom aansluitingen max. 12VAC/DC in de linkerzijde van het compartiment max. 12V 230VAC Terminal: Aansluiting voor Letop Gevaar voeler 1 (controle) voeler 2 (referentie) voeler 3 (thermostaat) voeler 4 fl ow (optioneel) Niet gebruikt 0…10V / PWM (s7.9.2) Niet gebruikt...
  • Pagina 22 Installation D.21 Solar met warmtewisselaar, klep en 2 lagen boiler voeler zijde Stroom zijde Laagstroom aansluitingen max. 12VAC/DC in de linkerzijde van het compartiment max. 12V 230VAC Terminal: Aansluiting voor Letop Gevaar voeler 1 collector voeler 2 boiler laag voeler 3 boiler hoog voeler 4 Flow Niet gebruikt 0…10V / PWM (s7.9.2)
  • Pagina 23 Installation D.22. Solar met warmtewisselaar, klep en 2 boilers Laagstroom aansluitingen max. 12VAC/DC voeler zijde Stroom zijde in de linkerzijde van het compartiment max. 12V 230VAC Terminal: Aansluiting voor Letop Gevaar voeler 1 collector voeler 2 boiler 1 voeler 3 boiler 2 voeler 4 Flow Niet gebruikt 0…10V / PWM (s7.9.2)
  • Pagina 24: Bediening

    Bediening Display en invoer De controller (1) laat zich met zijn omvangrijke text en grafi sch voorstellingen via display (1)zeer gemakkelijk instellen. De LED (2) ligt groen op als een relais wordt aangeschakeld. De LED (2) ligt rood op zodra de systeem werking uitgeschakeld is .
  • Pagina 25: E.2 Assistentie Bij Ingebruikname

    Bediening Assistentie bij ingebruikname De eerste keer dat de controller wordt opgestart verschijnt de vraag (nadat taal en tijd zijn geselecteerd) of u de systeem waarden met de wizzard of handmatig wilt instellen..De wizzard help u stap voor stap de nodige systeemwaarden in te stellen onderteund door een korte beschijving in het display.
  • Pagina 26: E.4 Menu Indeling En Structuur

    Bediening Menu indeling en structuur De overzicht grafi ek wordt getoond indien gedurende 2 minuten geen invoeren meer worden gedaan of als op “esc” toets. in het hoofdmenu wordt gedrukt gedrukt Door een toets in te drukken komt u in het hoofdmenu hier heeft u de keuze uit de onderstaande mogelijkheden.
  • Pagina 27 Meetwaarden Meetwaarden Menu “1. Meetwaarden” displays de actueel gemeten temperatuur waarden. Dit menu wordt gesloten door op de “esc” toets te drukken of door “verlaatmeetwaarden” te selecteren. De meetwaarden worden door het selecteren van de info toets op het display toegelicht Met.“Overzicht”...
  • Pagina 28: Statistieken

    Statistieken Statistieken Menu “2. Statistieken” wordt gebruikt voor controle en monitoring van het systeem op langere termijn. De beschikbare sub- menu’s zijn onder 7.1-7.6 beschreven. Dit menu wordt gesloten door op de “esc” toets te drukken of door “verlaat statistie- ken”...
  • Pagina 29: Display Typen

    Display typen Display typen Met menu “3. Display typen” wordt het basis display type ingesteld. Het menu verschijnt als gedurende twee minuten geen toetsen worden gebruikt.Na beroeren van een toetsverschijnt het hoofd menu weer. Door het intoetsen van de “esc” toets of door “Exit display typen”...
  • Pagina 30: Systeem Modus

    Systeem modus Systeem modus In menu “4. Systeem modus” kan de keuze gemaakt worde tussen automatisch, uit of handmatige modus. Dit menu wordt gesloten door op de “esc” toets te drukken of door “verlaat systeemmodus” te selecteren. 4.1 Automatisch Automatische modus is de standaard instelling voor de controller Alleen in deze modus werkt de besturing op basis van de ingestelde waarde nen gemeten temperaturen.
  • Pagina 31: Instellingen

    Instellingen Instellingen In menu “5. Instellingen” worden de basisinstellingen voor de besturing vast gelegd De besturing kan onder geen en- kele omstandigheid de veiligheids ventielen of anderzins vervangen! Letop Dit menu wordt gesloten door op de “esc” toets te drukken of door “verlaat instellingen”...
  • Pagina 32: Tmax S2

    Instellingen 5.4 Tmax S2 uitschakel temperatuur bij voeler 2 Zodra deze temperatuur bij voeler 2 wordt overschreden en andere ingestelde waar- den zijn ook bereikt zal de besturing de betreffende pomp en/of klep uitschakelen. Bij een temperatuur lager dan deze instelling wordt de pomp en/of klep weer aangescha- keld.
  • Pagina 33: T R2

    Instellingen 5.7 ∆T R2 Aan/Uit schakeling verschil in temperatuur voor relais R2 Als dit temperatuur verschil tussen de referentie-voeler en wordt overschreden en aan de andere voorwaarden ook is voldaan, dan schakelt de regelaar de pomp en / of het ventiel op.
  • Pagina 34: Voorkeurs Voeler

