Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Temperatuur-Verschil-Controller TDC 2
Montage en bedieningshandleiding
Aandachtig doorlezen voordat u start met van de
montagewerkzaamheden, ingebruikname, en bediening!
TDC 2
Temperatur Differenz Controller

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Sorel TDC 2

  • Pagina 1 Temperatuur-Verschil-Controller TDC 2 Montage en bedieningshandleiding TDC 2 Temperatur Differenz Controller Aandachtig doorlezen voordat u start met van de montagewerkzaamheden, ingebruikname, en bediening!
  • Pagina 2: Inhoudsopgave

    Inhoud EC conformiteitsverklaring Instellingen Algemene instructies Tmin S1 Verklaring van de gebruiktesymbolen Tmin S2 Veranderingen aan de controller Tmin S3 Garantie en aansprakelijkheid Tmax S2 Tmax S3 Specifi caties ∆T R1 Over de controller ∆T R2 Leveringsomvang Tset S3 Afvalverwerking en milieubelasting Hysterese Hydraulische varianten 5.10 Voorkeurs sensor...
  • Pagina 3: A.1 Ec Conformiteitsverklaring

    Veiligheids instructies EC conformiteitsverklaring Door de CE markering op de Temperatuur-Verschil-Controller 3, hierna TDC 2 ge- noemd, bevestigd de producent te voldoen aan de onderstaande veiligheids normerin- gen: EC laagspannings richtlijn 73/23/EEC, als aangevuld 93/68/EEC EC electromagnetische compatibiliteits richtlijn 89/336/EEC versie 92/31/EEC versie 93/68/EEC De conformiteit is gecontroleerd, de bijbehorende dokumentatie en de EC verklaring van conformiteit berusten bij de producent.
  • Pagina 4: A.4 Veranderingen Aan De Controller

    Veiligheids instructies Veranderingen aan de controller Het aanbrengen van veranderingen aan de controller kan de werking ver- minderen en de veiligheid in gavaar brengen van het gehele systeem. Gevaar - Zonder schriftelijke toestemming van de producent mogen geen wijzigingen, en/of aan- vullingen aan de controller worden doorgevoerd.
  • Pagina 5: Controller Omschrijving

    Controller omschrijving Specifi caties Electrische specifi caties: Netspanning 230VAC +/- 10% Netfrequentie 50...60Hz Stroomverbruik Geschakeld vermogen Mechanisch relais R1 460VA for AC1 / 185W for AC3 Mechanisch relais R2 460VA for AC1 / 185W for AC3 Interne zekering 2A slow-blow 250V Beveiligingstype IP40 Beveiligingsklasse...
  • Pagina 6: Controller Beschrijving

    De TDC kan ingezet worden voor diverse systeemvarianten zoals uitgelegd uitgelegd in Belangrijke kenmerken van de TDC 2: Duidelijke LCD display tekst en grafi sch Overzicht van actuele meetgegevens Analyse en monitoring van het systeem oa dmv grafi...
  • Pagina 7: B.5 Hydraulische Varianten

    Controller beschrijving Hydraulische varianten In onderstaande schema‘s vindt u slechts een schematische weer- gave van hydraulische varrianten zonder compleetheid te pretenderen. Afhankelijkvan de toepassing zijn aanvullende veiligheide componenten Letop benodigd ( overdukventielen, terugloopventielen, temperatuur beveiligen etc ) de controller kan deze beveiligen niet vervangen (ΔT-Regler) (2xΔT-Regler) Δ...
  • Pagina 8: C.1 Muurinstallatie

    Installatie Muurinstallatie Monteer de controller alleen in ruimtes met omstandigheden conform de specifi catie zoals omschrven in B.1 Letop 1. Schroef de deksel los C.1.1 2. Bovendeel voorzichtig afnemen 3. Leg het bovendeel tijdelijk weg. Let er op dat u de electronica niet aanraakt 4.
  • Pagina 9: C.2 Electrisch Aansluitingen

    Installatie Electrisch aansluitingen Werk alleen aan het de controller waneer er geen stroom opstaat. En controleer dit! Electrische aansluitingen alleen (laten) maken door bevoegde personen Gevaar conform de geldende regelgeving. Geen beschadigde controllers (scheuren od) installeren. De hoogspanningskabel (220volt) separaat houden van de laagspanningska- bels (sensor) dmv kunststof scheiding.Voer hoogspanning rechts en overige Letop kabels links in de unit.
  • Pagina 10: C.3 Installatie Van De Temperatuur Sensoren

