9 Verhelpen van storingen
9.4.5
Extra elektronica aan de brander vervangen
1.
Maak de beide verbindingsstekkers van de elektronica
naar de brander los.
2.
Open het deksel van de extra elektronica.
3.
Trek alle stekkers eruit.
4.
Draai de schroeven van de extra elektronica los.
5.
Verwijder de extra elektronica.
6.
Bevestig de nieuwe extra elektronica met de schroeven.
7.
Sluit alle stekkers aan.
8.
Sluit het deksel.
9.
Sluit de beide stekkers van de elektronica naar de bran-
der aan.
10. Klap de schakelkast terug.
9.4.6
Sensoren vervangen
Veiligheidstemperatuurbegrenzer demonteren
1.
Trek de kabels van de veiligheidstemperatuurbegren-
zer.
2.
Schroef de veiligheidstemperatuurbegrenzer eruit.
Veiligheidstemperatuurbegrenzer inbouwen
3.
Schroef de veiligheidstemperatuurbegrenzer vast.
–
1,3 Nm
4.
Sluit de kabels aan de veiligheidstemperatuurbegrenzer
aan.
Temperatuursensor (NTC) demonteren
5.
Trek de kabel van de temperatuursensor (NTC) af.
6.
Schroef de temperatuursensor (NTC) af.
Temperatuursensor (NTC) inbouwen
7.
Schroef de temperatuursensor (NTC) vast.
–
4 Nm
8.
Sluit de kabel op de temperatuursensor (NTC) aan.
9.
Klap de schakelkast terug.
9.4.7
Ventilator vervangen
1.
Zet de brander in de onderhoudspositie neer.
(→ Pagina 33)
2.
Trek de steekverbindingen van de elektrische leidingen
aan de ventilator eraf.
3.
Draai de vier schroeven van de ventilator eraf.
4.
Trek de ventilator eraf.
5.
Plaats de nieuwe ventilator erop.
6.
Draai de schroeven van de ventilator vast.
7.
Steek de steekverbindingen van de elektrische leiding
aan de ventilator erop.
8.
Bouw de brander in.
9.
Steek de luchtslang op de ventilator.
10. Klap de schakelkast terug.
9.4.8
Ontstekingstransformator vervangen
1.
Maak de schroeven van de ontstekingstransformator
los.
2.
Trek de ontstekingskabels en de verbindingskabel naar
de extra elektronica eraf.
3.
Trek de ontstekingstransformator los.
4.
Plaats de nieuwe ontstekingstransformator.
5.
Draai de schroeven van de ontstekingstransformator
vast.
28
6.
Steek de ontstekingskabels en de verbindingskabel
naar de extra elektronica erop.
7.
Klap de schakelkast terug.
9.4.9
Oliepomp vervangen
Oliepomp demonteren
1.
Zorg ervoor dat evt. lekkende olie opgevangen wordt.
1
Magneetkleppen
2
Oliepomp
2.
Trek de stekkers van de magneetkleppen (1) eraf.
3.
Sluit het olietraject aan de automatische olieontluchter
af.
4.
Maak de olieleiding (3) los.
4
1
Aansluiting olieslangen
2
Oliepomp
5.
Draai de drie vastzetschroeven (4) aan de motor los.
6.
Trek de oliepomp (2) eraf.
7.
Maak de olieslangen met dubbel nippel van de olie-
pomp los.
Oliepomp inbouwen
8.
Controleer de koppeling (3) voor de montage van de
nieuwe oliepomp op slijtage.
9.
Vervang de koppeling evt.
10. Steek de koppeling op de oliepomp.
11. Monteer de olieslangen op de oliepomp.
12. Steek de oliepomp op de motor.
Installatie- en onderhoudshandleiding icoVIT exclusiv 0020129678_03
1
2
3
3
Olieleiding
3
2
1
3
Koppeling
4
Vastzetschroeven