Pagina 1
Temperatuur-Verschil-Regelaar STDC Montage en bedieningshandleiding V1, V2, V3, V4 AUB eerst deze handleiding zorgvuldig lezen alvorens de regelaar te monteren en in bedrijf te stelllen !
Pagina 3
Deze handleiding geldt voor de volgende uitvoeringen, die zich onderscheiden door de voorgeprogrammeerde functies. STDC uitvoering 1 3 ingangen voor temperatuur-voelers 1 Relais-uitgang 230V AC (aan/uit) STDC uitvoering 2 3 ingangen voor temperatuur-voelers 1 electronische relais-uitgang 230V AC (regeling toerental standaard pompen) STDC uitvoering 3 3 ingangen voor temperatuur-voelers 1 Relais-uitgang 230V AC (aan/uit)
Veiligheids voorschriften A.1. - EC conformiteitsverklaring Door de CE markering op de Temperatuur-Verschil-Regelaar STDC onder de naam STDC, bevestigt de fabrikant te voldoen aan de EC veiligheidsrichtlijnen CE 2006/95/CE voor laag- spanning alsmede CE 2004/108/CE voor elektro-magnetische compatibiliteit. De conformiteit is gecontroleerd, de bijbehorende documentatie en de EC conformiteitsver- klaring zijn in het bezit van de fabrikant.
Veiligheids voorschriften A.4. - Wijzigingen aan apparaat aanbrengen Door wijzigingen aan het apparaat kunnen veiligheid en werking hiervan als ook van de gehele installatie beïnvloed worden. Gevaar • Zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant is het verboden wijzigin- gen, toevoegingen of ombouw van het toestel door te voeren. •...
Beschrijving toestel B.3. - De regeling De temperatuur-differentie-controller STDC biedt u een effi ciënte gebruiks- en func- tiecontrole van uw zonne of andere verwarming. Het toestel overtuigt vooral door zijn functionaliteit en eenvoudige, zelfverklarende bedieningsaanwijzingen. De vier stuur- knoppen geven bij elke klik systematisch opgebouwde functies weer met inhoudelijke verklaring.
Beschrijving toestel B.7. - Hydraulische varianten Volgende tekeningen dienen enkel als voorbeeld voor de verschillende hydraulische mogelijkheden en zijn niet bedoeld als complete schema‘s. De regeling vervangt in geen geval veiligheidsvoorzieningen. Afhankelijk van de toepassing zijn andere installatie-componenten zoals afsluiters, Let op terugslagkleppen, bescherming tegen oververhitting en verbranding vereist en dus te voorzien.
Installatie C.1. - Wandmontage Regeling uitsluitend in droge ruimtes monteren met inachtneming van condities beschreven in B.1 „technische gegevens“. Volgt u volgende instructies : Let op 1. dekselschroef volledig losdraaien C.1.1 2. kastbovendeel voorzichtig van onder- stuk afnemen. 3. Bovendeel wegleggen. De electronica niet aanraken.
Installatie C.2. - Electrische aansluiting Controleer tweemaal of alle electrische aansluitingen losgemaakt zijn en dat er nergens spanning staat. Der electrische aansluiting dient door een electriciën te worden uitge- voerd, waarbij alle lokale voorschriften in deze gerespecteerd moeten Gevaar worden.De regeling mag niet in bedrijf gesteld worden, als er duidelijk schade zichtbaar is b.v.
Pagina 12
Installatie 5. De bijgeleverde verende aansluitklem- Schraubendreher C.2.1.c blokjes volgens afbeelding verbinden. Bij gebruik van gestrengelde kabels met een schroevendraaier de oranje gekleur- de knoppen indrukken (zie afb. C.2.1.c), bei eenaderige kabels of met vertinde uiteindes voorziene kabels eenvoudig direct invoeren (zie afb. C.2.1.d). 6.
Installatie Om het aansluitklemblok van de sokkel te C.2.1.f verwijderen de klem aan onderkant van de sokkel voorzichtig wegbuigen(Oppassen –niet afbreken !) C.3. - Installatie van de temperatuurvoelers De regeling werkt met Pt1000-temperatuurvoelers, die voor een op de graad nauw- keurige temperatuurmeting zorgen, opdat de installatie regeltechnisch optimaal functi- onneert.
