2.2 Elektrische installatie
2.2.1 Algemene installatiegegevens
Maak de elektrische aansluitingen (voedingspanning, detectors, alarmen, enz.) op de klemmen van de
®
Evolution, op basis van het specifieke AANSLUITSCHEMA van EXTERNE AANSLUITINGEN.
MPS
Gebruik elektrische kabels die geschikt zijn voor het vermogen zoals aangegeven in de paragraaf
TECHNISCHE KENMERKEN.
Het gebruik van afgeschermde kabels voor de RS 485 seriële kabels, waarmee de detectors op de
®
Evolution worden aangesloten wordt aanbevolen.
MPS
Detectors niet aansluiten of loskoppelen, wanneer deze onder spanning staan.
Indien wordt verlangd om de behuizing van de detector te aarden, is dit toegestaan.
Let op, dat deze aarde niet met de afscherming van de seriële verbindingskabel wordt
verbonden.
De elektrische installatie moet worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel,
waarbij de geldende regels in acht moeten worden genomen.
Afmetingen en gewicht van de behuizing worden aangegeven in de paragraaf
TECHNISCHE KENMERKEN.
De afscherming van de seriële verbindingskabel moet eenzijdig op de MPS
worden aangesloten.
2.2.2 Aansluiting uitleeseenheid en detectors
Voor de verbinding van de MPS
aders noodzakelijk. Tevens dienen deze in het geheel afgeschermd te zijn i.v.m eventuele
interferentie met signalen van buitenaf. Voor de datasignalen worden 2 aders gebruikt (twisted-
pair, Zk = ca. 120 Ohm). Deze zijn standaard voorzien (+D en –D) in kabels, die voor de RS485
standaard zijn ontwikkeld. De adresseerbare CO- en NO
aangesloten. De LPG-detector wordt vanaf de CO- of NO
aderige afgeschermde kabel.
De detectors dienen echter ook te worden voorzien van een voedingspanning van ca. 24VDC.
Twee aders zijn daarvoor gereserveerd. Afhankelijk van de lengte van de kabel en het aantal
aangesloten detectors per kabel, zal er spanningsverlies optreden. Het uitgangspunt is
voldoende spanning (d.i. 10 V DC) aan het einde van de lijn over te houden, zodat ook de laatste
detector correct functioneert. De doorsnede van de kabel wordt dus bepaald door de lengte en
het aantal aangesloten detectors. Tweezijdige aansluiting van de voeding is soms nodig.
Bij twijfel over de noodzaak van tweezijdige voedingaansluiting, raadpleeg dan MSA !
Gebruikershandleiding MPS
®
Evolution uitleeseenheid en de detectors zijn vier gescheiden
®
Evolution
®
Evolution
detectors kunnen doorgelust worden
2
detector aangesloten met een 4-
2
AV/201406
Blad 8 van 19