Pagina 1
Storage Loading Controller SLC Montage en bedieningshandleiding Aandachtig doorlezen voordat u start met van de montagewerkzaamheden, ingebruikname, en bediening!
Veiligheids instructies A.1. - EC conformiteitsverklaring Door de CE markering op de Temperatuur-Verschil-Regelaar SLC onder de naam SLC, beve- stigt de fabrikant te voldoen aan de EC veiligheidsrichtlijnen CE 2006/95/CE voor laagspan- ning alsmede CE 2004/108/CE voor elektro-magnetische compatibiliteit. De conformiteit is gecontroleerd, de bijbehorende documentatie en de EC conformiteitsverkla- ring zijn in het bezit van de fabrikant.
Veiligheids instructies A.4. - Veranderingen aan de controller Het aanbrengen van veranderingen aan de controller kan de werking ver- minderen en de veiligheid in gavaar brengen van het gehele systeem. Gevaar • Zonder schriftelijke toestemming van de producent mogen geen wijzigingen, en/of aanvullingen aan de controller worden doorgevoerd.
Controller omschrijving B.3. - Over de controller De regelaar SLC facilitates bied een effi ecient gebruik en controle van uw systeem. Tap water temperatuur wordt snel en precies geregeld.Het toestel overtuigt vooral door zijn functionaliteit en eenvoudige, zelfverklarende bedieningsaanwijzingen. De vier stuur- knoppen geven bij elke klik systematisch opgebouwde functies weer met inhoudelijke verklaring.
Installatie C.1. - Electrical connection Werk alleen aan het de controller waneer er geen stroom opstaat. En controleer dit! Electrische aansluitingen alleen (laten) maken door bevoegde personen conform de geldende regelgeving. Geen beschadigde controllers Gevaar (scheuren od) installeren. De hoogspanningskabel (220volt) separaat houden van de laagspanningska- bels (voeler ) dmv kunststof scheiding.Voer hoogspanning rechts en overige kabels links in de unit.
Installatie C.2. - Muurinstallatie Monteer de controller alleen in ruimtes met omstandigheden conform de speci- fi catie zoals omschrven in B.1 Let op 1. Schroef de deksel los C.2.1 2. Bovendeel voorzichtig afnemen 3. Leg het bovendeel tijdelijk weg. Let er op dat u de electronica niet aanraakt 4.
Pagina 9
Installatie 1. Selecteer het benodigde systeemsche- C.2.3 ma (B.5 of Fig. D.1 - D.20) 2. Open de controller zoals beschreven onder C.2.1. 3. Strip de kabes 55mm max., monteer de draadklemmen en maak de draden over 8-9 mm vrij (Fig. C.2.3) 4.
Installatie C.3. - Installatie van de temperatuur voeler en De controller werkt met PT1000 temperatuur voeler en waarmee een nauwkeurige meting mogelijk is voor optimale ondertseuning van de besturing. Zonodig kunnen de voeler kabels verlengd worden tot maxiaal 30m, gebruik hier- voor dan kabels met een minimale doorsnede van 0.75mm².
Installatie D.1. - „Met circulatie pomp“ Stroom zijde Voeler zijde 230VAC max. 12V Let op Gevaar CAN CAN VFS2 VFS1 PELV Laagstroom aansluitingen max. 12VAC/ DC in de linkerzijde van het compartiment Terminal: Aansluiting voor: Opslagvat hoog Opslagvat laag Circulatie temp. Temp.
Controller omschrijving D.2. - Hydraulische varianten In onderstaande schema‘s vindt u slechts een schematische weergave van hydraulische varrianten zonder compleetheid te pretenderen. Afhankelijkvan de toepassing zijn aanvullende veiligheide componenten benodigd ( over- Let op dukventielen, terugloopventielen, temperatuur beveiligen etc ) de controller kan deze beveiligen niet vervangen Laad principe zonder VFS Laad principe met VFS...
Bediening E.1. - Display en invoer De controller (1) laat zich met zijn omvangrijke text en grafisch voorstellingen via display (1)zeer gemakkelijk instellen. De LED (2) ligt groen op als een relais wordt aangeschakeld. De LED (2) ligt rood op zodra de systeem werking uitgeschakeld is .
Bediening E.2. - Assistentie bij ingebruikname 1. Programmeer tijd en datum 2. Start setup wizard of overslaan Met setup wizard: De setup wizard begeleid u door de hoognodige basis settings in de juiste volgorde. Elke para- meter word duidelijk omschreven in het display. Door op „esc“...
