Gerelateerde Handleidingen voor Sorel LTDC
Samenvatting van Inhoud voor Sorel LTDC
- Pagina 1 Temperatuurverschilregelaar LTDC Installatie- en bedieningsinstructies Lees dit zorgvuldig door voordat u de temperatuurverschilregelaar installeert, in bedrijf stelt en bedient...
-
Pagina 2: Inhoudsopgave
Algemene instructies Thermostaat Verklaring van symbolen Tset Wijzigingen aan de eenheid Hysterie Garantie en aansprakelijkheid Thermostaatsensor 1 Verwijdering en verontreinigende stoffen Thermostaatsensor 2 Teco Beschrijving LTDC Spaarmodus Over de regelaar Thermostaat ingeschakeld Specificaties Koeling Leveringsomvang Tset Hydraulische varianten Hysterese Koelsensor... - Pagina 3 Stroomtemperatuursensor (X) Retourstroomsensor Glycoltype Glycolpercentage Stroomsnelheid toevoerstroom (X) Correctie ∆T VFS (X) VFS - Positie Referentiesensor Sensorcalibratie Inbedrijfstelling Fabrieksinstellingen Datum en tijd Starthulp Purgeertijd Verhoging Globale stralingssensor Stralingssensor Stralingsintensiteit Circulatiepauzetijd Zomertijd Schermspaarmodus Temperatuureenheid Netwerk Toegangscontrole Ethernet CAN-bus-id Sensor stuurt interval 7.
-
Pagina 4: Veiligheidsinstructies
Veiligheidsinstructies EU-conformiteit De fabrikant verklaart door de CE-markering op de eenheid te plakken dat de LTDC voldoet aan de volgende relevante vei- ligheidsvoorschriften: EU laagspanningsrichtlijn 2014/35/EU EU richtlijn elektromagnetische compatibiliteit2014/30/EU . De conformiteit is geverifieerd en de bijbehorende documentatie en de EU conformiteitsverklaring zijn bij de fabrikant gearchiveerd. -
Pagina 5: Wijzigingen Aan De Eenheid
Beschrijving LTDC Over de regelaar De Temperatuurverschilregelaar LTDC maakt efficiënt gebruik en besturing van de functies van uw solar- of verwarmingssysteem mogelijk terwijl de bediening ervan intuïtief is. Bij elke invoerstap worden de geschikte functies afgestemd met de toetsen en ver- klaard in een tekst erboven. -
Pagina 6: Specificaties
Specificaties Elektrische specificaties: Voeding 100 - 240 VAC, 50 - 60 Hz Energieverbruik/stand-by 0,5 W - 2,5 W/ 0,5 W Interne zekering Beschermingsklasse IP40 Beschermingsklasse Overspanningscategorie Mate van vervuiling categorie Ingangen/Uitgangen Meetbereik Sensoringangen Pt1000 -40°C ... 300°C Sensoringangen Grundfos Direct Sensor of 0°C - 100°C | 2...40 l/min flow sensor SIKA Vortex Flow Sensor... -
Pagina 7: Leveringsomvang
Solarregelaars met meerdere circuitsLTDC 3 schroeven 3,5 x 35 mm en 3 pluggen 6 mm voor wandmontage. 6 drukontlasterklemmen met 12 schroeven, reservezekering 1x T 2A / 250 V LTDC Installatie- en bedieningsinstructies Optioneel afhankelijk van ontwerp/opdracht: Accessoires CAN-bus: Datalogger met ethernet-verbinding... - Pagina 8 Solar met 2 collectoroppervlakken Solar met bypass Solar met warmtewisselaar Solar met 2 collectoroppervlakken en Solar met 2 buffertanks en schakelklep Solar met 2 buffertanks en 2 pompen 2 pompen Solar met buffertankoverdracht Solar met bassin en warmtewisselaar Solar met thermostaat en schakelklep Solar en boiler voor vaste brandstof Solar met koeling 1 (collectorkoeling) Solar met koeling 2 (collectorkoeling)
- Pagina 9 Solar met thermostaat en warm- Solar met thermostaat en vergrote Solar met 2 collectoroppervlakken, 2 buffertanks teoverdracht retourstroom en 2 kleppen Solar met 2 collectoroppervlakken, 2 Solar met bassin, buffertank en warm- Solar met 3 buffertanks en 3 pompen buffertanks en 2 pompen tewisselaar Solar met warmtewisselaar Solar met warmtewisselaar, buffertank met twee...