    Installatie 1. Selecteer het benodigde systeemsche- C.2.1 ma (B.5 of Fig. D.1 - D.20) 2. Open de controller zoals beschreven onder C.1. 3. Strip de kabes 55mm max., monteer de draadklemmen en maak de draden over 8-9 mm vrij (Fig. C.2.1) 4.
  • Pagina 11: Terminal Aansluitschema

    Installatie Terminal aansluitschema Solar met boiler Sensor zijde Stroom zijde Laagstroom aansluitingen max. 12VAC/DC in de linkerzijde van het compartiment max. 12V 230VAC Gevaar Letop Terminal: Aansluiting voor: S1 (2x) Sensor 1 collector S2 (2x) Sensor 2 boiler S3 (2x) Sensor 3 (optie) De polarisatie van de sensoren is vrij te kie- zen.
  • Pagina 12 Installatie Solar met Bypass Sensor zijde Stroom zijde Laagstroom aansluitingen max. 12VAC/DC in de linkerzijde van het compartiment max. 12V 230VAC Letop Gevaar Terminal: Aansluiting voor: S1 (2x) Sensor 1 collector S2 (2x) Sensor 2 boiler S3 (2x) Sensor 3 collectorfl ow De polarisatie van de sensoren is vrij te kie- zen.
  • Pagina 13 Installatie Solar met 2 zone boiler Sensor zijde Stroom zijde Laagstroom aansluitingen max. 12VAC/DC in de linkerzijde van het compartiment max. 12V 230VAC Letop Gevaar Terminal: Aansluiting voor!: S1 (2x) Sensor 1 collector S2 (2x) Sensor 2 boiler onder S3 (2x) Sensor 3 boiler boven De polarisatie van de sensoren is vrij te kie- zen.
  • Pagina 14 Installatie Solar 2 coll. (oost/west) Sensor zijde Stroom zijde Laagstroom aansluitingen max. 12VAC/DC in de linkerzijde van het compartiment max. 12V 230VAC Letop Gevaar Terminal: Aansluiting voor: S1 (2x) Sensor 1 collector 1 S2 (2x) Sensor 2 boiler S3 (2x) Sensor 3 collector 2 De polarisatie van de sensoren is vrij te kie- zen.
  • Pagina 15: Solar 2 Boilers/Klep

    Installatie Solar 2 boilers/klep Sensor zijde Stroom zijde max. 12VAC/DC in de linkerzijde van het com- partiment max. 12V 230VAC Letop Gevaar Terminal: Aansluiting voor S1 (2x) Sensor 1 collector S2 (2x) Sensor 2 boiler 1 S3 (2x) Sensor 3 boiler 2 De polarisatie van de sensoren is vrij te kie- zen.
  • Pagina 16 Installatie D.11 Solar met vervolgboiler /Solar & overheveling warmte Sensor zijde Stroom zijde max. 12VAC/DC in de linkerzijde van het com- partiment max. 12V 230VAC Letop Gevaar Terminal: Aansluiting voor : S1 (2x) Sensor 1 collector S2 (2x) Sensor 2 boiler 1 S3 (2x) Sensor 3 boiler 2 De polarisatie van de sensoren is vrij te kie-...
  • Pagina 17 Installatie D.13 Solar boiler/zwembad Sensor zijde Stroom zijde Laagstroom aansluitingen max. 12VAC/DC in de linkerzijde van het compartiment max. 12V 230VAC Letop Gevaar Terminal: Aansluiting voor! S1 (2x) Sensor 1 collector S2 (2x) Sensor 2 boiler S3 (2x) Sensor 3 zwembad De polarisatie van de sensoren is vrij te kie- zen.
  • Pagina 18 Installatie D.15 Solar Gekoelde 2 Sensor zijde Stroom zijde Laagstroom aansluitingen max. 12VAC/DC in de linkerzijde van het compartiment max. 12V 230VAC Letop Gevaar Terminal: Aansluiting voor S1 (2x) Sensor 1 collector S2 (2x) Sensor 2 opslagtank S3 (2x) Sensor 3 optioneel De polariteit van de sensoren is vrij te kiezen.
  • Pagina 19 Installatie D.17 Solar + vaste brandstoffen Sensor zijde Stroom zijde Laagstroom aansluitingen max. 12VAC/DC in de linkerzijde van het compartiment max. 12V 230VAC Letop Gevaar Terminal: Aansluiting voor S1 (2x) sensor 1 collector S2 (2x) sensor 2 opslagtank S3 (2x) sensor 3 ketel voor vaste brandstof De polariteit van de sensoren is vrij te kiezen.
  • Pagina 20 Installatie D.19 Universal ∆T-Regler Sensor zijde Stroom zijde Laagstroom aansluitingen max. 12VAC/DC in de linkerzijde van het compartiment max. 12V 230VAC Letop Gevaar Terminal: Aansluiting voor S1 (2x) Sensor 1 (controle) S2 (2x) Sensor 2 (referentie) S3 (2x) Sensor 3 (thermostaat) De polariteit van de sensoren is vrij te kiezen.
  • Pagina 21: Bediening