Installatie D. - Electrische aansluitschema‘s Solar met tank Netzijde Voelerzijde Laagspanning max 12VAC/DC aansluiting in klem- ruimte rechts ! 230VAC max. 12V Gevaar Let op Klemmen : aansluiting voor : S1(2x) voeler 1 kollektor S2(2x) voeler 2 tank S3(2x) voeler 3 optioneel Aansluiting voelerpolen S1-S3 naar keus V1 / - 0-10V of PWM+/-(STDC versies 3+4)
Pagina 15
Installatie Hout CV ketel met buffertank Laagspanning max 12VAC/DC aansluiting in klem- Netzijde Voelerzijde ruimte rechts ! 230VAC max. 12V Gevaar Let op Klemmen : aansluiting voor : S1(2x) voeler 1 hout CV ketel S2(2x) voeler 2 tank S3(2x) voeler 3 optioneel Aansluiting voelerpolen S1-S3 naar keus V1 / - 0-10V of PWM+/-(STDC versies 3+4)
Pagina 16
Installatie Verwarming/buffertank Laagspanning max 12VAC/DC aansluiting in klem- Netzijde Voelerzijde ruimte rechts ! 230VAC max. 12V Gevaar Let op Klemmen : aansluiting voor : S1(2x) voeler 1 tank S2(2x) voeler 2 terugloop verwarming S3(2x) voeler 3 optioneel Aansluiting voelerpolen S1-S3 naar keus V1 / - 0-10V of PWM+/-(STDC versies 3+4) Netspanning 230VAC 50-60Hz aansluiting in klem-...
Pagina 17
Installatie Universele ΔT-regeling Laagspanning max 12VAC/DC aansluiting in klem- Netzijde Voelerzijde ruimte rechts ! 230VAC max. 12V Gevaar Let op Klemmen : aansluiting voor : S1(2x) voeler 1 leidende voeler S2(2x) voeler 2 afhankelijke voeler S3(2x) voeler 3 optioneel Aansluiting voelerpolen S1-S3 naar keus V1 / - 0-10V of PWM+/- (STDC versies 3+4) Netspanning 230VAC 50-60Hz aansluiting in klem-...
Pagina 18
Installatie Solar met warmetwisselaar en zwembad Laagspanning max 12VAC/DC aansluiting in klem- Netzijde Voelerzijde ruimte rechts ! 230VAC max. 12V Gevaar Let op Klemmen : aansluiting voor : S1(2x) voeler 1 kollektor S2(2x) voeler 2 zwembad S3(2x) voeler 3 optioneel Aansluiting voelerpolen S1-S3 naar keus V1 / - 0-10V of PWM+/-(STDC versies 3+4)
Bediening E.1. - Vertoning en invoering gegevens Het scherm (1) met omvangrijke tekst- en grafi sche weergave biedt u een eenvou- dige en bijna zelfverklarende bediening van de regeling. Het programmeren gaat via 3 knoppen, die voor verschillende funties dienen, terwijl de „esc“...
Bediening E.2. - Hulp inbedrijfstelling Bij eerste inschakeling verschijnt na ingave taalkeus, datum en tijd de vraag, of het instel- len van de regeling met “opstartassistent” moet gebeuren of niet. Deze hulp kan echter tevensop elk moment gestopt worden om hem later bij speciale functieinstellingen weer te starten.
Bediening E.4. - Menu volgorde en structuur Het grafi sche of overzichtsbeeld verschijnt als 2 minuten lang geen knopdruk meer volgt of als het hoofdmenu via „esc“ wordt verlaten. Door een knopdruk op een der knoppen ver- schijnen terstond volgende menuthema’s ter keuze : 1.
Meetwaarden 1. - Meetwaarden Het menu “1. Meetwaarden” geeft de actueel gemeten temperaturen aan. Men gaat uit dit menu door “esc” te drukken of naar “meetwaarden verlaten” te gaan. De meetwaarden worden door op Info te druk- ken met korte hulptekst verklaard. Verlaten door „esc.“...
Evaluaties 2. - Evaluaties Het menu “2. Evaluatie” zorgt voor functie- en perma- nente controle van de installatie. Het menu wird door drukken op “esc” of door „Evaluatie verlaten“ beëindigd. Ter evaluatie van de installatiegegevens moet de tijd op de regeling precies ingesteld zijn.
Weergave aard 3. - Wijze van weergave In menu “3. Weergave aard” wordt de aard van display op het scherm voor normaal bedrijf vastgelegd. Deze weergavee verschijnt, als 2 minuten lang geen knop gedrukt wordt. Na knopdruk komt het hoofdmenu weer terug Het menu wordt door drukken op “esc”...
Bedrijfs modus 4. - Bedrijfs modus In menu “4. Bedrijfs modus” kan de keuze ge- maakt worde tussen automatisch, uit of manuele modus. Dit menu wordt gesloten door op de “esc” toets te drukken of door “verlaat bedrijfs modus” te selecteren.
Instellingen 5. - Instellingen In menu “5. Instellingen” worden de voor de regelfunktie nodige basisinstellingen uitgevoerd. De lokale veiligheidsvoorschriften blijven onveranderd van kracht ! Let op Het menu wordt door“esc” drukken of door keuze van “Instellingen verlaten” beëindigd. 5.1 - Tmin S1 Vrijgave-/startemperatuur aan voeler 1: Als deze waarde aan voeler 1 overschreden en aan de andere voorwaarden voldaan wordt, schakelt de regelaar de pomp resp.