-
Pagina 10: Installatie
Elektrische terminals Lage spanningen Hoofdspanningen max. 12 VAC / DC 230 VAC 50 - 60 Hz Op het bedieningspaneel LTDC Versie V3 + V4: VFS1 Grundfos Direct Sensor VFS2 Grundfos Direct Sensor LTDC Versie V1 + V4: CAN busverbinding (1 = hoog, 2 =... -
Pagina 11: Wandmontage
4. Hang de afdekklep weer op zijn plaats en bevestig hem met de schroef. 5. Schakel de voeding in en bedien de regelaar. Als een probleem optreedt met de bediening van de terminals, raadpleeg de video op onze YouTube-pagina: http://www.sorel.de/youtube... -
Pagina 12: Elektrische Aansluiting
Elektrische aansluiting Schakel de voeding uit en borg hem tegen onbedoeld inschakelen voordat u aan de eenheid gaat werken! Controleer dat er geen spanning op staat! Elektrische aansluitingen mogen uitsluitend worden gemaakt door een specialist en in naleving van de toepasselijke regelgeving. De eenheid mag niet worden ingeschakeld als er schade aan de behuizing zichtbaar is, bij- voorbeeld scheuren. -
Pagina 13: Bediening
Bediening Scherm en invoer De schermen (1), uitgebreide tekst- en grafische modus maken eenvoudige, bijna voor zichzelf sprekende bediening van de regelaar mogelijk. De LED (2) brandt groen wanneer de primaire pomp wordt inge- schakeld (automatische modus). De led (2) brandt rood als de bedieningsmodus "Off"... -
Pagina 14: Inbedrijfstellingshulp
Inbedrijfstellingshulp 1. Taal en tijd instellen 2. Inbedrijfstellingshulp/Inbedrijfstellingswizard a) selecteren, of b) sla over. De installatiewizard leidt u in de juiste volgorde langs de noodzakelijke basis- instellingen. Elke parameter wordt uitgelegd op het display van de regelaar. Door op de toets "Esc" te drukken, keert u terug naar de voorgaande instelling. b) Bij gratis inbedrijfstelling moeten de instellingen in de volgorde worden gedaan: Menu 9. -
Pagina 15: Statistieken
2. Statistieken Dient voor functiecontrole en langetermijnmonitoring van het systeem. Voor tijdafhankelijke functies zoals circulatie en anti-legionella en de evaluatie van systeemgegevens is het essentieel dat de tijd nauw- keurig op de controller wordt ingesteld. Bij onderbreking van de voe- ding blijft de klok nog ongeveer 24 uur lopen. -
Pagina 16: Bedrijfsmodus
3. Bedrijfsmodus Auto De automatische modus is de normale modus van de regelaar. Een goede regelaarfuncite waarbij rekening is gehouden met de hui- dige temperaturen en de ingestelde parameters is uitsluitend in de automatische modus aanwezig! Na een spanningsonderbreking keert de regelaar automatisch terug naar de laatst geselecteerde bedrijfsmodus. Handmatig De afzonderlijke relaisuitgangen, v-uitgangen en de aangesloten verbruikers kunnen worden gecontroleerd op een goede werking en correcte toewijzing. -
Pagina 17: Instellingen
4. Instellingen De regelaar vervangt in geen geval de beveiligingsinrichting op loca- tie! Tmin S1 Temperatuur op sensor 1 inschakelen/starten: Als deze waarde wordt overschreden op sensor 1 (collectorsensor) en niet aan de andere omstandigheden is voldaan, schakelt de regelaar de bijbehorende pomp of de klep in. Als de temperatuur op sensor 1 5 °C onder deze waarde daalt, wordt de pomp of klep weer uitgeschakeld. -
Pagina 18: Voorrangstemperatuur
Bij systemen met meerdere buffertanks wordt naar een verderop in het systeem geïnstalleerde buffertank of buffergebied geschakeld als de uitschakeltemperatuur S(X) wordt overschreden. Voorbeeld: als er meerdere buffertanks of buffergebieden zijn geïntegreerd in uw systeem, kunt u voorrang definiëren voor elke sensor van de buffertank of het buffergebied. -
Pagina 19: Herkoeling
Herkoeling Bij hydraulische solarinstallaties wordt, mits de retourkoelingfunctie geactiveerd is, overtollige energie uit de buffertank teruggestuurd naar de collector. Dit gebeurt alleen,als de temperatuur in de buffertank hoger is dan de waarde "Return cooling Tref", de collector minstens 20°C kouder is dan de buffertank en totdat de buffertanktemperatuur is teruggelopen tot de waarde "Return cooling Tref". Voor systemen met meerdere buffertanks geldt de retourkoeling voor alle buffertanks. -
