Inhoud Veiligheid...............................7 Algemeen en leestips .............................7 Reglementair gebruik .............................7 Ondeskundig of onachtzaam gebruik......................8 Doelgroep en kwalificaties..........................8 Garantiebepalingen ............................8 Labels en Symbolen............................9 1.6.1 Veiligheids-/ Waarschuwings-, Aanwijzingssymbolen ................9 1.6.2 Typeplaatje / Fabrieksplaatje ........................10 Veiligheidsaanwijzingen m.b.t. het transport....................13 Veiligheidsaanwijzingen voor de montage ....................13 Veiligheidsaanwijzingen voor de elektrische installatie................13 1.10 Veiligheidsaanwijzingen voor het gebruik ....................14...
Pagina 4
Inhoud 4.11 Draaien van het display..........................31 Elektrische aansluitingen ..........................32 Kabelaansluitcompartiment ..........................33 5.1.1 HART-uitvoering............................33 5.1.2 Veldbusuitvoering..........................35 Aansluiting van de kabel ..........................36 5.2.1 Standaarduitvoering, HART ........................36 5.2.2 Aansluiting via de drukbestendige kabelwartel (uitvoering “Ex d”) ............36 5.2.3 Standaarduitvoering, PROFIBUS PA / FOUNDATION fieldbus ............39 5.2.4 Gescheiden constructie ........................41 M12-stekker, PROFIBUS PA ........................44...
Pagina 5
Inhoud Parameterbeschrijving..........................82 8.7.1 Nominale diameter ..........................82 8.7.2 Gemiddelde k-factor..........................82 8.7.3 Hardwareconfig.............................83 8.7.4 Storing 3/9.............................84 8.7.5 Normfactor ............................85 8.7.6 Bedrijfsdichtheid............................85 Parametrering van gas, stoom en vloeistoffen.....................86 Foutmeldingen............................88 Storingenregister ............................88 9.1.1 LCD-weergave van het storingenregister zonder storing ..............88 9.1.2 LCD-weergave van het storingenregister met storingen ..............88 9.1.3 Netuitvalteller ............................88 9.1.4...
Veiligheid Veiligheid Algemeen en leestips Voor de montage en ingebruikname moet u deze handleiding zorgvuldig doorlezen! De handleiding is een belangrijk onderdeel van het product en moet voor naslagdoeleinden bewaard worden. De handleiding bevat voor de duidelijkheid niet alle gegevens over alle uitvoeringen van het product en houdt ook geen rekening met ieder denkbare situatie in verband met inbouw, gebruik of onderhoud.
Voor toepassing van corrosieve en schurende meetstoffen moet de exploitant vaststellen of alle componenten die met de meetstoffen in aanraking komen hiertegen bestand zijn. ABB Automation Products GmbH wil graag adviseren bij de keuze daarvan, maar kan hiervoor geen aansprakelijkheid overnemen.
Veiligheid Labels en Symbolen 1.6.1 Veiligheids-/ Waarschuwings-, Aanwijzingssymbolen GEVAAR – <zware schade voor gezondheid / levensgevaar> Dit symbool in combinatie met het signaalwoord “Gevaar” duidt een direct dreigend gevaar aan. Het niet opvolgen van deze veiligheidsaanwijzing heeft de dood of de zwaarste verwondingen tot gevolg.
Veiligheid 1.6.2 Typeplaatje / Fabrieksplaatje 1 Typeplaatje 2 Typeplaatje Ex 3 Fabrieksplaatje G00992 Afb. 1 1.6.2.1 Identificatie van de apparaatuitvoering 1. Identificatie van het model: Het modelnummer van het apparaat (zie pos. 1 in de beschrijving van de typeplaatjes) bevindt zich op het typeplaatje. Het aansluitschema staat vermeld in het hoofdstuk “Elektrische aansluiting”.
Veiligheid Veiligheidsaanwijzingen m.b.t. het transport Bij het transport van het apparaat (m.n. bij apparaten van meer dan 50 kg (110,23 lbs)) moeten de volgende aanwijzingen worden opgevolgd: • De eventuele niet centrale locatie van het zwaartepunt. • Eventueel aanwezige aanslagpunten. •...
Veiligheid 1.10 Veiligheidsaanwijzingen voor het gebruik De werking met corrosieve vloeistoffen en / of cavitatie kan aanleiding geven tot beschadiging van de drukvoerende delen. Bij doorstroming van hete vloeistoffen kan aanraking van het oppervlak tot brandwonden aanleiding geven. Agressieve of corrosieve vloeistoffen kunnen beschadiging van de aan media blootstaande componenten veroorzaken.
Veiligheid 1.13 Technische grenswaarden Het apparaat is uitsluitend bestemd voor toepassing binnen de op het typeplaatje en op de informatiebladen vermelde technische grenswaarden. De volgende technische grenswaarden moeten worden aangehouden: • De toegestane werkdruk (PS) en de toegestane meetmateriaaltemperatuur (TS) mogen de druk-temperatuur-waarden (p/T-ratings) niet overschrijden.
Volgens de EU-richtlijnen voor gevaarlijke stoffen is de eigenaar van afval verantwoordelijk voor de juiste afvoer en moet bij verzending op de volgende voorschriften worden gelet: Alle aan ABB Automation Products GmbH geleverde apparaten moeten vrij zijn van gevaarlijke stoffen (zuren, logen, oplossingen, etc.).
