Inhoudsopgave
Advertenties
Proeflapje
64
4-/3-draads overlock
Bij een gelijkmatig steekbeeld maken de grijperdraden (blauw/rood) lussen om de stofrand.
De naalddraden (groen/geel) zijn aan de bovenkant van de steek als rechte lijnen en aan de onderkant van
de steek als punten zichtbaar.
Steekbeeld
Grijperdraden maken lussen aan de onderkant
van de stof.
Grijperdraden maken lussen aan de
bovenkant van de stof.
Draad van de linkernaald maakt lussen aan de
onderkant van de stof.
Draad van de rechternaald maakt lussen aan
de onderkant van de stof.
Stofrand rolt op.
Naad rimpelt.
Tab. 1: Steek optimaliseren: 4-/3-draads overlock
Oplossing
> Verlaag de spanning van de draad van de
ondergrijper (rood).
> Verhoog de spanning van de draad van de
bovengrijper (blauw).
> Verlaag de spanning van de draad van de
bovengrijper (blauw).
> Verhoog de spanning van de draad van de
ondergrijper (rood).
> Verhoog de spanning van de draad van de
linkernaald (geel).
> Verlaag de spanning van de draad van de
ondergrijper (rood).
> Verhoog de spanning van de draad van de
rechternaald (groen).
> Verlaag de spanning van de draad van de
bovengrijper (blauw).
> Verlaag de spanning van de draad van de
ondergrijper (rood).
> Verhoog de waarde van de mtc-draadcontrole.
> Stel een kleinere snijbreedte «CW» in.
> Controleer of de rolzoomhendel op «N» staat.
> Verlaag de spanning van de draad van de
linkernaald (geel).
> Verlaag de spanning van de draad van de
rechternaald (groen).
> Stel het differentieeltransport in op een waarde
tussen 1 en 0,6 (rekken).
> Stel een kleinere steeklengte «SL» in.
2023-06 NL 5040064.10A.05
Advertenties
Inhoudsopgave