    Bediening Display en invoer De controller (1) laat zich met zijn omvangrijke text en grafi sch voorstellingen via display (1)zeer gemakkelijk instellen. De LED (2) ligt groen op als een relais wordt aangeschakeld. De LED (2) ligt rood op zodra de systeem werking uitgeschakeld is .
  • Pagina 22: E.2 Assistentie Bij Ingebruikname

    Bediening Assistentie bij ingebruikname De eerste keer dat de controller wordt opgestart verschijnt de vraag (nadat taal en tijd zijn geselecteerd) of u de systeem waarden met de wizzard of handmatig wilt instellen..De wizzard help u stap voor stap de nodige systeemwaarden in te stellen onderteund door een korte beschijving in het display.
  • Pagina 23: E.4 Menu Indeling En Structuur

    Bediening Menu indeling en structuur De overzicht grafi ek wordt getoond indien gedurende 2 minuten geen invoeren meer worden gedaan of als op “esc” toets. in het hoofdmenu wordt gedrukt gedrukt Door een toets in te drukken komt u in het hoofdmenu hier heeft u de keuze uit de onderstaande mogelijkheden.
  • Pagina 24: Meetwaarden

    Meetwaarden Meetwaarden Menu “1. Meetwaarden” displays de actueel gemeten temperatuur waarden. Dit menu wordt gesloten door op de “esc” toets te drukken of door “verlaatmeetwaarden” te selecteren. De meetwaarden worden door het selecteren van de info toets op het display toegelicht Met.“Overzicht”...
  • Pagina 25: Statistieken

    Statistieken Statistieken Menu “2. Statistieken” wordt gebruikt voor controle en monitoring van het systeem op langere termijn. De beschikbare sub- menu’s zijn onder 7.1-7.6 beschreven. Dit menu wordt gesloten door op de “esc” toets te drukken of door “verlaat statistie- ken”...
  • Pagina 26: Display Typen

    Display typen Display typen Met menu “3. Display typen” wordt het basis display type ingesteld. Het menu verschijnt als gedurende twee minuten geen toetsen worden gebruikt.Na beroeren van een toetsverschijnt het hoofd menu weer. Door het intoetsen van de “esc” toets of door “Exit display typen”...
  • Pagina 27: Systeem Modus

    Systeem modus Systeem modus In menu “4. Systeem modus” kan de keuze gemaakt worde tussen automatisch, uit of handmatige modus. Dit menu wordt gesloten door op de “esc” toets te drukken of door “verlaat systeemmodus” te selecteren. 4.1 Automatisch Automatische modus is de standaard instelling voor de controller Alleen in deze modus werkt de besturing op basis van de ingestelde waarde nen gemeten temperaturen.
  • Pagina 28: Instellingen

    Instellingen Instellingen In menu “5. Instellingen” worden de basisinstellingen voor de besturing vast gelegd De besturing kan onder geen en- kele omstandigheid de veiligheids ventielen of anderzins vervangen! Letop Dit menu wordt gesloten door op de “esc” toets te drukken of door “verlaat instellingen”...
  • Pagina 29: Tmax S2

    Instellingen 5.4 Tmax S2 uitschakel temperatuur bij sensor 2 Zodra deze temperatuur bij sensor 2 wordt overschreden en andere ingestelde waar- den zijn ook bereikt zal de besturing de betreffende pomp en/of klep uitschakelen. Bij een temperatuur lager dan deze instelling wordt de pomp en/of klep weer aangescha- keld.
  • Pagina 30: T R2

