Pagina 1
Temperatuurverschilregelaar MTDC Installatie- en bedieningsinstructies Lees dit zorgvuldig door voordat u de temperatuurverschilregelaar installeert, in bedrijf stelt en bedient...
Instelpunt Algemene instructies Instelpunt ΔT Verklaring van symbolen Relaisfuncties Wijzigingen aan de eenheid Solaromloopleiding Garantie en aansprakelijkheid Solaromloopleiding Verwijdering en verontreinigende stoffen Variant Beschrijving MTDC Bypass-sensor Thermostaat Over de regelaar DHW vraag Specificaties HC vraag Leveromvang Tref Hydraulische varianten Hysterese...
Pagina 3
Pmin Pmax Versterker Versterker Laadtijd Parallel bedrijf R1/R2 Parallel bedrijf Vertraging Opvolgtijd Altijd aan Verwarmingscircuit Verwarmingscircuit Ruimtereferentie (dag) Ruimtereferentie (nacht) Kamer Periodes Hoeveelheid warmte Stroomtemperatuursensor (X) Retourstroomsensor Glycoltype Glycolpercentage Stroomsnelheid toevoerstroom (X) Correctie ∆T Sensorcalibratie Inbedrijfstelling Fabrieksinstellingen Starthulp Datum en tijd Zomertijd Schermspaarmodus Temperatuureenheid...
Wanneer deze niet meer leesbaar is, gaat u naar het menu ‚‘Service waarden‘‘ in de regelaar. De versie word vermeld in de eer- ste regel. Veiligheidsinstructies EG-conformiteit De fabrikant verklaart door de CE-markering op de eenheid te plakken dat de MTDC voldoet aan de volgende relevante vei- ligheidsvoorschriften: EG laagspanningsrichtlijn 2006/95/EG EG richtlijn elektromagnetische compatibiliteit2004/108/EG .
Beschrijving MTDC Over de regelaar De Temperatuurverschilregelaar MTDC maakt efficiënt gebruik en besturing van de functies van uw solar- of ver- warmingssysteem mogelijk terwijl de bediening ervan intuïtief is. Bij elke invoerstap worden de geschikte functies afgestemd met de toetsen en verklaard in een tekst erboven. In het menu "Metingwaarden en instellingen" staan hulpteksten en sleutelwoorden.
RTC met reservevoeding voor 24 uur Bediening 4 toegangssleutels Leveromvang TemperatuurverschilregelaarMTDC 3 schroeven 3,5 x 35 mm en 3 pluggen 6 mm voor wandmontage. MTDC Installatie- en bedieningsinstructies Optioneel afhankelijk van ontwerp/opdracht: Accessoires CAN-bus: Datalogger met ethernet-verbinding Extern relais voor V1 / V2: 77502...
Hydraulische varianten De volgende illustraties moeten uitsluitend worden gezien als een schematische weergave van de betreffende hydraulische systemen en hoeven derhalve niet compleet te zijn. De regelaar mag onder geen enkele omstan- digheid een veiligheidsapparaat vervangen. Afhankelijk van de specifieke toepassing kunnen extra systeem- en vei- ligheidscomponenten nodig zijn, zoals controlekleppen, terugslagkleppen, veiligheidstemperatuurbegrenzers, enz.
Pagina 8
Solar met 2 collectoroppervlakken en Solar met 2 buffertanks en schakelklep Solar met 2 buffertanks en 2 pompen 2 pompen Solar met buffertankoverdracht Solar met bassin en warmtewisselaar Solar met thermostaat en schakelklep Solar en boiler voor vaste brandstof Solar met koeling 1 (collectorkoeling) Solar met koeling 2 (collectorkoeling) Solar met koeling 3 (collectorkoeling) Solar met buffertank en boiler voor 2x solar...
Wandmontage 1. Draai de afdekkapschroef helemaal uit. 2. Verwijder het bovenste gedeelte van de behui- zing voorzichtig van het onderste gedeelte. Tij- dens het verwijderen worden de klemmen ook los gemaakt. 3. Zet het bovenste gedeelte van de behuizing weg. Raak de elektronica niet aan. 4.
Elektrische aansluiting Schakel de voeding uit en borg hem tegen onbedoeld inschakelen voordat u aan de eenheid gaat werken! Controleer dat er geen spanning op staat! Elektrische aansluitingen mogen uitsluitend worden gemaakt door een specialist en in naleving van de toepasselijke regelgeving. De eenheid mag niet worden ingeschakeld als er schade aan de behui- zing zichtbaar is, bijvoorbeeld scheuren.