Pagina 20: Speciale Functies
6. Speciale functies Wordt gebruikt voor het instellen van basisitems en uitgebreide functies. De instellingen in dit menu mogen uitsluitend worden gewijzigd door een specialist. Programmaselectie Hier wordt de hydraulische variatie die past bij de betreffende toepassing geselecteerd en ingesteld. Programmaselectie vindt normaal gesproken slechts eenmaal plaats tijdens het voor de eerste keer opstarten van onder- houd door een specialist. -
Pagina 21: Purgeertijd
M3-modus: De regelaar gaat over op de ingestelde min. snelheid na de snelheid. Als de temperatuur op de referentiesensors boven de hierna volgend in te stellen gevraagde temperatuur ligt, wordt het toerental verhoogd. Als de temperatuur op de referentiesensors onder de hierna volgend in te stellen gevraagde temperatuur ligt, wordt het toerental verlaagd. M4-modus (systeem met 2 buffertanks): Als de primaire buffertank wordt geladen, werkt de toerentalregeling zoals beschreven in M3. -
Pagina 22: Thermostaat
Thermostaat Middels de thermostaatfunctie kan extra energie worden toegevoegd aan het systeem terwijl de tijd en de temperatuur worden gere- geld. De thermostaat functie kan gebruik worden in 2 modi. “On” = het relais wordt ingeschakeld als alle schakeltoestanden zijn bereikt. “Inverted”... -
Pagina 23: Retourstroom Verhogen
Hier worden de gewenste periodes ingesteld dat de werking van de koeling is goedgekeurd. Voor elke dag van de week kunnen drie periodes worden gedefinieerd. Bovendien kunt u een individuele dag naar andere dagen kopiëren. De koelfunctie wordt uit- geschakeld buiten de ingestelde vrijgavetijden. Retourstroom verhogen Met deze functie wordt bijvoorbeeld de retourtemperatuur van en verwarmingscircuit verhoogd door de buffertank. -
Pagina 24: Warmteoverdracht
De functie Antilegionella wordt niet getoond in het menu "Beschermingsfuncties". In plaats daarvan wordt hij getoond als sub- menu van de bijbehorende speciale functie. Speciale functies met AL zijn: solar, brander, circulatie en compressor. Zodra hij opgewarmd is en "AL" is ingeschakeld, wordt informatie met de datum weergegeven op het scherm. Deze antilegionellafunctie biedt geen veilige bescherming tegen legionella, omdat de regelaar een adequate hoeveelheid energie nodig heeft en de temperaturen niet kunnen worden gemonitord in het gehele buffergebied en het aansluitende lei- dingensysteem. -
Pagina 25: Verschil
Het toegewezen relais wordt geactiveerd zodra een vooraf ingesteld temperatuurverschil (ΔT on/off) is tussen de bron- en de doel- sensor. Verschil Δ T verschil Inschakelverschil: Als dit temperatuurverschil is bereikt, schakelt het relais in. Uitschakelverschil: Als dit temperatuurverschil is bereikt, schakelt het relais uit. DF-bron Warmtebronsensor/warmtetoevoer voor verschilfunctie Stel de sensor van de warmtebron af. -
Pagina 26: Foutmelding
Het relais wordt ingeschakeld als een of meerdere ingestelde beschermingsfuncties worden geactiveerd. Deze functie kan worden omgekeerd zodat het relais wordt ingeschakeld (duur aan) en vervolgens weer wordt uitgeschakeld als een beschermingsfunctie wordt geactiveerd. Foutmelding Activeer of deactiveer functie De extrafunctie foutmeldingen activeert het relais voor bepaalde gebeurtenissen en deactiveert het pas weer als het informatiebericht over elke gebeurtenis is te lezen. -
Pagina 27: Warme Circuit
Relais is permanent ingeschakeld. Warme Circuit Een verwarmingscircuitpomp met vaste hysterese (+/- 1°) zo geregeld dat hij de doelwaarde bereikt. Een vertraging van 30 seconden vanaf activering/deactivering is vastgelegd om elektrische schokken te voorkomen. De RC21-ruimteregelaar kan worden gebruikt als ruimtesensor. -