Instellingen 5.8 - ∆T R1 In/uitschakeltemperatuurverschil voor relais R1 : Wordt het temperatuurverschil ΔT tussen de ingeschakelde voelers overschreden en zijn ook de andere voorwaarden vervuld, schakelt de regeling pomp of regelventiel in. Verdwijnt het temperatuurverschil ΔT, wordt pomp of regelventiel weer uitgeschakeld. Instelbereik: ΔT van 3°C tot 20°C / ΔT-uit van 2°C tot ΔT minus 1 Fabrieksinstelling: ΔT 10°C / ΔT-uit 3°C.
Instellingen 5.21 - Thermostaat-periodes Hier worden de gewenste tijdperiodes ingesteld, tijdens dewelke de thermostaat actief is. Per weekdag kunnen twee periodes ingesteld worden, waarbij de ene dag naar de andere gekopiëerd kan worden. Buiten de ingestelde periodes is de thermostaat functie uitgeschakeld.
Veiligheidsfuncties 6. - Veiligheidsfuncties In menu “6. Veiligheidsfuncties” kunnen diverse zulke functies ingesteld en geactiveerd worden. Lokale veiligheidsvoorschriften blijven noodzakelijk ! Let op Het menu wordt door“esc” drukken of door keuze van “Instellingen verlaten” beëindigd. 6.1. - Vastlopen Als deze functie actief is, schakelt de regelaar de aangesloten pomp resp. het ventiel elke dag om 12 uur resp.
Veiligheidsfuncties 6.3. - Installatie bescherming (Alleen bij solar) Voorrangsbeveiliging Deze functie moet oververhitting van de installatie componenten verhinderen door geforceerde uitschakeling van de solarpomp. Bij overschrijding van “AS Taan” aan de kollektor, wordt de pomp na 60 seconden uitgeschakeld, om b.v. de kollektor tegen damp drukstoten te beschermen.
Veiligheidsfuncties 6.6. - Retourkoeling (alleen bij solar) Bij solar installaties wordt, mits de retourkoeling functie geactiveerd is, overtollige ener- gie uit de buffertank teruggestuurd naar de kollektor. Dit gebeurt alleen,als de tempera- tuur in de buffertrank hoger is dan de waarde “Retourkoeling Tingesteld”, de kollektor minstens 20°C kouder dan de buffertank is en totdat de buffertank temperatuur tot de waarde “Retourkoeling Tingesteld”...
Veiligheidsfuncties 6.7. - Antilegionella De STDC biedt bij geaktiveerde “AL functie” de mogelijkheid, de buffertank in be- paalde tijdperiodes naar een hogere temperatuur ”AL Tingesteld S2” op te warmen, in zoverre de energiebron dit toelaat. De tijden, tijdens dewelke antilegionella opwarming geprobeerd wordt, moeten ingesteld worden onder „AL-tijden“.
Speciale functies 7. - Speciale functies In menu “7. Speciale functies” worden basispun- ten en toegevoegde functies ingesteld. Behalve de uurtijd kan alleen de spe- cialist deze functies instellen. Let op Men gaat uit dit menu door “esc” te drukken of naar “meetwaarden verlaten”...
Speciale functies 7.2. - Signal V1 (alleen STDC versies 3 + 4) In dit menu kunnen instellingen van 0-1V of PWM pompen geregeld worden. 7.2.1. - Signaaltype Het type van de toerentalregelbare pomp wordt hier ingesteld. Naar gelang de STDC versies bestaan volgende mogelijkheden: (alleen STDC versies 2 + 4) Standaard: Toerentalregeling door motorpakketsturing via 230VAC uitgang R1.
Speciale functies Als signaaltype PWM gekozen wordt: 7.2.4. - PWM uit Dit signaal wordt afgegeven, als de pomp uitgeschakeld wordt (pompen met kabelbreukdetectie hebben een minimaal signaal nodig). Instelbereik: (Solar:) 0 tot 50% / fabrieksinstelling: 0% - (Verwarming:) 50% tot 100% / fabrieksinstelling: 100% 7.2.5.
Speciale functies 7.2.7. - Toerental bij „aan“ In dit menu wordt de grondslag van de berekening van het aangegeven toerental gewijzigd. Als b.v. hier 30% aangegeven wordt, dan wordt bij ingeving van de onder „PWM aan“ ingestelde frequentie/spanning aangegeven, dat 30% toerental gebruikt wordt.
Pagina 37
Speciale functies 7.2.8b Technische Data PWM en 0-10V Technische Data PWM: PWM: 20% tot 100%, 1kHz Opgesteld bij een belasting van 10K Ohm Technische Data 0-10V: 10V = 100% toerental 0-10V: 2V tot 10V (20% tot 100%) Opge- 5V = 50% toerental stel bij een belasting van 10K Ohm.
