Elektrische aansluitingen
5.2.4.1
Installatie van de signaalkabel (alleen gescheiden constructie)
De vortex- resp. Drall-debietmeter FV4000-VR4 / FS4000-SR4 in gescheiden constructie zijn
gebaseerd op de compacte apparaten FV4000-VT4 / FS4000-ST4 met alle opties. De
meetomvormer wordt gescheiden van de meetwaardeopnemer gemonteerd als deze is
ingebouwd op lastig toegankelijke plaatsen. Deze uitvoering biedt ook voordelen bij extreme
omgevingsomstandigheden op de meetlokatie. De afstand tussen de meetwaardeopnemer en
meetomvormer mag maximaal 10 m (33 ft) bedragen. Een speciale kabel verbindt de
meetwaardeopnemer met de meetomvormer. De kabel is vast aangesloten op de
meetomvormer.
Afb. 31: Vortex- / Drall debietmeter
Belangrijk
De volgende punten moeten bij de installatie van de signaalkabel in acht genomen worden.
•
De signaalkabel voert een spanningssignaal van slechts enkele millivolts en moet daarom
langs de kortste weg aangesloten worden. De maximaal toegestane signaalkabellengte
bedraagt 10 m (33 ft).
•
Leidingen afgeschermd leggen en op bedrijfsaardepotentiaal leggen. Voor dit doel de
afscherming van de kabel onder de kabelklem vastklemmen.
•
De signaalkabel niet in de nabijheid van grotere elektrische machines en schakelelementen,
plaatsen die strooivelden, schakelimpulsen en inducties veroorzaken. Als dit niet mogelijk is,
dient de signaalkabel in een metalen buis te worden geplaatst en moet deze op de
bedrijfsaarde worden aangesloten.
•
Bij de installatie dient er op gelet te worden, dat de kabel met een waterzak wordt
aangelegd. Bij verticale inbouw de kabelwartels naar beneden uitlijnen.
Na
meetwaardeopnemer afgekort. Het overgedragen signaal tussen opnemer en meetomvormer
wordt niet versterkt. Daarom de aansluitverbindingen zorgvuldig doorvoeren. De draden in de
aansluitdoos zo aanleggen, dat zij geen last van trillingen hebben.
42
FV4000-VR4
de
voltooide
inbouw
wordt
de
verbindingskabel
FV4000 / FS4000
FS4000-SR4
op
de
lengte
tot
D184B097U11
G00708
aan
de