Elektrische aansluitingen
5.2.2.1
Voedingsspanning, 4 ... 20 mA / HART
Elektrische parameter
Voedingsspanning
Voedingsspanning
Max. toel. belasting voor voedingsapparaat
(b.v. display, last)
Maximaal toelaatbare last voor de
uitgangskring (wordt door het
voedingsapparaat bepaald)
Afb. 28: Belastingsdiagram van de stroomuitgang; last over hulpstroom
Bij de HART-communicatie bedraagt de kleinste last 250 Ω. De last R
aanwezige voedingsspanning U
R
E
Afb. 29: Stroomuitgang
1 Voor-/naloophoeveelheid
De meetwaarde-uitgifte aan de stroomuitgang heeft het in de afbeelding getoonde gedrag:
Boven de voor-/naloophoeveelheid beweegt zich de stroom op een rechte, die 4 mA bij
bedrijfsmodus Q = 0 had en 20 mA bij de bedrijfsmodus Q = Qmax. Op grond van de
naloophoeveelheid afschakeling wordt het debiet onder x % Qmax of de naloophoeveelheid op
0 gezet, d.w.z. de stroom bedraagt 4 mA.
38
[k ] Ω
R
B
1,6
1,4
1,2
1,0
0,8
0,6
0,4
0,2
0,0
10
U
S
I
B
20 mA
4 mA
FV4000 / FS4000
Waarde
U
≥ 14 V DC
B
U
= 14 ... 46 V DC
S
R
B
R
15
20
25
30
35
40
en de gekozen signaalstroom als volgt berekend:
S
1
0
U [V, DC]
S
45
50
G00644
wordt afhankelijk van de
E
Q
Qmax
D184B097U11