8.3
Navigatie en gegevensinvoer
8.3.1
Parameter in een submenu selecteren
1. De programmeerbeveiliging deactiveren (zie pagina 65 ).
Belangrijk
Als bij geactiveerde programmeerbeveiliging wordt geprobeerd de parameter te wijzigen, dan
wordt op het LCD-scherm de melding "* Prog. protect.*" (programmeerbeveiliging) afgebeeld.
2. Bedieningstoets "C/CE" eenmaal indrukken.
Het LCD-scherm schakelt om naar de menumodus.
3. Met de bedieningstoetsen "Data" en "Step" het gewenste menu selecteren.
4. Daarna de functie "Enter" (bedieningstoetsen "Data" en "Step" tegelijk indrukken) uitvoeren.
De actueel ingestelde parameter wordt geaccentueerd weergegeven.
5. De functie "Enter" nog eenmaal uitvoeren.
6. Nog eenmaal de stappen 1 tot 4 uitvoeren.
Achter de actueel ingestelde parameter wordt een onderstreping weergegeven.
7. Nu met de bedieningstoets "Data" of "Step" de nieuwe parameter selecteren en met de
functie "Enter" overnemen.
8. De programmeerbeveiliging weer activeren (zie pagina 66 ).
8.3.2
Parameterwaarde wijzigen
Bij meerdere parameters is het vereist een getalswaarde in te voeren. Ook de invoer van
getallen vindt plaats met de bedieningstoetsen "Data" en "Step".
Als de parameter wordt geselecteerd, waarbij invoer van een getal is vereist, wordt de regel
linksboven een "0" en wordt in de regel daaronder de bijbehorende eenheid afgebeeld.
1. Mit de bedieningstoets "Data" de waarde van de positie van het getal invoeren.
Bij het herhaald indrukken van deze bedieningstoets worden doorlopend na elkaar de cijfers
1 tot 0 en eventueel speciale symbolen afgebeeld.
2. Op de bedieningstoets "Step" drukken zodra de waarde van de getalpositie correct is
ingesteld.
Bij de volgende getalpositie verschijnt nog een "0".
3. Stap 1 herhalen tot hier ook de getalswaarde correct is ingesteld.
4. De stappen 2 en 3 net zolang herhalen tot hier ook de volledige getalswaarde is ingesteld.
5. Vervolgens de functie "Enter" uitvoeren.
De getalswaarde van de parameter wordt overgenomen.
8.3.3
Opslag van de parameter
Belangrijk
Bij een uitval van de hulpstroom worden alle parameters van het apparaat en de tellerstand
veilig in een FRAM opgeslagen. Daardoor is de met omvormer direct naar het opnieuw
inschakelen weer bedrijfsklaar.
D184B097U11
FV4000 / FS4000
Parameters instellen
63