Bediening Scherm en invoer De schermen (1), uitgebreide tekst- en grafische modus maken eenvoudige, bijna voor zichzelf sprekende bedie- ning van de regelaar mogelijk. De led (2) brandt groen als een relais wordt ingeschakeld. De led (2) brandt rood als de bedieningsmodus "Off" wordt ingesteld.
Inbedrijfstellingshulp 1. Taal en tijd instellen 2. Inbedrijfstellingshulp/Inbedrijfstellingswizard a) selecteren, of b) sla over. De installatiewizard leidt u in de juiste volgorde langs de noodzakelijke basisinstellingen. Elke parameter wordt uitgelegd in het bedieningspaneel. Door op de toets "Esc" te drukken, keert u terug naar de voorgaande instelling.
1. Meetwaarden Dienen om de actueel gemeten temperaturen weer te geven. Als "fout" wordt weergegeven op het scherm in plaats van de meetwaarde, kan er een defecte of onjuiste temperatuursensor zijn. Als de kabels te lang zijn of als de sensors niet goed zijn geplaatst, kunnen kleine afwijkingen in de meting optreden.
3. Bedrijfsmodus De bedrijfsmodi voor het verwarmingscircuit definiëren. Na een span- ningsonderbreking keert de regelaar automatisch terug naar de laatst gese- lecteerde bedrijfsmodus. Alleen in de automatische modus gebruikt de regelaar de inge- stelde bedrijfstijden en de bijbehorende ingestelde doel- stroomtemperaturen! Automatisch De automatische modus is de normale modus van de regelaar.
ΔT solarbuffertank X Aan-/uitschakeltemperatuurverschil voor sensor X: Als het temperatuurverschil ΔT solar tussen de sensors wordt overschreden en aan de overige voorwaarden wordt voldaan, schakelt de regelaar de pomp/klep op het bijbehorende relais in. Als het tem- peratuurverschil daalt tot ΔT Off wordt de pomp/klep weer uitgeschakeld. Als het ingestelde temperatuurverschil te klein is, kan dit leiden tot ineffectieve werking afhankelijk van het systeem en de sensorpositionering.
de toename gemeten (zie " Verhoging " op pagina 17), om te controleren of het laden van de voorrangsbuffertank al snel moge- lijk zal zijn. Verhoging Verlening van de laadpauze als gevolg van een temperatuurstijging. Voor nauwkeurig instellen van laadvoorrangen voor sys- temen met meerdere buffertanks wordt de benodigde temperatuurstijging van de collector waarvan de onderbreking van het laden naar de opslagtank met een lagere prioriteit met één minuut wordt verlengd, hier ingesteld.
Door deze functie gaat energie verloren door de collector! Normaal gesproken wordt hij niet geactiveerd voor solar- systemen met antivries. De bedrijfshandleidingen van de andere systeemcomponenten moeten in acht worden geno- men. Antiblokkeerbeveiliging Als de antiblokkeerbeveiliging is geactiveerd, schakelt de regelaar de warmtepomp en de mixer 5 seconden in/uit om 12:00 uur 's middags of wekelijks op zodat om 12:00 uur om vastlopen van de pomp/klep na lange inactieve periodes te voorkomen.
Signaal weergeven Vertegenwoordigt het ingestelde pompsignaal in een afbeelding en tekstoverzicht. Snelheidsregeling Als de snelheidsregeling is geactiveerd, biedtMTDC dit de mogelijkheid om de snelheid van de pompen afhankelijk van het pro- ces te wijzigen met een speciaal intern elektronisch systeem. Deze functie mag uitsluitend door een technicus worden geactiveerd.
Relaisfuncties Vrij, dat wil zeggen ongebruikte relais in de specifieke hydraulische variant, kunnen worden toegewezen aan diverse extra func- ties. Elke extra functie kan slechts eenmaal worden toegewezen. R1 naar R2: mechanisch relais 230V V1: PWM- en 0-10V-uitgang Let vooral op de technische informatie van het relais (zie "Specificaties"). De hier getoonde symbolen worden weergegeven op het hoofdoverzichtsscherm als de speciale functie is geactiveerd.
T eco Voor spaarmodus Als de spaarmodus (zie " Spaarmodus " op pagina 21) is ingeschakeld: tijdens het solarladen wordt deze ingestelde waarde "T eco" gebruikt in plaats van "TH reference". Als de temperatuur daalt tot onder T eco op de thermostaatsensor 1, wordt het relais ingeschakeld en verwarmt dit tot "T eco"...