(PBB) en polygebromeerde difenylethers (PBDE) bevatten (z.g. verboden stoffen). De door de ABB Automation Products GmbH geleverde producten vallen niet onder het nu geldende stoffenverbod resp. de richtlijn voor elektrische en elektronische oude apparaten volgens de ElektroG-norm.
Opbouw en werking Opbouw en werking Meetprincipes 2.1.1 Vortexdebietmeter De werking van de vortexdebietmeter is gebaseerd op de z.g. “Karmanschen Wirbelstraße”. Bij de bluff bodies die door het meetmedium omstroomd worden, vormen zich aan beide zijden afwisselend wervelingen. Deze wervelingen worden door de stroming veroorzaakt en er ontstaat een traject van wervelingen, de z.g.
Pagina 19
Opbouw en werking De te analyseren opgewekte wervelfrequentie is derhalve alleen nog afhankelijk van de stroomsnelheid en onafhankelijk van de dichtheid en viscositeit van de meetstof. De met de opgewekte werveling gepaard gaande lokale drukveranderingen worden door een piëzosensor gedetecteerd en in een elektrische impuls omgezet die overeenkomt met de wervelfrequentie.
Opbouw en werking 2.1.2 Drall-debietmeter Een stuurelement in de inlaat zet de axiaal binnenstromende meetstof om in een draaiende beweging. In het rotatiecentrum wordt een wervelkern gevormd, die via een retourstroming tot een spiraalvormige secundaire draaiing wordt gedwongen. De frequentie van de secundaire draaiing is recht evenredig aan het debiet en verhoud zich lineair over een groot meetbereik bij een geoptimaliseerde geometrie van het meetapparaat.
Opbouw en werking Montage G00701 Afb. 10 1 Sensor 8 DSP 2 Trillingssensor 9 FIR Filteralgoritme en 3 Debietsensor versterkingsregeling 4 Versterker met automatische 10 Seriële interface versterkingsregeling 11 Frequentie 5 Versterkingsregeling 12 CPU 6 Versterker 13 Stroomuitgang 7 A/D-D/A-omzetter 14 Schakeluitgang 1) FIR = Finite Impulse Response De debiet- en de trillings-piëzo-elementen uit de sensor leveren signalen die via een versterker...
Opbouw en werking Apparaatuitvoeringen Er worden in het algemeen twee constructies onderscheiden. 2.3.1 Compacte constructie De meetomvormer is direct op de meetwaardeopnemer gemonteerd. G00699 Vortexdebietmeter Vortexdebietmeter Drall-debietmeter FV4000-VT4 FV4000-VT4 FS4000-ST4 Tussenflensuitvoering Flensuitvoering Flensuitvoering Afb. 11 2.3.2 Gescheiden constructie De meetomvormer kan tot op een afstand van 10 m (33 ft) van de meetwaardeopnemer worden geïnstalleerd.
Transport Transport Testen Inspecteer de apparaten voor de installatie op eventuele beschadigingen ten gevolge van een onoordeelkundig transport. Transportbeschadigingen dienen in de vrachtbrief worden opgenomen. Eventuele schade-eisen onverwijld en voor de installatie aan de expeditiefirma overmaken. Transport van flensapparaten van kleine DN 350 Waarschuwing –...
Montage Montage Wechsel ein-auf zweispaltig Inbouwvoorwaarden Aanbevolen inlaat- en uitlaatleidingstukken Een vortex of Drall-debietmeter kan op een willekeurige plek in het 4.2.1 Vortexdebietmeter buisleidingsysteem worden ingebouwd. Maar er moet wel op de volgende inbouwcondities gelet worden: Om de volledige veiligheid bij het functioneren te garanderen moet het •...
Montage Inbouw bij hoge meetstoftemperaturen > 150 Inbouw van verstelinrichtingen °C (302 °F) Regel- en verstelinrichtingen moeten aan de uitloopzijde met een afstand van minstens 5 x DN worden geplaatst. Bij hoge meetstoftemperaturen > 150 °C (302 °F) moet de meetwaardeopnemer zo worden ingebouwd dat de meetomvormer opzij of naar onderen gericht is (zie de volgende afbeelding).
Montage Wechsel ein-auf zweispaltig Algemene aanwijzingen voor de montage De volgende punten moeten bij de montage in acht genomen worden: • De meetbuis moet altijd gevuld zijn. • De stroomrichting moet met de aanduiding, indien aanwezig, overeen komen. • Bij alle flensschroeven moet het maximale koppel aangehouden worden. •...
Montage Inbouw van de meetwaardeopnemer De meetwaardeopnemer kan bij inachtneming van de inbouwvoorwaarden op een willekeurige gewenste plaats in een buisleiding worden ingebouwd. 1. De meetwaardeopnemer vlakparallel en gecentreerd tussen de buisleidingen plaatsen. 2. Afdichtingen tussen de vlakken van de meetwaardeopnemer en de contraflenzen gebruiken. Belangrijk De afdichtingen van de meetwaardeopnemer en de meetwaardeopnemer gecentreerd plaatsen.
Montage Centrering van de tussenflensuitvoering De centrering van de tussenflensapparaten (alleen FV4000-VT4/VR4) vindt plaats via de buitendiameter van de behuizing van het opname-element met de bijbehorende bouten. Afhankelijk van de nominale druktrappen kunnen aanvullend hulzen voor de bouten, een centreerring (tot DN 80) resp. segmenten als toebehoren besteld worden. Afb.
Montage Isolering van de debietmeter De buisleiding mag max. tot 100 mm (4 inch) bovenzijde geïsoleerd worden. Toepassing van begeleidende verwarmingen Begeleidende verwarmingen mogen onder de volgende voorwaarden worden toegepast • Als deze onmiddellijk vast of om de buisleiding aangelegd zijn. •...
