KINDERZITJES:
bevestiging via het
Voor de voorpassagiersstoel wordt
het gebruik van een kinderzitje met
vloersteun aanbevolen, om te voorko-
men dat het waarschuwingssignaal van
de veiligheidsgordel wordt geactiveerd.
Door het gebruik van een niet
bij de auto passend kinder-
veiligheidssysteem wordt de
baby of het kind niet correct be-
schermd. Het kan ernstig of zelfs dode-
lijk letsel oplopen.
ISOFIX-SYSTEEM
(1/3)
Wanneer
een
kinderzitje op de zitplaats aan
de linkerkant achterin wordt
geïnstalleerd, kan de middel-
ste zitplaats niet meer worden gebruikt.
De middelste autogordel is immers niet
meer toegankelijk of bruikbaar.
L E V E N S G E VA A R
GEVAAR VAN ERNSTIGE
VERWONDINGEN:
Controleer na bevestiging van
een achterstevoren geplaatst kinderzitje
op de passagiersstoel voor, of de passa-
giersairbag voor is uitgeschakeld ➥ 1.58
➥ 1.76.
²
Plaats verboden voor het installe-
ren van dit type kinderzitje.
Kinderzitje bevestigd met behulp van de
ISOFIX bevestiging
Stoel waarop een ISOFIX of i-Size
kinderzitje mag worden bevestigd.
±
De voor- en achterstoelen zijn voor-
zien van een verankeringspunt voor het be-
vestigen van een 'universeel' naar voren
gericht ISOFIX-kinderzitje. De verankerings-
punten bevinden zich in de rugleuning van
de passagiersstoel voor en in de rugleuning
van de achterbank.
ISOFIX-
Monteer geen kinderzitje als
de grote rugleuning is neerge-
klapt.
O F
Monteer het kinderzitje bij voor-
keur op een zitplaats achterin.
Om op deze zitplaats een
ISOFIX-kinderzitje te instal-
leren, maakt u eerst de autogordel los
voordat u de bouten vastzet.
1.73