    Instellingen 5.10 Voorkeurs voeler Wijzigen van voorkeur bij systemen met twee boilers Hiermee is in te stellen welke boiler (via de boilervoeler ) met voorkeur geladen (opge- warmd) moet worden. Laden van de lage prioriteit boiler wordt met op geregelde tijden onderbroken om te bezien of de collector temperatuur het laden van de hoge prioriteit boiler zinvol maakt.
  • Pagina 35: Thermostaat Perioden

    Instellingen 5.14 Thermostaat perioden Thermostaat activiteit tijden Stel de gewenste tijd in, wanneer de thermostaat actief moet zijn. 2 perioden kunnen worden ingesteld per dag, instellingen kunnen ook worden gekopieerd naar andere dagen. Buiten de ingestelde tijden is de thermostaat uitgeschakeld. Instelbereik: van 00:00 tot 23:59 / standaardinstelling: 06:00 tot 22:00.
  • Pagina 36 Instellingen...
  • Pagina 37: Beveiligings Functies

    Beveiligings functies Beveiligings functies Met menu “6. Beveiligings functies” worden diverse beveiligings waarden ingesteld. Deze functies vervangen geen door de client aan te brengen, bouwtech- nische beveiligingen! Letop Dit menu wordt gesloten door op de “esc” toets te drukken of door “verlaat instellingen” te selecteren.
  • Pagina 38: Systeem Beveiliging

    Beveiligings functies 6.3 Systeem beveiliging Systeem bescherming voorkomt oververhitting van systeemcomponenten door auto- matische uitschakeling van de pompgroep. Als „Sprot Ton“ wordt overschreden bij de collector, wordt de pomp uitgeschakeld. De pomp wordt weer geactiveerd wanneer de temperatuur daalt onder „Sprot Toff“. Automatische uitschakeling - instellingen bereik: Aan / Uit / standaard: aan Sprot Ton - instellingen bereik: 60°C tot 150°C / Standaard: 120°C Sprot Toff - instellingen bereik: 50°C tot Ton minus 5°C / Standaard: 115°C.
  • Pagina 39: Functies Afkoeling

    Beveiligings functies 6.4.1 Functies afkoeling De afkoeling varianten zijn opgenomen in het menu “7.1 Programma selectie” Afkoeling Variant D.14 Solar + koelen 1: Als “CProt Ton” S1 is overschreden, is de koeler op R2 ingeschakeld tot de tempera- tuur daalt tot “CProt Toff”. Als de opslag tank”CProt Tmax opslag overschrijdt, het systeem is uitgeschakeld.
  • Pagina 40: Anti-Legionella

    Beveiligings functies 6.7 Anti-Legionella Met “AL functie” is het mogelijk om met bepaalde intervallen de “AL frequentie” de boiler tot een hogere temperatuur te verwarmen “AL Tsetpoint S2”,er vanuitgaande dat de externe verwarming dit realiseert. AL functie instelwaarden: Aan of Uit/defaultwaarde Uit AL Tsetpoint S2 instelwaarde: 60°C tot 99°C/defaultwaarde: 70°C AL frequentie instelwaarde: 1 tot 28 dagen/defaultwaarde: 7 dagen AL Heat: toont de datum van de laatse keer dat deze functie actief was.
  • Pagina 41: Speciale Functies

    Speciale functies Speciale functies Menu “7. Speciale functies” wordt gebruikt om de basis functies en aanvullende func- ties in te stellen. Instellingen anders dan de datum en tijd alleen door specialisten laten instellen! Letop Dit menu wordt gesloten door op de “esc” toets te drukken of door “verlaat speciaal functies”...
  • Pagina 42: Ingebruikname

    Speciale functies 7.4 Ingebruikname De menu leidt u in door de noodzakelijke instellingen tijdens de ingebruikname en geeft een korte omschrijving van de in te stellen waarden. De “esc” toets brengt u een menu terug naar de vorige ingestelde waarden zodat deze kunnen worden bekeken en zonodig aangepast..
  • Pagina 43: Energiemeting

    Speciale functies 7.7 Energiemeting Een van de beschikbare energiemeting modi kan hier worden geselecteerd (Uit, berekende warmte hoeveelheid door de vooraf ingesteld debiet of meer nauwkeurige warmte meting met de VFS voeler). Extra parameters zoals het type glycol, en VFS type en de positie kunnen hier ook worden gemaakt.
  • Pagina 44: Start Hulp Functie

    Speciale functies 7.8 Start hulp functie Bij systemen waarbij de voeler niet op de warmste plaats is ingebracht lijkt de regelaar soms traag en onnauwkeurig te reageren ( bv met vacuüm buiscollectoren). Bij geacti- veerde starthulp wordt dit ondervangen met onderstaande activiteiten. Als de temperatuur ingesteld onder met de onder “Stijging”...
  • Pagina 45: Varianten