Montage 4.10 Uitlijning van de meetomvormer De behuizing van de meetomvormer kan tijdens de montage gedraaid worden in een stand zodat deze eenvoudig af te lezen is. Een eenvoudige mechanische blokkering van de behuizing van de meetomvormer verhindert een draaiing van meer dan 330°. Deze blokkering zorgt voor de bescherming van de kabel die van de meetwaardeopnemer afkomstig is.
Montage 4.11 Draaien van het display Om het display beter te kunnen aflezen en bedienen, kan dit worden verdraaid in stappen van 90°. Attentie - Beschadiging van componenten! Het apparaat moet eerst stroomloos geschakeld worden. De wachttijden voor het openen volgens de vermeldingen op het plaatje op de behuizing moeten worden aangehouden (zie hoofdstuk 11 “Ex-relevante technische gegevens”).
Elektrische aansluitingen Elektrische aansluitingen WAARSCHUWING - Algemene Gevaren! Bij de elektrische installatie moet u de betreffende voorschriften opvolgen! Alleen in spanningsloze toestand aansluiten! Omdat de meetomvormer geen uitschakelende elementen bezit, dient de installatie te worden voorzien van overstroombeveiligingen, bliksemafleiding resp. netscheidingsmogelijkheden (overspannings- / bliksemafleiding optioneel). Controleer of de aanwezige bedrijfsspanning overeenkomt die van de bedrijfsspanning op het typeplaatje.
Elektrische aansluitingen Kabelaansluitcompartiment 5.1.1 HART-uitvoering De meetomvormer is in tweedraadstechniek uitgevoerd d.w.z. dat de voeding en het meetsignaal (4 ... 20 mA) over dezelfde draad getransporteerd worden. Bovendien beschikt het apparaat nog over een schakeluitgang. G00711 Afb. 23: Kabelaansluitcompartiment 1 Aansluitklemmen stroomuitgang 3...
Pagina 34
Elektrische aansluitingen Aansluitvoorbeelden G00640 Afb. 24: Hulpstroom vanuit de centrale voedingseenheid 1 Functionele aarding G00641 Afb. 25: Hulpstroom (DC of AC) van voedingsapparaat 1 Functionele aarding 2 Voedingsapparaat FV4000 / FS4000 D184B097U11...
Elektrische aansluitingen 5.1.2 Veldbusuitvoering G00712 Afb. 26: Kabelaansluitcompartiment 1 Klem voor de afscherming van de 3 Aansluitklemmen "Schakeluitgang" buskabel 4 Functionele aarding 2 Aansluitklemmen "Bus" Aansluitconfiguratie Aansluiting Benaming PROFIBUS PA FOUNDATION fieldbus 41 (C9) Schakeluitgang + 42 (E9) Schakeluitgang - Klem voor de kabelafscherming, functionele aarde 1) Aansluiting voor PROFIBUS PA volgens IEC 1158-2 2) Aansluiting voor FOUNDATION fieldbus (H1)
Elektrische aansluitingen Aansluiting van de kabel 5.2.1 Standaarduitvoering, HART 1. Voor de elektrische aansluiting van de meetomvormer een geschikte voedingskabel gebruiken. 2. Het deksel van het kabelaansluitcompartiment aan de achterzijde van de meetomvormer losschroeven. Belangrijk Na het uitschakelen van de hulpstroom moet voor het openen van de explosieveilig gekapselde behuizing een wachttijd van t >...
Pagina 37
Elektrische aansluitingen G00712 Afb. 27: Elektrische aansluiting van de drukvaste uitvoering met geopende kabelwartel 1 Trekontlasting 3 Huls 2 Wartelmoer 4 Afdichting Belangrijk Na het uitschakelen van de hulpstroom moet voor het openen van de explosieveilig gekapselde behuizing een wachttijd van t > 2 min worden aangehouden. 1....
Elektrische aansluitingen 5.2.2.1 Voedingsspanning, 4 ... 20 mA / HART Elektrische parameter Waarde Voedingsspanning ≥ 14 V DC Voedingsspanning = 14 ... 46 V DC Max. toel. belasting voor voedingsapparaat (b.v. display, last) Maximaal toelaatbare last voor de uitgangskring (wordt door het voedingsapparaat bepaald) [k ] Ω...
Elektrische aansluitingen 5.2.3 Standaarduitvoering, PROFIBUS PA / FOUNDATION fieldbus 1. Voor de elektrische aansluiting van de meetomvormer een geschikte buskabel gebruiken. Er wordt een afgeschermde, gevlochten kabel aanbevolen (afhankelijk van IEC 61158-2 verdienen de typen A of B de voorkeur). Belangrijk De toegelaten leidinglengte in het segment, inclusief alle aftakkingen, is tot maximaal 1900 m (6234 ft) beperkt.
Elektrische aansluitingen 5.2.3.1 Busaansluiting De veldbus meetomvormer is geschikt voor aansluiting op de die ABB-multibarrière, de segmentkoppelaar (alleen uitvoering PROFIBUS PA) resp. aan speciale voedingsapparaten of een Linking Device (alleen uitvoering FOUNDATION fieldbus). Naast de busaansluiting (klemmen 31 / 32) is er nog een vrij configureerbare schakeluitgang (klemmen 41 / 42) beschikbaar.