Speciale functies 7.3. - Toerentalregeling (alleen STDC Versies 2, 3 en 4) Bij activering van de toerentalregeling, biedt de STDC via speciale interne elektronica de mogelijkheid, het toerental van pompen procesafhankelijk te veranderen. Deze functie mag alleen door de specialist geactiveerd worden. Afhankelijk van de voorhanden pomp en snelheidsniveau mag het minimale toerental niet te laag ingesteld worden, omdat of de pomp of de installatie anders be- schadigd kunnen worden.
Speciale functies 7.3.2. - Voorspoeltijd Tijdens deze periode start de pomp in het hoogste toerental (100%) , om een zekere start te garanderen. Alleen na afl oop van de voorspoeltijd loopt de pomp toerentalge- regeld en schakelt volgens ingestelde modus naar max. resp.. min. toerental. De voorspoeltijd kan niet gebruikt worden bij 0-10V / PWM pompen.
Speciale functies 7.4. - Uurtijd en datum In dit menu worden de juiste uurtijd en datum vastgelegd. Voor de evaluatie van de installatiegegevens is het onontbeerlijk, dat de uurtijd in de regelaar precies ingesteld is. Denk er om, dat de klok bij spanningsonderbreking niet doorloopt en dus opnieuw ingesteld moet Let op worden.
Speciale functies 7.8. - Warmtevolume Met dit menu kan een eenvoudige warmtetelling geactiveerd worden. Gedetailleerde gegevens van het antivries middel, de concentratie hiervan en het debiet van de instal- latie zijn hiervoor noodzakelijk. Bovendien kan via de instelwaarde Offset ΔT een cor- rectiefactor voor de warmtelling regeling ingesteld worden.Omdat voor de warmtetelling de kollektor- en buffertanktemperatuur als basis dienen, kunnen afhankelijk van de installatie afwijkingen tussen getoonde kollektortemperatuur en werkelijke ingangstem-...
Menuvergrendeling 8. - Menuvergrendeling Met menu “8. Menuvergrendeling” wordt verhinderd, dat de ingestelde waarden per abuis versteld worden. Door een knopdruk op “esc” of door kiezen van “menuvergrendeling verlaten ” wordt het menu ver- laten. De hier volgende menu’s blijven ook bij geactiveerde menuvergrendeling geheel toe- gankelijk, zodat eventueel nodige aanpassingen kunnen worden uitgevoerd : Meetwaarden Evaluatie...
Service waarden 9. - Service waarden Dit menu “9. Service waarden” dient bij storing o.a. voor interventie door een specialist of door de fabrikant. U dient de waarden op het moment van storing in volgende tabel in te vullen. Let op Het menu kan door drukken op “esc”...
Taal 10. - Taal Met dit menu “10. Taal” kan de menutaal geko- zen worden. Bij de allereerste inbedrijfstelling verschijnt de vraag „Taal? “ automatisch op het scherm. De taalkeuze kan afhankelijk van het geleverde regelaartype afwijken en is niet voor alle uitvoe- ringen beschikbaar !
Storingen Z.1 - Storingen met storingssignaal Als de regelaar een storing herkent,verschijnt een waarschuwing op het scherm. Als de storing uit zichzelf weer verdwijnt, verandert het waar- schuwingssymbool in infosymbool. Verdere info over de storing krijgt u door op de knop boven het waarschuwings-of infosymbool te drukken.
Storingen Zekering vervangen Reparatie en onderhoud zijn alleen door een specialist ui te voeren. Alvorens aan de regelaar te werken alle stroomverbindingen blijvend Gevaar uitschakelen ! Uitsluitend de meegeleverde reserve zekering gebruiken of een iden- tieke zekering met volgende specifi catie: T2A / 250V Gevaar Z.2.1 zekering...
Onderhoud Z.3. Onderhoud Parallel aan het jaarlijks onderhoud van uw verwarmingsinstallatie zoudt u eveneens een jaarlijks nakijken en eventueel bijstellen van uw regeling door een specialist moeten voorzien. Let op Onderhoudspunten: - Controle datum en uurtijd zie „7.4. - Uurtijd en datum“ op blz. 40 - Controle en correcte interpretatie der evaluaties (zie „2.
Pagina 48
Hoewel deze bedieningsaanwijzing met grootst mogelijke zorg werd opgesteld, zijn foutieve of onvolledige aanwijzingen niet onmogelijk en gelden onder voorbehoud van vergissingen en technische wijzigingen. Uw vakspecialist : Fabrikant : SOREL GmbH Mikroelektronik Jahnstr. 36 D - 45549 Sprockhövel Tel. +49 (0)2339 6024 Fax +49 (0)2339 6025...