    Speciale functies 7.9.1 Varianten Onderstaande snelheid varianten zijn in de regelaar beschikbaar.: Uit: Geen snelheidscontrole. De aangesloten pomp wordt alleen aan en uitgeschakeld op volle snelheid. Variant V1: Na een spoeltijd schakelt de regelaar naar de ingestelde maximale snel-heid. Als het temperatuur verschil ΔT tussen de collectorvoeler en de boiler voeler kleiner is dan de ingestelde waarde, zal de pompsnelheid na afl...
  • Pagina 46 Speciale functies 7.9.2 Type pomp Dit menu word gebruikt om het type pomp in te stellen, welke er geïnstalleerd is. Instelwaarden: Standaard, PWM, 0-10V. Standaard waarde is standaard De TDC4 is in staat om standaard pompen via faseregeling op variabele snelheid te laten draaien.
  • Pagina 47: Max.snelheid

    Speciale functies Technische gegevens 0-10V: Weerstand in werking 10K Ohm 0-10V: 2V tot 10V (20% tot 10V = 100% snelheid 100%) 5V = 50% snelheid 2V = 20% snelheid 0V = uit Relais 1loopt tegelijkertijd met het PWM/0-10V signaal met de zelfde snelheid (fase control), een standaard pomp kan dus worden gebruikt in Letop combinatie met een PWM/0-10V pomp.
  • Pagina 48: Min. Snelheid

    Speciale functies 7.9.6 Min. snelheid De minimale pompsnelheid via relais R1 wordt hier ingesteld. Gedurende het instellen loopt de pomp op de ingestelde snelheid zodat het debiet kan worden bepaald. Instelwaarden: 30 tot max. snelheid -5%/defaultwaarde: 50% De genoemde percentages zijn indicatief en kunnen groter of kleiner zijn afhankelijk van systeem, pomp en pompstand.
  • Pagina 49: Relais 3 (R3) Functies

    Speciale functies 7.10 Relais 3 (R3) functies Dit menu word gebruikt om speciale functies toe te wijzen aan relais (R3) Bescherm functie R3 is ingeschakeld indien een bescherm functie word aangesproken/geactiveerd in de menu’s 7.10.2-7.10.7 word de bescherm functie welke de inschakeling van R3 bekrach- tigd ingesteld.
  • Pagina 50: Menu Blokkeren

    Menu slot Menu blokkeren Menu “8. Menu blokkeer” kan worden ingeschakeld om ongewenste aanpassin- gen aan de instellingen te voorkomen. Door intoetsen van “esc” of door “verlaat blokkeermenu ”te selecteren verlaat u dit menu. Bij geactiveerde blokkeerfunctie blijven alle onderstaande menu’s compleet toeganke- lijk en kunnen worden aangepast indien noodzakelijk Meetwaarden Analyse...
  • Pagina 51: Service Waarden

    Service waarden Service waarden Via het menu “9. Service waarden” kan op afstand een diagnose worden gesteld bij eventuele foutmeldingen door specialist of producent. Voer de gevonden waarden in dien de foutmelding optreedt. Letop Het menu wordt gesloten door de “esc”toets in te drukken.
  • Pagina 52 Taal Taal Met menu “10. Taal” wordt de taal van de verschillende menu’s geselecteerd. Tijdens de eerste inbedrijfstelling wordt de taal keuze automatisch voorgesteld. Taal mogelijkheden zijn afhankelijk van controllertype...
  • Pagina 53: Z.1. Storingen Met Foutmeldingen

    Storingen Z.1. Storingen met foutmeldingen Als de controller een storing detecteert knippert de rode led en verschijnt het waarschuwings symbool in het display. (LED knippert+ Indien de storing langere tijd aanhoud waarschuwingssymbool) verandert de het waarschuwingssymbool in een infosymbool en stop het knipperen van de led.
  • Pagina 54: Z.2 Zekering Vervangen

    Storingen Zekering vervangen Onderhoud en reperatie en mag alleen door een specialist worden uitgevoerd Vergewis u ervan dat de stroom van de controller is voordat Gevaar aan de controller gewerkt wordt!Controleer de afwezigheid van stroom! Gebruik alleen de meegeleverde reserve zekering of een gelijkwaardige met de specifi...
  • Pagina 55: Z.3 Onderhoud

    Storingen Onderhoud Laat tijdens het onderhoud van het zonneboilersysteem door een speci- alist ook de controller checken en zonodig de instellingen aanpassen. Letop Uitvoeren onderhoud: - Controleer datum en tijd - Beschouw de analyses op plausibiliteit - Controleer het storingen geheugen - Beschouw de meetwaarden op plausibiliteit - Controleer de schakel output in de handmatige modus - Optimaliseer eventueel de instelwaarden...
  • Pagina 56 Hoewel deze handleiding met de meest mogelijke zorg werd samengesteld kan onjuiste of onvolledige informatie niet worden uitgesloten.Aanpassingen in ontwerp voorbehouden. Manufacturer: Uw specialist : SOREL GmbH Mikroelektronik Jahnstr. 36 D - 45549 Sprockhövel Tel. +49 (0)2339 6024 +49 (0)2339 6025 www.sorel.de info@sorel.de...

Inhoudsopgave