4.7
Inbouw van de meetwaardeopnemer
De meetwaardeopnemer kan bij inachtneming van de inbouwvoorwaarden op een willekeurige
gewenste plaats in een buisleiding worden ingebouwd.
1. De meetwaardeopnemer vlakparallel en gecentreerd tussen de buisleidingen plaatsen.
2. Afdichtingen tussen de vlakken van de meetwaardeopnemer en de contraflenzen gebruiken.
Belangrijk
De afdichtingen van de meetwaardeopnemer en de meetwaardeopnemer gecentreerd
plaatsen. Dit garandeert optimale meetresultaten. De afdichtingen niet in de buisleiding laten
uitsteken. Dit vermijdt een gestoord stroomprofiel.
3. Passende schroeven in de boorgaten plaatsen.
4. Draadbouten licht invetten.
5. Moeren overeenkomstig de volgende afbeelding kruislings aantrekken. Geselecteerde
aantrekmomenten aanhouden!
Belangrijk
De aandraaimomenten van de schroeven zijn o.a. afhankelijk van temperatuur, druk, schroef-
en pakkingmateriaal. Er dient rekening te worden gehouden met de regelingen die van
toepassing zijn.
Bij de eerste doorgang moet ca. 50%, bij de tweede doorgang ca. 80% en pas bij de derde
doorgang moet het maximale koppel gebruikt worden. Het max. aantrekkoppel mag niet
overschreden worden.
Afb. 18
Belangrijk
Flensbouten en moeren tegen losdraaien beveiligen. Dit wordt bij buisleidingstrillingen
aanbevolen. Buisleidingstrillingen moeten in principe door ondersteuningen /
dempingsmiddelen worden voorkomen.
D184B097U11
3
1
8
4
4
2
FV4000 / FS4000
5
1
3
7
6
2
Montage
G00034
27