6.6
Controle van de parameters
Het meetsysteem wordt volgens de bestelopgaven van ABB Automation Products
geparametreerd en alle vereiste waarden worden ingesteld. Omdat de apparaten universeel
inzetbaar zijn, d.w.z. voor vloeistoffen en gassen, wordt aanbevolen bij de ingebruikname de
volgende parameters in de meetomvormer te controleren resp. te veranderen:
Parameter
Nominal diameter
k-factor
Operating mode
Qmin operation
Unit totalizer
Damping
Display submenu
D184B097U11
Controle
•
Waarde van het typeplaatje controleren.
•
De afgebeelde waarde moet met de waarde op de
meetwaardeopnemer overeenkomen.
•
Gewenste bedrijfsmodus selecteren.
•
Met welke eenheid moet het apparaat het debiet afbeelden resp.
de debietteller de waarden optellen?
•
Selectie tussen volume- en massaeenheden (afhankelijk van de
gekozen bedrijfsmodus).
•
Het gewenste meetbereik in boven geselecteerde eenheid met de
parameter "Qmax bedrijfsmodus" invoeren.
•
Bereik 0,15 ... 1,15 x "QmaxDN operation".
•
Controle van de voor-/naloophoeveelheid
•
Bereik 0,02 ... 0,25 x QmaxDN
•
Selectie van de debieteenheid voor de interne debiettelling met de
parameter. Deze eenheid is ook voor de impulsuitgang
(schakeluitgang over de klemmen 41 / 42) geldig.
•
Aanspreektijd van de elektronica werkt op de plaatselijke
weergave, de impulsuitgang en het transducerblok.
•
Configuratie van de plaatselijke weergave.
•
Eventueel configuratie van de schakeluitgang.
FV4000 / FS4000
Inbedrijfstelling
51