Beginnen met naaien
LET OP
34
4
Beginnen met naaien
4.1 Controle voordat u met naaien begint
Loop voor een succesvolle start van een project het volgende na.
• De machine is uitgeschakeld en de naaivoet staat omhoog.
• De stof en toepassingen zijn gekozen. (zie pagina 34)
• Het garen is gekozen. (zie pagina 34)
• De naald past bij het garen en het naaiproject. (zie pagina 36)
• De steek is gekozen. (zie pagina 42)
• De instellingen van de machine passen bij de gekozen steek. (zie pagina 42) / (zie pagina 44)
• De machine is ingeregen zoals aangegeven in de tabel met steken.
• Alle naalddraden en de grijperdraden liggen onder de naaivoet naar linksachter.
• Het deksel van de inrijger is gesloten.
> Zet de naaivoet omlaag.
> Druk op het pedaal om met naaien te beginnen.
– Er ontstaat een draadbundel.
– Als er geen draadbundel ontstaat, controleert u of de machine correct is ingesteld voor de
geselecteerde steek.
4.2 Stof kiezen
De keuze van de stof, in combinatie met naald, garen en steek, is doorslaggevend voor een perfect resultaat.
Het is raadzaam om een proeflapje te maken met de gekozen stof. (zie pagina 63)
4.3 Garen kiezen
Er is een grote keuze aan naaigarens en speciale overlockgarens verkrijgbaar, met een verschillende dikte en
diverse vezelcombinaties.
• Kies voor kwalitatief hoogwaardig overlockgaren voor een optimaal resultaat.
• Gebruik garenklossen/-spoelen die geschikt zijn voor overlockmachines.
Draadbreuk door verkeerde verhouding naald/garen of garen/grijper
De draad moet zonder weerstand door de draadgeleider kunnen glijden.
De draad moet zonder weerstand in het grijper- of naaldoog kunnen worden ingeregen.
Kies bij dikke naald- of grijperdraden voor een grotere steeklengte en stel een lagere draadspanning in.
2023-06 NL 5040064.10A.05