Elektrische aansluitingen 5.2.4 Gescheiden constructie 1. Voor de elektrische aansluiting van de meetwaardeopnemer aan de meetomvormer de kabel gebruiken die op de meetwaardeopnemer aangesloten zit. 2. Het deksel van het kabelaansluitcompartiment aan de achterzijde van de meetomvormer losschroeven. Belangrijk Na het uitschakelen van de hulpstroom moet voor het openen van de explosieveilig gekapselde behuizing een wachttijd van t >...
Elektrische aansluitingen 5.2.4.1 Installatie van de signaalkabel (alleen gescheiden constructie) De vortex- resp. Drall-debietmeter FV4000-VR4 / FS4000-SR4 in gescheiden constructie zijn gebaseerd op de compacte apparaten FV4000-VT4 / FS4000-ST4 met alle opties. De meetomvormer wordt gescheiden van de meetwaardeopnemer gemonteerd als deze is ingebouwd op lastig toegankelijke plaatsen.
Pagina 43
Elektrische aansluitingen 5 (0.20) 10 (0.39) 55 (2.17) 87 86 85 84 83 81 9 x 15 9 x 16 9 x 6 G00710 Afb. 32: Kabelaansluitcompartiment van de meetwaardeopnemer (maten in mm (inch)) 1 Aansluitklemmen van de 3 Naar de meetomvormer meetwaardeopnemer 4...
Elektrische aansluitingen M12-stekker, PROFIBUS PA Naar keuze kan de elektrische aansluiting ook via een M12-stekker plaatsvinden. Het apparaat wordt dan volledig bedraad geleverd. De M12-stekker wordt op de plaats van de kabelwartel in de aansluitdoos gemonteerd. Belangrijk Passende bussen (type EPG300) evenals andere toebehoren staan op het informatieblad 10/636.44-xx aangegeven.
Elektrische aansluitingen Schakeluitgang De schakeluitgang is als functie via de software als impulsuitgang, als min- / max-alarm (temperatuur of debiet) of als systeemalarm te selecteren. Deze kan als NAMUR-contact (volgens DIN 19234) of als passieve optocoupler worden geconfigureerd. Schakeluitgang Ingang van bijv. SPS etc., met = 16 ...
Elektrische aansluitingen Configuratie van de schakeluitgang Deze schakeluitgang kan zowel als NAMUR-contact of als optocoupler worden geconfigureerd. 10 K G00720 Draaischakelaar naar links: NAMUR-contact Draaischakelaar naar rechts: optocoupler Afb. 37: principetekening van de schakeluitgang De schakeluitgang van de meetomvormer is af-fabriek op grond van de bestelcode geconfigureerd.
Elektrische aansluitingen 4. De configuratieschakelaar overeenkomstig de volgende afbeelding instellen. G00996 Afb. 38: Locatie van de configuratieschakelaar 5. De meetomvormer weer voorzichtig in de behuizing plaatsen. Let daarbij op de perfecte centrering. Attentie - Beschadiging van componenten! Als de meetomvormer verkeerd in de behuizing wordt geplaatst kunnen de elektrische connectoren aan de achterzijde verbuigen of afbreken.
Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling Controle voor de inbedrijfstelling Voor de inbedrijfname moeten de volgende punten getest worden: • De hulpstroom moet uitgeschakeld zijn. • De hulpstroom moet met de opgave op het typeplaatje overeenkomen. • De configuratie van de diverse draden moet overeenkomstig het aansluitschema uitgevoerd zijn.
Inbedrijfstelling Busadres instellen (PROFIBUS PA) Als voor het busadres geen opgaven van de klant beschikbaar zijn dan wordt het adres bij uitlevering op "126" ingesteld (adressering via de bus). Het adres moet bij de inbedrijfname van het apparaat in het geldige bereik (0, 2 … 125) worden ingesteld. Belangrijk Het ingestelde adres mag in het segment slechts eenmaal aanwezig zijn.
Inbedrijfstelling Vastleggen van de adresmodus Stand van schakelaar 8 Adresmodus Off (bus) De adressering gebeurt via de bus. On (lokaal) De adressering gebeurt via microschakelaars 1 tot 7. Belangrijk De overname van het adres vindt bij lokale adressering alleen plaats bij het inschakelen van het apparaat.
Inbedrijfstelling Controle van de parameters Het meetsysteem wordt volgens de bestelopgaven van ABB Automation Products geparametreerd en alle vereiste waarden worden ingesteld. Omdat de apparaten universeel inzetbaar zijn, d.w.z. voor vloeistoffen en gassen, wordt aanbevolen bij de ingebruikname de volgende parameters in de meetomvormer te controleren resp. te veranderen:...
Communicatie Kommunikation Communicatie Communicatie HART-protocol HART-protocol dient voor digitale communicatie tussen procesbeheersingssysteem / PC, handheld terminal en de vortex- / Drall-debietmeter. Alle parameters, zoals de meetlokatieparameter, kunnen daarmee van de meetomvormer naar het procesbeheersingssysteem resp. de PC worden overgedragen. Omgekeerd is een nieuwe configuratie van de meetomvormer ook op deze manier mogelijk.
Pagina 53
HART-protocol wordt in gebruiksaanwijzing D184B108Uxx behandeld. 4 - 20 mA = 250 Ω B min HART RS232C G00790 Afb. 41: HART-communicatie 1 FSK-modem Belangrijk De huidige DD / EDD bestanden kunnen ook op de homepage van ABB http://www.abb.com/flow gedownload worden. D184B097U11 FV4000 / FS4000...
