12.10 Meetstoftemperatuur
Belangrijk
Opgaven in hoofdstuk "Ontstekingscategorie" in aanmerking
nemen!
Toegestaan temperatuurbereik van de afdichting aanhouden.
FV4000-VT4/VR4
Standaard
-55 ... 400 °C
HT-uitvoering
(-67 ... 752 °F)
12.11 Isolering van de debietmeter
De buisleiding mag max. tot 100 mm (4 inch) bovenzijde geïsoleerd
worden.
Toepassing van begeleidende verwarmingen
Begeleidende verwarmingen mogen onder de volgende voorwaarden
worden toegepast
•
Als deze onmiddellijk vast of om de buisleiding aangelegd zijn.
•
Als deze bij aanwezige buisleidingisolatie binnen de isolatie zijn
aangelegd (moet de maximale hoogte van 100 mm (4 inch)
worden aangehouden).
•
Als de maximaal optredende temperatuur van de begeleidende
verwarming ≤ de max. mediumtemperatuur is.
De condities voor de installateur volgens EN 60079-14 moeten
worden opgevolgd!
Er moet op worden gelet dat de inzet van begeleidende verwarmingen
geen storende invloed uitoefent op de EMC-bescherming van het
apparaat, of extra trillingen kan veroorzaken.
Afb. 59: Isolatie van de debietmeter
1 Maximaal 100 mm (4 inch)
Wechsel ein-auf zweispaltig
D184B097U11
FS4000-ST4/SR4
-55 ... 280 °C (-67 ... 536 °F)
-
12.12 Omgevingscondities
Klimatologische bestendigheid volgens DIN 40040
Goedgekeurd omgevingstemperatuurbereik
Ex-veiligheid / Model
Zonder /
VT40 en VR40 / ST40 en SR40
Ex ib /
VT41 en VR41 / ST41 en SR41
Ex ia /
VT4A en VR4A / ST4A en
SR4A
Ex d /
VT42 en VR42 / ST42 en SR42
FM
/
C
US
VT43 en VR43 / ST43 en SR43
1) Categorie 2D (stof Ex) maximaal 60 °C (140 °F)
Toegestane luchtvochtigheid
Uitvoering
Standaard
Klimaatbestendig
70
60
1
50
40
30
20
10
0
-10
-20 opt. -55
-50
0
Afb. 60: Relatie tussen de meetstoftemperatuur en de
omgevingstemperatuur
1
Omgevingstemperatuur
2
Meetstoftemperatuur
3
Toegestaan
temperatuurbereik voor
standaard ontwerp
(≤ 280 °C (≤ 536 °F))
1
)
Voor de voedingsstroomkring (klemmen 31 / 32) en de schakeluitgang 41, 42 zijn
kabels, die voor temperaturen tot T = 110 °C (230 °F) geschikt zijn, onbeperkt
inzetbaar. Kabels, die alleen voor een temperatuur tot T = 80 °C (176 °F)
geschikt zijn,
voor de
met
Stekkeraansluiting.
Belangrijk
Bij temperaturen < 0 °C (< 32 °F) en > 55 °C (> 131 °F)
kunnen er belemmeringen voor de afleesbaarheid van het
display ontstaan. De functionaliteit van het meetapparaat en
de uitgangen blijft daardoor onbeïnvloed.
Omgevingstemperaturen < -20 °C (< -4 °F) zie
bestelspecificaties.
Opgaven in het hoofdstuk 13 "Technische gegevens
meetomvormer" in aanmerking nemen.
FV4000 / FS4000
Technische gegevens
Temperatuurbereik
-20 ... 70 °C (-4 ... 158 °F)
-55 ... 70 °C (-67 ... 158 °F)
-20 ... 70 °C (-4 ... 158 °F)
-40 ... 70 °C (-67 ... 158 °F)
-20 ... 60 °C (-4 ... 140 °F)
-30 ... 60 °C (-40 ... 140 °F)
-20 ... 60 °C (-4 ... 140 °F)
-40 ... 60 °C (-40 ... 140 °F)
-20 ... 70 °C (-4 ... 158 °F)
-45 ... 70 °C (-49 ... 158 °F)
Vocht
Relatieve vochtigheid 85 %,
Jaargemiddelde ≤ 65 %
Relatieve vochtigheid
≤ 100 % permanent
3
4
4
4
150 160
50
100
200
250
4 Installatie voor
mediumtemperatuur
> 150 °C (302 °F)
5 HT-ontwerp
(≤ 400 °C (≤ 752 °F)),
alleen FV4000-VT4
beperken de temperatuurbereiken. Deze beperkingen gelden ook
VR-variant (remote uitvoering) en de PROFIBUS PA-uitvoering
1)
1)
1)
5
280
400
2
109