Bediening E.3. - Menu indeling en structuur De overzicht grafiek wordt getoond indien gedurende 2 minuten geen invoeren meer worden gedaan of als op “esc” toets. in het hoofdmenu wordt gedrukt gedrukt Door een toets in te drukken komt u in het hoofdmenu hier heeft u de keuze uit de onderstaande mogelijkheden.
Meetwaarden 1. - Meetwaarden Menu “1. Meetwaarden” displays de actueel gemeten temperatuur waarden. Dit menu wordt gesloten door op de “esc” toets te drukken of door “verlaatmeetwaarden” te selecteren. Als de tekst “Fout” verschijnt op de display inplaats van de meetwaarden. duidt dit veelal op een defecte of verkeert aangesloten voeler Bij te lange kabels of niet optimale plaatsing van de voeler en kunnen de zo ontstane (kleine) afwijkingen worden gecompenseerd in de controller Volg...
Statistieken 2. - Statistieken Menu “2. Statistieken” wordt gebruikt voor con- trole en monitoring van het systeem op langere termijn. De beschikbare submenu’s zijn onder 7.1-7.6 beschreven. Dit menu wordt gesloten door op de “esc” toets te drukken of door “verlaat statistieken” te selec- teren.
Systeem modus 3. - Systeem modus In menu “3. Systeem modus” kan de keuze gemaakt worde tussen automatisch, uit of handmatige modus. Dit menu wordt gesloten door op de “esc” toets te drukken of door “verlaat systeemmodus” te selecteren. 3.1. - Automatische Automatische modus is de standaard instelling voor de controller Alleen in deze modus werkt de besturing op basis van de ingestelde waarde nen gemeten temperaturen.
Instellingen 4. - Instellingen In menu “4. Instellingen” worden de voor de re- gelfunktie nodige basisinstellingen uitgevoerd. De lokale veiligheidsvoorschriften blijven onveranderd van kracht ! Let op Het menu wordt door“esc” drukken of door keu- ze van “Instellingen verlaten” beëindigd. 4.1.
Instellingen 4.7. - Circulatie Instellingen voor Circulatie. Circulatie settings zijn alleen instelbaar wanneer de speciale instellin- gen zijn gedaan. Let op 4.7.1. - Circ. Tmin. Minimum temperatuur op sensor S2 Wanneer de temperatuur zakr onder circ.Tmin en de circulatie is vrijgegeven, word de circulatie pomp gestart.
Veiligheidsfuncties 5. - Veiligheidsfuncties In menu “5. Veiligheidsfuncties” kunnen diverse zulke functies ingesteld en geactiveerd worden. Lokale veiligheidsvoorschriften blijven noodzakelijk ! Let op Het menu wordt door“esc” drukken of door keuze van “Instellingen verlaten” beëindigd. 5.1. - Anti-Legionella 5.1.1. - Anti-Legionella De antilegionella functie verwarmd het systeem voor legionella protectie.
Veiligheidsfuncties 5.2. - Blokkeer bescherming Als deze functie actief is, schakelt de regelaar de aangesloten pomp resp. het ventiel elke dag om 12 uur resp. op zondag om 12 uur 5 seconden lang in, om het vastlopen van pomp of ventiel bij langere stilstand te voorkomen.
Speciale functies 6. - Speciale functies In menu “6. Speciale functies” worden basispun- ten en toegevoegde functies ingesteld. Behalve de uurtijd kan alleen de spe- cialist deze functies instellen. Let op Men gaat uit dit menu door “esc” te drukken of naar “meetwaarden verlaten”...
Speciale functies 6.2.4. - 0-10V uit / PWM uit Dit signaal/deze spanning wordt afgegeven, als de pomp uitgeschakeld wordt (pompen met kabelbreukdetectie hebben een minimaal signaal nodig). 6.2.5. - 0-10V aan / PWM aan Dit signaal/deze spanning heeft de pomp nodig om te gaan draaien op minimaal toer- ental/spanning .
Speciale functies 6.6. - Relais functies voor vrije relais R1-R3 (6.6. - 6.8.) De extra functies zoals in dit hoofdstuk uitgelegd, kunnen tot elk ongebruikt relais worden toegewezen in het geselecteerde hydraulisch schema. Elke extra functie kan eenmalig gebruikt worden. Alle functies, waarvoor parameter aangepast moeten worden verschijnen ook in menu “4.