De veldbus-meetomvormer zijn geschikt voor aansluiting op de segmentkoppelaar DP / PA en de ABB multibarrière MB204. De PROFIBUS PA-interface van het apparaat is conform profiel B V.3.0 (Fieldbus Standard PROFIBUS, EN 50170, alias DIN 19245 [PRO91]). Het overdrachtssignaal van de meetomvormer is overeenkomstig IEC 61158-2 gemaakt.
Pagina 55
Lösungen von ABB” (Nr. 30/FB-10). Toebehoren zoals verdeler, verbinder en kabel staan vermeld op informatieblad 10/63-6.44. Bovendien bevindt aanvullende informatie zich zowel op de ABB homepage op http://www.abb.de als ook op de Homepage van de PROFIBUS gebruikersorganisatie op http://www.profibus.com. Systeemaansluiting Door de toepassing van PROFIBUS PA profiel B, V3.0 zijn de apparaten niet alleen...
Communicatie Blokweergave De weergave toont het functieschakeloverzicht van de in het apparaat aanwezige blokken. Acyclisch kan een communicatietool of ook een SPS met “Masterklasse 2” functionaliteit alle blokken voor de parametrering bewerken. Physical Block FF compatible Analog Communication Input Stack Block AI 1 Channel...
Communicatie Communicatie FOUNDATION fieldbus De veldbus-meetomvormer zijn geschikt voor aansluiting op speciale busvoedingen en de ABB multibarrière MB204. De uitgangsspanning mag bij de standaarduitvoering (model ...40) 9 ... 32 V DC bedragen. Bij de intrinsiek veilige uitvoering (model ...4A) is de spanning op 9 ...
Pagina 58
Verdere uitvoerige instructies voor de planning bevinden zich in de brochure “FOUNDATION fieldbus oplossingen van ABB” (Nr. 7592 FF brochure). Bovendien bevindt aanvullende informatie zich zowel op de ABB homepage op http://www.abb.de als ook op de Homepage van de Fieldbus Foundation onder http://www.fieldbus.org.
Pagina 59
Communicatie Blok Beschrijving Resource block Bevat apparaat-specifieke eigenschappen zoals bijv. software-versie TAG-nr. etc. Transducer block Bevat gegevens van de debietopnemer zoals bijv. nominale diameter, k-factor etc., evenals alle fabrikant-specifieke parameters, zover deze niet in het Al-blok zijn opgenomen. Daartoe behoren ook de parameters van de volumeteller. Bovendien bevat het transducer block nog een debietteller (totalizer).
Parameters instellen Parameters instellen Standaard display-weergave Na het inschakelen van het apparaat doorloopt de meetomvormer automatisch verschillende zelftestroutines. Aansluitend verschijnt de standaardweergave (procesinformatie). De schermopbouw is daarbij vrij configureerbaar. De volgende beeldweergaven kunnen worden afgebeeld: Beeldweergave Bedrijfsdebiet met Opgeteld Meetstoftemperatuur fysieke weergave bedrijfsdebiet Weergave...
Pagina 62
Parameters instellen Bedieningstoetsen De gegevensinvoer vindt plaats bij afgeschroefd behuizingdeksel via drie bedieningstoetsen “Data”, “Step” en “C/CE” aan de bovenrand van de display-printplaat. Bedieningstoets Functie C/CE Met de bedieningstoets “C/CE” vindt de omschakeling plaats uit de bedrijfsmodus in het menu en omgekeerd. Step De bedieningstoets “Step”...
Parameters instellen Navigatie en gegevensinvoer 8.3.1 Parameter in een submenu selecteren 1. De programmeerbeveiliging deactiveren (zie pagina 65 ). Belangrijk Als bij geactiveerde programmeerbeveiliging wordt geprobeerd de parameter te wijzigen, dan wordt op het LCD-scherm de melding “* Prog. protect.*” (programmeerbeveiliging) afgebeeld. 2....
Specialist (niveau 2) In tegenstelling tot het menu “Standard” zijn in het menu “Specialist” alle klantrelevante menuparameters te zien. Service (niveau 3) Het “Service” menu is alleen toegankelijk voor de klantenservice van ABB Automation Products. 8.4.2 Parameter van de menuniveaus Standaard...
Parameters instellen Programmabeveiliging 8.5.1 Programmabeveiliging uitschakelen Belangrijk Voor de parametrering moet de programmeerbeveiliging worden uitgeschakeld. Stap Bedieningstoets / Display-weergave Opmerkingen Magneetsensor Qv % Standaardweergave 10.5 Language 1. Parametreermodus “C/CE”, “Step” of Er verschijnt een activeren. “Data” parameter 2. Menupunt Progr. “Progr.
Service_ Menu “Service”: „Step“ Aanvullende weergave van het servicemenu na invoer van het correcte servicecodenummer “SRV-Kode” (dit menu is alleen toegankelijk voor de ABB-service). Invoermethode: Uit tabel Wanneer een ander getal dan “0” „Enter“ + „Enter“ „Data“ ProgProt Change (fabrieksinstelling) voor de “P.protect.
Pagina 68
Parameters instellen Bedienings- Menupunt Bedienings- Ingestelde Bedienings- Instelbare Opmerkingen toetsen toetsen parameter toetsen parameter Meetstof: Vloeistof „Enter“ + Liquid Qv „Data“ Flow Liquid Bedrijfsmodus: Bedrijfsvolume „Step“ mode „Enter“ Selectie: Volumedebiet Belangrijk De selectie van de mogelijke bedrijfsmodi hangt af van het medium en van het sensortype.
