5.2.3
Standaarduitvoering, PROFIBUS PA / FOUNDATION fieldbus
1. Voor de elektrische aansluiting van de meetomvormer een geschikte buskabel gebruiken.
Er wordt een afgeschermde, gevlochten kabel aanbevolen (afhankelijk van IEC 61158-2
verdienen de typen A of B de voorkeur).
Belangrijk
De toegelaten leidinglengte in het segment, inclusief alle aftakkingen, is tot maximaal 1900 m
(6234 ft) beperkt. Deze is van het kabeltype en de ontstekingcategorie (Ex-bescherming)
afhankelijk. Bij Ex-bescherming is tot 1000 m (3281 ft) volgens FISCO-model geen
afzonderlijke Ex-beschouwing vereist. Maar voor grotere leidinglengten is dit wel vereist.
2. Het deksel van het kabelaansluitcompartiment aan de achterzijde van de meetomvormer
losschroeven.
Belangrijk
Na het uitschakelen van de hulpstroom moet voor het openen van de explosieveilig
gekapselde behuizing een wachttijd van t > 2 min worden aangehouden.
3. De kabelmantel en de afscherming verwijderen en de aders blank maken en deze op de
betreffende klemmen aansluiten (zie paragraaf "kabelaansluitcompartiment").
4. De buskabel via de kabelwartel in het kabelaansluitcompartiment brengen en ter hoogte van
de afscherming met de trekontlasting beschermen tegen ongewild uittrekken.
5. Kabelwartels vast aandraaien.
Attentie - Beschadiging van componenten!
Als de buskabel niet met de trekontlasting beveiligd is, is de afscherming niet functioneel
geaard. Bovendien kan bij ongewild uitgeoefende, voldoende trekkracht de kabel geheel uit de
behuizing van de meetomvormer getrokken worden, waardoor de elektrische verbinding
verbroken raakt.
De mantel van de buskabel mag niet beschadigd worden. Alleen zo blijft de beveiligingsklasse
IP 67 voor de debietmeter gegarandeerd.
6. De blank gemaakte aders op de betreffende klemmen aansluiten (zie paragraaf
"Kabelcompartiment").
7. Het deksel van de kabelaansluitcompartiment volledig aanschroeven en handvast
aantrekken. Let daarbij op correcte ligging van de dekselpakking.
D184B097U11
FV4000 / FS4000
Elektrische aansluitingen
39