Speciale functies 6.6.4. - Primaire pomp Schakelt een pomp aan wanneer vhet laad proces start. Schakelt uit wanneer laad process stopt. 6.6.5. - Spui functie Op instelbare intervals word de spui afsluiter open gestuurd. 6.6.5.1. - Interval Weekelijkse interval wanneer de afsluiter opent. 6.6.5.2.
Speciale functies 6.9. - Signaal V2 Met deze functie word het PMW/0-10V output 2 gebruikt voor een high-efi ciency pomp. Wan- neer een pomp is geactiveerd (e.g. circulatie), extra parameters pompInstellingen V1 and V2 toerenregeling moeten worden ingesteld. Voor andere functies (e.g. zone valve) het output- signaal schakelt tussen 0 to 10 V.
Speciale functies 6.11. - Inbedrijfstelling Het opstarten met de opstartassistent leidt de gebruiker in de juiste volgorde door de voor de inbedrijfstelling noodzakelijke basisinstellingen, waarbij de betreffende para- meters op het scherm kort verklaard worden. Door drukken op de„esc“ knop bereikt men de voorgaande waarde, teneinde de gekozenInstelling nogmaals te bekijken of ook aan te passen.
Menuvergrendeling 7. - Menuvergrendeling Met menu “7. Menuvergrendeling” wordt verhinderd, dat de ingestelde waarden per abuis versteld worden. Door een knopdruk op “esc” of door kiezen van “menuvergrendeling verlaten ” wordt het menu ver- laten. 7.1. - Menuvergrendeling De hier volgende menu’s blijven ook bij geactiveerde menuvergrendeling geheel toe- gankelijk, zodat eventueel nodige aanpassingen kunnen worden uitgevoerd: 1.
Service waarden 8. - Service waarden Dit menu “9. Service waarden” dient bij storing o.a. voor interventie door een specialist of door de fabrikant. U dient de waarden op het moment van storing in volgende tabel in te vullen. Let op Het menu kan door drukken op “esc”...
Taal 9. - Taal Met dit menu “9. Taal” kan de menutaal geko- zen worden. Bij de allereerste inbedrijfstelling verschijnt de vraag „Taal? “ automatisch op het scherm. De taalkeuze kan afhankelijk van het geleverde regelaartype afwijken en is niet voor alle uitvoeringen beschikbaar!
Storingen Z.1 Storingen met storingssignaal Als de regelaar een storing herkent,verschijnt een waarschuwing op het scherm. Als de storing uit zichzelf weer verdwijnt, verandert het waarschuwingssymbool (LED knippert+ waarschuwingssymbool) in infosymbool. Verdere info over de storing krijgt u door op de knop boven het waarschuwings-of infosymbool te drukken.
Storingen Z.2 Zekering vervangen Reparatie en onderhoud zijn alleen door een specialist ui te voeren. Alvorens aan de regelaar te werken alle stroomverbindingen blijvend uitschakelen ! Gevaar Uitsluitend de meegeleverde reserve zekering gebruiken of een identie- ke zekering met volgende specifi catie: T2A / 250V Gevaar Functioneert de regelaar ondanks ingeschakelde stroom geheel niet is het mogelijk, dat de interne toestelzekering defect is.
Maintenance Z.3. Onderhoud Parallel aan het jaarlijks onderhoud van uw verwarmingsinstallatie zoudt u eve- neens een jaarlijks nakijken en eventueel bijstellen van uw regeling door een specialist moeten voorzien. Let op Onderhoudspunten: • Controle datum en uurtijd zie „6.13. - Uurtijd en datum“ •...
Manual pump Instellingen Voorbeeld voor pompinstellingen Speed Max rpm Min rpm 0-5% Cable break detection Stop 5-20% Stop 25% Start Start 25-90% Area of control PWM-Signal (%) 20% 25% 100% PWM on >=25% PWM max <=90% PWM off 5% - 20% Technische Data PWM: PWM: 20% tot 100%, 1kHz Opgesteld bij een belasting...
Pagina 36
Hoewel deze bedieningsaanwijzing met grootst mogelijke zorg werd opgesteld, zijn foutieve of onvolledige aanwijzingen niet onmogelijk en gelden onder voorbehoud van vergissingen en technische wijzigingen. Uw vakspecialist : Fabrikant : SOREL GmbH Mikroelektronik Jahnstr. 36 D - 45549 Sprockhövel Tel. +49 (0)2339 6024 +49 (0)2339 6025 www.sorel.de info@sorel.de...