Pagina 70
Parameters instellen Bedienings- Menupunt Bedienings- Ingestelde Bedienings- Instelbare Opmerkingen toetsen toetsen parameter toetsen parameter Selectie: „Enter“ + „Enter“ „Data“ Units °C_ °C, F, K „Step“ Temp „Enter“ Selectie: „Data“ Reference „Enter“ 20.0 °C -200.0 ... 500 „Step“ Temp Het menu verschijnt bij de selectie van de volgende bedrijfsmodi: Vloeibaar Qm (D), vloeibaar Qm (D,T), gasnorm Qn (Kmpf)
Pagina 71
Parameters instellen Bedienings- Menupunt Bedienings- Ingestelde Bedienings- Instelbare Opmerkingen toetsen toetsen parameter toetsen parameter Weergave van maximaal debietratio voor de „Enter“ + „Data“ QmaxDN 84.000 gekozen nominale diameter. „Step“ Actual m3/h „Enter“ Selectie: „Enter“ + „Enter“ „Data“ Qmax 84.000 0,15 ... 1,15 x QmaxDN m3/h „Step“...
Parameters instellen 8.6.2 Menustructuur – uitbreiding voor PROFIBUS PA Bedienings- Menupunt Bedienings- Ingestelde Bedienings- Instelbare Opmerkingen toetsen toetsen parameter toetsen parameter Modus van de display-weergave: Display „Enter“ „Enter“ 4 small _ „Data“ 1 large 1 grote en een kleine regel. 4 kleine regels. „Step“...
Pagina 78
Parameters instellen Bedienings- Menupunt Bedienings- Ingestelde Bedienings- Instelbare Opmerkingen toetsen toetsen parameter toetsen parameter Weergave van de Total-Value van het „Enter“ „Enter“ Totalizer „Data“ Display 1 large Totalizer-Blok. De afgebeelde eenheid is Total_ „Step“ 1 small_ UNIT_TOTAL. Weergave van de Actual-Mode van de totalizer Totalizer „Step“...
Pagina 79
Parameters instellen Bedienings- Menupunt Bedienings- Ingestelde Bedienings- Instelbare Opmerkingen toetsen toetsen parameter toetsen parameter Weergave van de communicatie- PROFIBUS „Enter“ Software Rev „Data“ softwareversie. Communication: „Step“ Instelling van de ID-number-selector Opmerking: Verstellen is niet mogelijk bij lopende cyclische IdentNr Selector IdentNr Selector „Enter“...
Parameters instellen 8.6.3 Menustructuur – uitbreiding voor FOUNDATION fieldbus Bedienings- Menupunt Bedienings- Ingestelde Bedienings- Instelbare Opmerkingen toetsen toetsen parameter toetsen parameter Modus van de display-weergave: Display „Enter“ „Enter“ 4 small _ „Data“ 1 large 1 grote en een kleine regel. 4 kleine regels. „Step“...
Pagina 81
Parameters instellen Bedienings- Menupunt Bedienings- Ingestelde Bedienings- Instelbare Opmerkingen toetsen toetsen parameter toetsen parameter Afbeelding van de huidige instelling van de „Data“ Function „Data“ Function 1: Simulate „Enter“ DIP-switch op de digitale printplaat. „Step“ test „Step“ DIP-Switch Enable Schakelaar 1: Vrijgave van de simulatie van de AI- 2: Write functieblokken.
Parameters instellen Parameterbeschrijving 8.7.1 Nominale diameter Met deze parameter wordt de elektronica die voor alle nominale diameters hetzelfde is, aan de betreffende meetwaardeopnemer aangepast. De nominale diameter wordt in het werk op de bijbehorende meetwaardeopnemer ingesteld (zie typeplaatje). 8.7.2 Gemiddelde k-factor De op het display afgebeelde gemiddelde k-factor moet met de waarde op de meetwaardeopnemer overeenkomen.
Parameters instellen Drall-debietmeter FS4000-ST4/SR4 Typische Nominale diameter Vloeistof f Gas f bij Qvmax k-factor Qvmax (Hz) (Hz) Inch Max. (1/m 440000 1900 165000 1200 86000 1200 1 1/4 33000 1200 1 1/2 24000 1330 11100 1100 2900 1620 De meetomvormer berekend het bedrijfsdebiet aan de hand van de volgende formule: Q ...
Parameters instellen 8.7.4 Storing 3/9. In het menu “Fehler 3/9” kan de storingdetectie voor de storingen “3” en “9” geactiveerd resp. gedeactiveerd worden. De volgende instellingen zijn mogelijk: Instelling Functie “Errors 3+9 off” Bij het overschrijden van het ingestelde meetbereik met meer dan 3,125 % behoudt de stroomuitgang 20,5 mA tot het debiet weer de (Fabrieksinstelling) ingestelde eindwaarde van het meetbereik overschrijdt.
Omdat het massadebiet constant is, geldt ook de volgende vergelijking: Qn Normdebiet Qv Bedrijfsdebiet Bedrijfsdruk [bar ü] Temperatuur [°C] ρV Bedrijfsdichtheid ρN Normdichtheid 8.7.6 Bedrijfsdichtheid Zie de productselectie en het ontwerpprogramma “AP-Calc”, dat ABB kosteloos ter beschikking stelt. D184B097U11 FV4000 / FS4000...
