Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Opbouw Van Het Systeem; De Centrale Verwerkingsmodule; De Relaismodule(S); De Detectoren - MSA MPS Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

1.3.3 Opbouw van het systeem

Het systeem bestaat uit:
Een centrale verwerkingsmodule;
Eén of meerdere relaismodules;
Maximaal 248 detectoren.

1.3.3.1 De centrale verwerkingsmodule

Het verlichte LCD geeft systeeminformatie (zoals tijd, datum, aantal detectors, concentraties,
alarmen, gebeurtenissen, enz.) weer.
Via het toetsenbord kan de status worden opgevraagd en kan door de menu's worden gestapt.
Het permanent geheugen bevat de configuratiegegevens en gebeurtenissen; een
microprocessor. De laatste 40 regels zijn door te bladeren.
Alarmacties worden vastgelegd evenals de tijd en de veroorzaker van het alarm (detector).
Bij ontruiming gaat het display knipperen en kan het "hoornrelais" worden geaccepteerd.
Detectors en relais kunnen tijdelijk worden overbrugd.
Door middel van de LAN-verbinding kan de verwerkingsmodule met het World Wide Web worden
verbonden.
De centrale verwerkingsmodule schakelt niet af bij te lage accuspanning. Indien MSA de
®
Evolution in een systeemkast levert met ingebouwde noodvoeding, is de noodvoeding
MPS
voorzien van een accuspanningsbewaking. Indien een losse noodvoeding wordt geleverd, is ook
deze voorzien van een accuspanningsbewaking.

1.3.3.2 De relaismodule(s)

Eén tot vier relaismodules zijn elk voorzien van 8 enkelpolige relais, adresseerbaar via software.
Relais #1 van relaismodule #1 is gereserveerd voor foutmelding. Alle andere relais zijn vrij
configureerbaar. Elk relais kan max. 10 A (ohms) schakelen.

1.3.3.3 De detectoren

Een detector bestaat uit een roestvaststalen vandaalresistente behuizing, elektronica en een
sensor. De elektronica en de sensor worden pas bij de inbedrijfstelling door MSA veldtechnici
gemonteerd, waardoor in de bouwperiode beschadiging van de elektronica en veroudering van
de sensors wordt voorkomen. Invoer van kabels kan via de bovenzijde (bij opbouw) of via de
achterzijde (bij ingestorte leidingen). Doorvoer van de CO-detector naar de LPG-detector
geschiedt via de onderzijde van de CO-detector naar de bovenzijde van de LPG-detector of via
de achterzijde van beide detectors. Voor montage op ronde kolommen is geen extra
montagemateriaal nodig.

1.3.4 Schakelacties van het systeem

®
Evolution
MPS
De
bewaakt de concentratie van schadelijke of gevaarlijke gassen die auto's
uitstoten in een garage. Als bepaalde waarden worden overschreden, schakelt het systeem een
of meerdere relais waardoor een ventilatiesysteem (geen onderdeel van de levering) kan worden
aangestuurd. Bij een nog hogere concentratie kan de
en flitslichten activeren. Ook kunnen er potentiaalvrije contacten worden aangeboden voor
bijvoorbeeld doormelding aan de brandmeldcentrale, inrijdblokkering, melding naar de beheerder
of naar een GBS.
Gebruikershandleiding MPS
®
Evolution
®
Evolution
MPS
tekstborden, signaalgevers
AV/201406
Blad 6 van 19

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave