1.7
Veiligheidsaanwijzingen m.b.t. het transport
Bij het transport van het apparaat (m.n. bij apparaten van meer dan 50 kg (110,23 lbs)) moeten
de volgende aanwijzingen worden opgevolgd:
•
De eventuele niet centrale locatie van het zwaartepunt.
•
Eventueel aanwezige aanslagpunten.
•
Transportbeveiligingen (bijv. afsluiting van openingen).
1.8
Veiligheidsaanwijzingen voor de montage
U moet de volgende aanwijzingen opvolgen:
•
De stroomrichting moet met de markering op het apparaat, indien aanwezig,
overeenstemmen.
•
Bij alle flensbouten het maximale aandraaikoppel respecteren.
•
Apparaten zonder mechanische spanning (torsie, buigingen) inbouwen.
•
Tussenflensapparaten met vlakparallelle contraflenzen monteren.
•
Apparaten slechts voor de voorziene bedrijfsomstandigheden en met geschikte pakkingen
monteren.
•
Bij trillingen van de buisleiding de flensbouten en moeren tegen lostrillen beveiligen.
•
De vereiste buislengte vóór en na het apparaat aanhouden.
•
De buisleiding vóór en na het apparaat ondersteunen.
1.9
Veiligheidsaanwijzingen voor de elektrische installatie
De elektrische aansluiting mag slechts door bevoegd personeel volgens de schema's worden
uitgevoerd.
De instructies voor de elektrische aansluiting in de handleiding in acht nemen, anders kan de
elektrische beschermklasse achteruit gaan.
Het meetsysteem moet overeenkomstig de eisen geaard worden.
Belangrijk
De meetomvormer voldoet aan de EMC-vereisten volgens EN 61326 / NAMUR NE21. Bij
geopend deksel van de behuizing van de meetomvormer is de EMC-afscherming en de
aanraakbescherming opgeheven.
Let u vooral op de bijzondere aanwijzingen voor explosiebeveiligde apparaten in het hoofdstuk
"Ex-relevante technische gegevens".
Om een veilige installatie te waarborgen dient de handleiding te worden aangehouden. Alle
aanwijzingen inzake installatie en veiligheid zijn aangegeven in de handleiding van het
betreffende apparaat. Het symbool op het typeplaatje wijst op het volgende:
In afhankelijkheid van het toepassingsdoeleinde moet de exploitant bovendien de nationale
installatievoorschriften in acht nemen die van toepassing zijn. (b.v. NEC, CEC, ATEX 137,
IEC 60079-14, enz.).
D184B097U11
Om een veilig gebruik te waarborgen gelieve aandacht te besteden aan de
aanvullende veiligheidsaanwijzingen die vermeld zijn in de handleiding en
certificaten.
FV4000 / FS4000
Veiligheid
13