Parameters instellen Parametrering van gas, stoom en vloeistoffen De selectie van de mogelijke bedrijfsmodi, de bijbehorende parameters en de aanvullend zichtbare menupunten staan samengevat in de volgende tabellen. Belangrijk De selectie van de mogelijke bedrijfsmodi hangt af van het soort kalibratie van de debietmeter. Bedrijfsmodus Meetstof Debiettype Berekening...
Pagina 87
Parameters instellen Bedrijfsmodus Meetstof Debiettype Berekening Correctie- Aanvullend parameter zichtbare menu's Referentiedruk Reference pressure Pbtr Normdebiet Eenheid druk Pbtr abs Gasnorm Qn (pT) 1,013 bar / 0 °C Normtoestand Temperature 0 ... 1,013 bar / 20 °C measured T Referentiedruk Reference pressure...
De meetomvormer telt het aantal maal dat het net uitvalt. Dit aantal kan in het storingenregister worden afgelezen. Belangrijk Het wissen van de netuitvalteller kan alleen door de ABB-service worden uitgevoerd. 9.1.4 Storingenregister wissen Het wissen van het storingenregister wordt met de functie “ENTER” uitgevoerd.
Steam calculation het massadebiet bij Stoomtemperatuur Stoomtemperatuur verzadigde stoom > 370 °C (698 °F) reduceren Meetomvormermodule Storing Front End vervangen / ABB- voorversterkerprintplaat service contacteren Not assigned De onder Qmax Meetbereik “Qmax!” Meetbereik te klein ingestelde vergroten. Flow > 3 %...
Onderhoud / reparatie 10 Onderhoud / reparatie Alle reparatie- of onderhoudswerzaamheden mogen slechts door gekwalificeerd personeel van de klantenservice worden uitgevoerd. Bij vervanging of reparatie van individuele componenten moeten de originele onderdelen gebruikt worden. Attentie - Beschadiging van componenten! De elektronische onderdelen op de printplaten kunnen door statische elektriciteit zwaar beschadigd raken (EGB-richtlijnen opvolgen).
Onderhoud / reparatie 10.3 Vervanging van de meetomvormer Attentie - Beschadiging van componenten! De elektronische onderdelen op de printplaten kunnen door statische elektriciteit zwaar beschadigd raken (EGB-richtlijnen opvolgen). Voordat u de elektronische onderdelen aanraakt, moet u zorgen dat de statische lading van het lichaam afgevoerd wordt.
Attentie - Beschadiging van componenten! Nooit de bevestigingsbouten van de sokkel of de meetomvormer van de sokkel losdraaien. Het meettoestel kan hierdoor beschadigd raken. Bij problemen graag de ABB-service contacteren. G00726 Afb. 49: Aanbouwcomponenten van de Drall- en Vortex-debietmeters 1 Meetomvormer 3...
Ex-relevante technische gegevens 11.1.3 Veiligheidstechnisch relevante verschillen van de explosiebeveiligde uitvoeringen Verschillen Model VT42/ST42 VT42/ST42 VT42/ST42 VT42/ST42 VT43/ST43 VT43/ST43 VR42/SR42 VR42/SR42 VR42/SR42 VR42/SR42 VR43/SR43 VR43 VT41/ST42 VT41/ST42 VT41/ST42 VR41/SR41 VR41/SR41 VR41/SR41 Ontstekingscategorie Ex d [ib] Ex ib Ex nA [nL] Stof / Behuizing Class I, II, III;...
Pagina 96
• Alle leidingbeschermbuizen moeten op een lengte van 46 cm (18 inch) worden afgedicht. De debietmeters van ABB werden geconcipieerd en ontwikkeld voor wereldwijde industriële toepassing. Door de buisleidingssystemen waarin de apparaten worden ingezet, stromen onder andere brandbare en ontvlambare meetstoffen. In de regel worden de apparaten via leidingbeschermbuizen met de elektrische installatie verbonden.
Ex-relevante technische gegevens Wechsel ein-auf zweispaltig 11.2 Uitvoering Ex “ib” / Ex “n” voor VT41/ST41 en 1) Hulpstroom klemmen 31 / 32 VR41/SR41 (4 ... 20 mA / HART) a) Ex ib: = 28 V DC b) Ex nA [nL] = 14 …...
Ex-relevante technische gegevens 11.2.2 Ex-goedkeuringsgegevens 11.2.3 Mediumtemperaturen / Temperatuurklassen Voedingsstroomkring Klemmen 31, 32 Voor voedingsstroomkring “Klemmen 32” schakeluitgang “Klemmen 41 / 42” kunnen kabels, die geschikt zijn Zone 1: Ex ib IIC voor temperaturen tot T= 110 °C (T = 230 °F), onbeperkt worden = (-40 °C) -20 ...
Ex-relevante technische gegevens Wechsel ein-auf zweispaltig 11.3 Ausführung Ex “d” / Ex “ib” / Ex “n” voor Aderkleuren debietopnemer VT42/ST42 en VR42/SR42 (4 ... 20 mA / HART) Klem Aderkleur Rood Belangrijk De werking van de apparaten in explosieve omgevingen is Blauw alleen bij volledig gesloten deksels van de behuizing Rose...
Ex-relevante technische gegevens 11.3.1 Hulpstroom resp. voedingsstroom 11.3.2 Ex-goedkeuringsgegevens Voedingsstroomkring Klemmen 31, 32 Zone 1: Ex d [ib] IIC = (-40 °C) -20 ... 60 °C Zone 2: Ex nA [nL] IIC = (-40 °C) -20 ... 70 °C = 14 ... 46 V Zone 1: Ex ib IIC = (-40 °C) -20 ...