    Instellingen 5.7 ∆T R2 Aan/Uit schakeling verschil in temperatuur voor relais R2 Als dit temperatuur verschil tussen de referentie-sensoren wordt overschreden en aan de andere voorwaarden ook is voldaan, dan schakelt de regelaar de pomp en / of het ventiel op. Wanneer de temperatuur daalt tot ΔT uit, dan is R1 uitgeschakeld.
  • Pagina 31: Voorkeurs Sensor

    Instellingen 5.10 Voorkeurs sensor Wijzigen van voorkeur bij systemen met twee boilers Hiermee is in te stellen welke boiler (via de boilersensor) met voorkeur geladen (opge- warmd) moet worden. Laden van de lage prioriteit boiler wordt met op geregelde tijden onderbroken om te bezien of de collector temperatuur het laden van de hoge prioriteit boiler zinvol maakt.
  • Pagina 32: Party Funktion

    Instellingen 5.15 „Party Funktion“ Met de party functie word de opslagtemperatuur eenmalig verwarmd tot de ingestelde temperatuur (TrefS3 respectievelijk TminS3 in energiebesparende modus). De party mode is ingeschakeld door het indrukken van de “Esc”-toets gedurende 3 seconden in het hoofdmenu. Indien de temperatuur word bereikt word deze uitgeschakeld. De party functie is alleen te activeren door de escape toets 3 seconden ingedrukt te houden Letop...
  • Pagina 33: Hydraulische Varianten Met Instellingen

    Instellingen...
  • Pagina 34: Beveiligings Functies

    Beveiligings functies Beveiligings functies Met menu “6. Beveiligings functies” worden diverse beveiligings waarden ingesteld. Deze functies vervangen geen door de client aan te brengen, bouwtech- nische beveiligingen! Letop Dit menu wordt gesloten door op de “esc” toets te drukken of door “verlaat instellingen” te selecteren.
  • Pagina 35: Systeem Beveiliging

    Beveiligings functies 6.3 Systeem beveiliging Systeem bescherming voorkomt oververhitting van systeemcomponenten door auto- matische uitschakeling van de pompgroep. Als „Sprot Ton“ wordt overschreden bij de collector, wordt de pomp uitgeschakeld. De pomp wordt weer geactiveerd wanneer de temperatuur daalt onder „Sprot Toff“. Automatische uitschakeling - instellingen bereik: Aan / Uit / standaard: aan Sprot Ton - instellingen bereik: 60°C tot 150°C / Standaard: 120°C Sprot Toff - instellingen bereik: 50°C tot Ton minus 5°C / Standaard: 115°C.
  • Pagina 36: Koelen Functies

    Beveiligings functies 6.4.1 Koelen functies De hydraulische varianten zijn opgenomen in het menu “7.1 Programma selectie” Hydraulische Variant D.14 Solar + koelen 1: Als “CProt Ton” S1 is overschreden, is de koeler op R2 ingeschakeld tot de tempera- tuur daalt tot “CProt Toff”. Als de opslag tank”CProt Tmax opslag overschrijdt, het systeem is uitgeschakeld.
  • Pagina 37: Anti-Legionella

    Beveiligings functies 6.7 Anti-Legionella Met “AL functie” is het mogelijk om met bepaalde intervallen de “AL frequentie” de boiler tot een hogere temperatuur te verwarmen “AL Tsetpoint S2”,er vanuitgaande dat de externe verwarming dit realiseert. AL functie instelwaarden: Aan of Uit/defaultwaarde Uit AL Tsetpoint S2 instelwaarde: 60°C tot 99°C/defaultwaarde: 70°C AL frequentie instelwaarde: 1 tot 28 dagen/defaultwaarde: 7 dagen AL Heat: toont de datum van de laatse keer dat deze functie actief was.
  • Pagina 38: Speciale Functies

    Speciale functies Speciale functies Menu “7. Speciale functies” wordt gebruikt om de basis functies en aanvullende func- ties in te stellen. Instellingen anders dan de datum en tijd alleen door specialisten laten instellen! Letop Dit menu wordt gesloten door op de “esc” toets te drukken of door “verlaat speciaal functies”...
  • Pagina 39: Ingebruikname