Pagina 28: Vfs (X)
Voorbeeld: weergegeven collectortemperatuur 40°C, gemeten vorige temperatuur 39°C, weergegeven buffertanktemperatuur 30°C, gemeten retourtemperatuur 31°C betekent een instelling van -20% (weergegeven ∆T 10K, actueel ∆T 8K => -20% correctiewaarde) VFS (X) Het gebruikte type direct sensor wordt ingesteld in dit menu. VFS - Positie Dit menu wordt gebruikt om in te stellen of de direct sensor is gemonteerd in de toevoer- of de retourstroom. -
Pagina 29: Purgeertijd
U kunt het adres van de connector of de datalogger vinden op de adressticker op de buitenkant van de behuizing. Aanwijzingen en hulp over het tot stand brengen van een verbinding staan in de bijgevoegde SOREL Connect of de instructies van de datalogger. -
Pagina 30: Can-Bus-Id
MAC-adres Geeft het individuele MAC-adres van de datalogger weer. Autoconfiguratie (DHCP) Als autoconfiguratie is geactiveerd, heeft de datalogger IP-adressen en netwerkparameters nodig van een DHCP-server die een IP- adres, subnetmasker, gateway-IP en DNS-server-IP toewijst. Als u de autoconfiguratie (DCHP) deactiveert, moet u de vereiste net- werkinstellingen handmatig doen! IP-adres Zie de routerconfiguratie voor het IP-adres dat moet worden ingesteld. -
Pagina 31: Menuvergrendeling
7. Menuvergrendeling Beveilig de controller tegen onbedoelde wijzigen en compromis van basis- functies. Menuvergrendeling actief = " On" Menuvergrendeling uit = " uit" Menuvergrendeling uit Bovendien kan de menuweergave "Eenvoudig" worden gebruikt om menupunten te verbergen die na de inbedrijfstelling niet nodig zijn voor het dagelijks gebruik van de thermostaat. -
Pagina 32: Storingen/Onderhoud
Storingen/Onderhoud De zekering vervangen Reparaties en onderhoud mogen uitsluitend door een specialist worden uitgevoerd. Schakel de voeding uit en borg hem tegen onbedoeld inschakelen voordat u aan de eenheid gaat werken! Controleer dat er geen spanning op staat! Gebruik alleen beveiliging die bij het product geleverd werd of een soortgelijke beveiliging met de volgende specificaties: T2A / 250 V. -
Pagina 33: Extra Informatie
Extra informatie Externe relais op signaaloutput V(X) (0-10V / PWM) Verbind externe 0-10V relais met signaaloutput, bv. V1. CAN-bus 1. De CAN-apparaten worden serieel aangesloten met de CAN-buskabel. 2. De eerste en de laatste CAN-apparaten in deze seriële aansluiting moeten zijn voorzien van een afsluiter weerstand. -
Pagina 34: Bijlage
Bijlage Signaal In dit menu kunnen de van tevoren ingestelde profielen voor de signaal worden geselecteerd. Onder "Handmatig" kunnen alle instel- lingen handmatig worden gedaan. De instellingen kunnen altijd worden gewijzigd nadat een profiel is geselecteerd. Profiel Verwijder deze tekst en vervang hem door uw eigen tekst. Uitgangssignaal In dit menu wordt het acteurs type ingesteld: verwarmingspompen hebben de grootste uitvoer met een klein inangssignaal. -
Pagina 35: Technische Gegevens Pwm En 0-10V
Technische gegevens PWM en 0-10V Signaal weergeven Vertegenwoordigt het ingestelde signaal in een grafisch overzicht of tekst. Tips De onderhoudswaarden omvatten niet uitsluitend huidige meetwaarden en bedrijfsstatussen, maar ook alle instellingen voor de regelaar. Schrijf de onderhoudswaarden op na voltooiing van de inbedrijfstelling. In geval van onzekerheid over reacties van de regelaar of storingen zijn de onderhoudswaarden een bewezen en suc- cesvolle methode om op afstand een diagnose te stellen. -
Pagina 36: Eindverklaring
In principe onderhevig aan fouten en technische wijzigingen. Installatiedatum en -tijdstip Naam van installerend bedrijf: Ruimte voor aantekeningen: Uw gespecialiseerde dealer: Fabrikant: SOREL GmbH Mikroelektronik Reme-Str. 12 D - 58300 Wetter (Ruhr) +49 (0)2335 682 77 0 +49 (0)2335 682 77 10 info@sorel.de www.sorel.de...