Ex-relevante technische gegevens 11.3.3 Mediumtemperaturen / Temperatuurklassen Volgens de bijzondere voorwaarden vermeld in het testcertificaat moeten de apparaten in een beschermde omgeving worden Voor het voedingscircuit “Klemmen 31, 32” en de schakeluitgang geïnstalleerd. De vervuilingsgraad 3 (vergl. IEC 60664-1) mag voor de “Klemmen 41, 42”...
Ex-relevante technische gegevens 11.4.1 Hulpstroom resp. voedingsstroom 11.4.2 Mediumtemperaturen / Temperatuurklassen Voor voedingsstroomkring “Klemmen 32” schakeluitgang “Klemmen 41 / 42” kunnen kabels, die geschikt zijn voor temperaturen tot T= 110 °C (T = 230 °F), onbeperkt worden gebruikt. Voor kabels die alleen geschikt zijn voor temperaturen tot T = 80 °C (T = 176 °F), zijn de beperkte temperatuurbereiken van de volgende tabel van toepassing.
Ex-relevante technische gegevens Wechsel ein-auf zweispaltig 11.5.1 Elektrische aansluiting PROFIBUS PA 11.5 Uitvoering Ex “ia” voor VT4A/ST4A en VR4A/SR4A (veldbus) 1) Klemmen 31 / 32 Functie PA+, PA- Belangrijk Aansluiting voor PROFIBUS PA volgens IEC 1158-2 De werking van de apparaten in explosieve omgevingen is U = 9 ...
Ex-relevante technische gegevens 11.5.3 Ex-goedkeuringsgegevens 11.5.4 Mediumtemperaturen / Temperatuurklassen II 2D T 85 °C ... T IP 67 / Voor voedingsstroomkring “Klemmen 32” medium schakeluitgang “Klemmen 41 / 42” kunnen kabels, die geschikt zijn = -20 °C ... 60 °C voor temperaturen tot T= 110 °C (T = 230 °F), onbeperkt worden gebruikt.
Belangrijk Voor de selectie van een geschikt debietmeetapparaat in afhankelijkheid van een aanwezige toepassing stelt ABB het 3. Dynamische viscositeit ( ) --> kinematische viscositeit ( ) programma “AP-Calc” kosteloos ter beschikking. Het programma loopt onder Microsoft WINDOWS ®...
Technische gegevens 12.10 Meetstoftemperatuur 12.12 Omgevingscondities Belangrijk Klimatologische bestendigheid volgens DIN 40040 Opgaven in hoofdstuk “Ontstekingscategorie” in aanmerking nemen! Goedgekeurd omgevingstemperatuurbereik Toegestaan temperatuurbereik van de afdichting aanhouden. Ex-veiligheid / Model Temperatuurbereik Zonder / -20 ... 70 °C (-4 … 158 °F) FV4000-VT4/VR4 FS4000-ST4/SR4 VT40 en VR40 / ST40 en SR40...
Technische gegevens meetomvormer 13 Technische gegevens meetomvormer Wechsel ein-auf zweispaltig (voor-/naloophoeveelheid) v min Instelbaar tussen 2 ... 25 % van Q (max. bedrijfsdebiet per maxDN nominale diameter). De werkelijke voor-/naloophoeveelheid volgt uit de applicatie en installatie. Step C/CE Data/Enter C/CE Functietests Het is mogelijk enkele interne modules te controleren door software- interne functietests uit te voeren.
Codering voor doelmatige toepassing in explosiegevaarlijke bereiken volgens: ATEX-richtlijn (aanvullende markering bij CE-markering) IEC normen Approvals for Canada and United States BELANGRIJK (AANWIJZING) Alle documenten, conformiteitsverklaringen en certificaten staan ter beschikking in het download gebied van ABB. www.abb.com/flow D184B097U11 FV4000 / FS4000...
Pagina 120
Bijlage Verklaring over de vervuiling van apparaten en onderdelen De reparatie en/of het onderhoud aan een apparaat en onderdelen wordt alleen uitgevoerd indien een volledig ingevulde verklaring wordt doorgegeven. Anders kan de zending terug worden gestuurd. Deze verklaring mag alleen door bevoegd personeel van de exploitant worden ingevuld en ondertekend.
Index 15 Index Wechsel ein-auf zweispaltig Foutmeldingen ............88 Functionele aarding / potentiaalcompensatie ..47 Aanbevolen inlaat- en uitlaatleidingstukken ....24 Aansluiting van de kabel..........36 Garantiebepalingen............8 Aanwijzing bij WEEE-richtlijn 2002/96/EG....17 Geïntegreerd managementsysteem ......16 Aanwijzingen voor spanning-/stroomverbruik..48 Gemiddelde k-factor..........82 Aanwijzingssymbolen ..........9 Gewichten ..............110 Afvoeren als afval ............17 Algemeen en leestips ..........7 Hardwareconfig............83 Algemene aanwijzingen voor de montage....26...
Pagina 122
Index Omgevingscondities ..........109 Technische gegevens ..........106 Onderhoud / reparatie..........90 Technische gegevens meetomvormer....112 Onderhoud van de meetwaardeopnemer....90 Technische grenswaarden........15 Testen ..............23 Ondeskundig of onachtzaam gebruik ......8 Opbouw en werking ..........18 Toegestane bedrijfsdrukken FS4000.....111 Opslag van de parameter ........63 Toegestane bedrijfsdrukken FV4000.....111 Overbelastbaarheid ..........108 Toegestane buisleidingstrillingen......106 Toelaatbare meetstoffen..........15...