    Speciale functies 7.4 Ingebruikname De menu leidt u in door de noodzakelijke instellingen tijdens de ingebruikname en geeft een korte omschrijving van de in te stellen waarden. De “esc” toets brengt u een menu terug naar de vorige ingestelde waarden zodat deze kunnen worden bekeken en zonodig aangepast..
  • Pagina 40: Warmte Hoeveelheid

    Speciale functies 7.7 Warmte hoeveelheid In dit menu kan een simpele warmte meting worden ingesteld. Hierbij zijn aanvullende gegevens zoals type glycol, percentage glycol en vloeistofstroom noodzakelijk. Cor- rectie is moglijk door de “Offset ∆T” aantepassen Met de aanpassingen in dit menu wordt het systeem niet gewijzigd, maar dienen alleen om de globale warmte hoeveelheid te calculeren en moeten gebasserd zijn op de systeem uitvoering.De berekende waarde Letop...
  • Pagina 41: Snelheids Controle

    Menu slot Menu blokkeren Menu “8. Menu blokkeer” kan worden ingeschakeld om ongewenste aanpassin- gen aan de instellingen te voorkomen. Door intoetsen van “esc” of door “verlaat blokkeermenu ”te selecteren verlaat u dit menu. Bij geactiveerde blokkeerfunctie blijven alle onderstaande menu’s compleet toeganke- lijk en kunnen worden aangepast indien noodzakelijk Meetwaarden Analyse...
  • Pagina 42: Spoeltijd

    Service waarden Service waarden Via het menu “9. Service waarden” kan op afstand een diagnose worden gesteld bij eventuele foutmeldingen door specialist of producent. Voer de gevonden waarden in dien de foutmelding optreedt. Letop Het menu wordt gesloten door de “esc”toets in te drukken.
  • Pagina 43: Taal

    Taal Taal Met menu “10. Taal” wordt de taal van de verschillende menu’s geselecteerd. Tijdens de eerste inbedrijfstelling wordt de taal keuze automatisch voorgesteld. Taal mogelijkheden zijn afhankelijk van controllertype...
  • Pagina 44: Storingen

    Storingen Z.1. Storingen met foutmeldingen Als de controller een storing detecteert knippert de rode led en verschijnt het waarschuwings symbool in het display. (LED knippert+ Indien de storing langere tijd aanhoud waarschuwingssymbool) verandert de het waarschuwingssymbool in een infosymbool en stop het knipperen van de led.
  • Pagina 45: Z.2 Zekering Vervangen

    Storingen Zekering vervangen Onderhoud en reperatie en mag alleen door een specialist worden uitgevoerd Vergewis u ervan dat de stroom van de controller is voordat Gevaar aan de controller gewerkt wordt!Controleer de afwezigheid van stroom! Gebruik alleen de meegeleverde reserve zekering of een gelijkwaardige met de specifi...
  • Pagina 46: Z.3 Onderhoud

    Onderhoud Onderhoud Laat tijdens het onderhoud van het zonneboilersysteem door een speci- alist ook de controller checken en zonodig de instellingen aanpassen. Letop Uitvoeren onderhoud: - Controleer datum en tijd - Beschouw de analyses op plausibiliteit - Controleer het storingen geheugen - Beschouw de meetwaarden op plausibiliteit - Controleer de schakel output in de handmatige modus - Optimaliseer eventueel de instelwaarden...
  • Pagina 47: Handige Opmerkingen/Tips En Tricks

    Handige opmerkingen/tips en tricks De service waarden (zie 9.) geven naast de actueel gemeten waarden ook alle instalwaarden van de controller weer. Noteer deze waarden na een succesvolle installatie. Indien men niet zeker is van de werking van de controller of bij storingen geven de servicewaarden de mogelijkheid tot analyse op afstand.
  • Pagina 48 Opmerkingen: Hoewel deze handleiding met de meest mogelijke zorg werd samengesteld kan onjuiste of onvolledige informatie niet worden uitgesloten.Aanpassingen in ontwerp voorbehouden. Manufacturer: Uw specialist : SOREL GmbH Mikroelektronik Jahnstr. 36 D - 45549 Sprockhövel Tel. +49 (0)2339 6024 +49 (0)2339 6025...

Inhoudsopgave