CAMERABEELD ACHTER
Afhankelijk van het voertuig kan het achter-
aanzicht worden getoond door de camera 1.
Het beeld in de achteruitkijkspiegel blijft
altijd beschikbaar.
De 1 camera is geïnstalleerd op de achter-
ruit bij de ruitenwisser.
Zorg ervoor dat de 1 camera niet bedekt is
(vuil, modder, sneeuw, condens, enz.).
1.84
(1/4)
1
Wanneer het contact wordt aangezet, geeft
de binnenspiegel 2 op de middenconsole
van het dak de situatie achter de auto weer,
die wordt geregistreerd door de camera 1.
Opmerking:
– de cameraweergave 1 wordt alleen ver-
zonden als de achteruitkijkspiegel in de
"scherm"-modus staat. Zie voor meer in-
formatie de paragraaf "Bediening" op de
volgende pagina's;
– de achteruitkijkspiegel 2 kan naar links
en rechts en naar boven en beneden be-
wegen.
2
Deze functie is een extra hulp-
middel. De bestuurder moet
altijd opletten en blijft verant-
woordelijk.
De bestuurder moet altijd op zijn hoede
blijven voor plotselinge gebeurtenissen
tijdens het rijden: let dus altijd op of er
zich bij het manoeuvreren geen kleine,
smalle obstakels (zoals een kind, dier,
kinderwagen, fiets, steen, paaltje, enz.)
in uw blinde hoek bevinden.