Retourstroomsensor Selectie van de retourstroomsensor. Buffertanksensor Selectie van de buffertanksensor. Veldkoeling Deze functie regelt dat een externe koeleenheid de collector afkoelt. Tmax field Als deze temperatuur wordt overschreden bij de referentiesensor van de veldkoeling, wordt het relais ingeschakeld. Hys min Als de temperatuur op de referentiesensor van de veldkoeling daalt tot onder Tmax field +Hys min wordt het relais uitgeschakeld.
Als deze sensor is ingesteld voor een succesvolle opwarming, moet Tset AL op deze sensor ook worden bereikt voor de actietijd. AL-tijden Tijdens deze periodes wordt geprobeerd de AL-opwarming uit te voeren. Als binnen de vastgelegde periode wordt voldaan aan de AL-voorwaarde (Tref op de gedefinieerde sensors gedurende de blootstellingsperiode), wordt de opwarming voltooid en gere- gistreerd als "Laatste AL-opwarming".
Boiler voor vaste brandstof Deze functie wordt gebruikt om de buffertank af te koelen tot een aanpasbare referentietemperatuur door warmte te transporteren of door een temperatuur- en tijdgecontroleerde airconditioninginstallatie te gebruiken. Boiler voor vaste brandstof Boiler voor vaste brandstof Tmin Minimumtemperatuur in de boiler voor vaste brandstof om de pomp in te schakelen.
Versterker Functie activeren. Laadtijd Als het solaropladen begint, vult de aangesloten boosterpomp het systeem gedurende de tijd die hier is ingesteld. Parallel bedrijf R1/R2 Het relais wordt tegelijk met het instelrelais R1 of R2 ingeschakeld. Parallel bedrijf Hier kunt u de schakelmodus instellen. Aan : de functie schakelt parallel aan de ingestelde signaaluitgang.
collectortemperatuur en de buffertanktemperatuur kunnen worden gebruikt voor meting van de hoeveelheid opwarming, kunnen er, afhankelijk van het systeem, afwijkingen bestaan van de weergegeven verzamelde temperatuur ten opzichte van de actuele vorige temperatuur of van de weergegeven buffertanktemperatuur ten opzichte van de actuele retourtemperatuur. Deze afwijking kan met de instelling Offset ∆T worden gecorrigeerd.
U kunt het adres van de connector of de datalogger vinden op de adressticker op de buitenkant van de behuizing. Aanwijzingen en hulp over het tot stand brengen van een verbinding staan in de bijgevoegde SOREL-aansluitinstructies of de instructies van de datalogger.
Subnet Zie de routerconfiguratie voor het subnet dat moet worden ingesteld. Gateway Zie de routerconfiguratie voor de gateway die moet worden ingesteld. DNS-server Zie de routerconfiguratie voor de DNS-server die moet worden ingesteld.
7. Menuvergrendeling Borg de regelaar tegen onbedoeld veranderen en in gevaar brengen van basisfuncties. De onderstaande menu's blijven volledig toegankelijk, ook als de menu- vergrendeling is ingeschakeld, en kunnen worden gebruikt om eventuele noodzakelijke afstellingen te doen: 1. Meetwaarden 2. Statistieken 3.
Storingen/Onderhoud De zekering vervangen Reparaties en onderhoud mogen uitsluitend door een specialist worden uitgevoerd. Schakel de voeding uit en borg hem tegen onbedoeld inschakelen voordat u aan de eenheid gaat werken! Controleer dat er geen spanning op staat! Gebruik uitsluitend de meegeleverde reservezekering of een zekering van hetzelfde ontwerp met de volgende spe- cificaties: 2 AT/250 VSOREL- Artikelnummer: 2125 Als de hoofdspanning is ingeschakeld en de computer nog steeds niet werkt of niets weergeeft op het scherm, kan de interne apparaatzekering defect zijn.
Extra informatie CAN-bus De CAN-bus kan worden gebruikt om twee of meer regelaars met elkaar of et de datalogger te verbinding om gegevens uit te wis- selen. 1. De regelaars worden serieel aangesloten met de CAN-buskabel. 2. De eerste en de laatste regelaar in deze seriële aansluiting moeten zijn voorzien van een afsluit- weerstand.
Pagina 32
In principe onderhevig aan fouten en technische wijzigingen. Installatiedatum en -tijdstip Naam van installerend bedrijf: Ruimte voor aantekeningen: Uw gespecialiseerde dealer: Fabrikant: SOREL GmbH Mikroelektronik Reme-Str. 12 D - 58300 Wetter (Ruhr) +49 (0)2335 682 77 0 +49 (0)2335 682 77 10 info@sorel.de www.sorel.de...