7.10.3 Roetgetal meten
1.
Start het testprogramma P.1.
2
2.
Schroef de afsluitdop van de testaansluiting van het
rookgas (1) eraf.
3.
Verwijder de afsluitdop van de inspectieopening voor
verbrandingslucht (2).
4.
Meet het roetgetal.
–
Roetgetal (DIN EN 267): ≈ Vergelijkingsschaal roet-
getal < 1
–
Werkmateriaal: Roetpomp met blaadjes
Aanwijzing
Als zich roet in de rookgassen bevindt,
dan zoekt u de oorzaak voor verdere
metingen worden uitgevoerd. Deze werk-
wijze beschermt de meettoestellen tegen
verontreinigingen door roet.
5.
Controleer het lucht- en rookgastraject.
6.
Controleer het CO
-gehalte en stel evt. de luchthoeveel-
2
heid in. (→ Pagina 25)
7.10.4 Meting schoorsteenverlies
Het CO
-gehalte is een maatstaf voor de economische ver-
2
branding van de stookolie. Voor het bepalen van het rook-
gasverlies moeten het CO
2
gastemperatuur en de verbrandingsluchttemperatuur geme-
ten worden.
Als meettoestel voor de meting van het rookgasverlies ge-
bruikt men het best een modern elektronisch rookgasanaly-
setoestel.
Hiermee kunnen meerdere meetgrootheden tegelijk vastge-
steld en berekend worden:
–
CO
-gehalte (of O
-gehalte)
2
2
–
CO-gehalte
–
Rookgastemperatuur
–
Verbrandingsluchttemperatuur
–
Rookgasverlies (wordt automatisch berekend)
0020129678_03 icoVIT exclusiv Installatie- en onderhoudshandleiding
1
-gehalte in het rookgas, de rook-
Aanwijzing
Alle meettoestellen moeten regelmatig geijkt wor-
den.
7.10.5 CO
-gehalte meten en via ventilatortoerental
2
instellen
1.
Als een testprogramma loopt, beëindig dan het testpro-
gramma.
2.
Zet de diagnosecode d.0 op 1 voor de werking in de 1e
brandertrap en start de brander.
3.
Wacht minstens 3 minuten.
◁
Het product heeft de bedrijfstemperatuur bereikt.
2
4.
Schroef de afsluitdop van de verbrandingsgasmeetnip-
pel (1) eraf.
5.
Haal de afsluitdop van de meetopening voor de ver-
brandingslucht (2) eraf.
6.
Controleer het CO
-gehalte.
2
CO
-gehalte
2
Voorwaarde:
Buitentemperatuur < 0 °C
Voorwaarde:
Buitentemperatuur > 0 °C
7.
Wanneer het gemeten CO
de luchthoeveelheid voor de 1e vermogenstrap via de
diagnosecode d.50 in.
–
Een laag ventilatortoerental betekent een hoger
CO
-gehalte.
2
–
Een hoog ventilatortoerental betekent een lager
CO
-gehalte.
2
8.
Bewaar het correcte toerental door de toets „i‟ zolang
ingedrukt te houden tot de indicatie niet meer knippert.
9.
Zet de diagnosecode d.0 op 2 voor de werking in de 2e
brandertrap.
10. Wacht minstens 3 minuten.
◁
Het product heeft de bedrijfstemperatuur bereikt.
11. Controleer het CO
-gehalte.
2
12. Wanneer het gemeten CO
de luchthoeveelheid voor de 2e vermogenstrap via de
diagnosecode d.51 in.
13. Bewaar het correcte toerental door de toets „i‟ zolang
ingedrukt te houden tot de indicatie niet meer knippert.
Ingebruikname 7
1
12,5 ± 0,3 vol.-%
13,0 ± 0,3 vol.-%
-gehalte afwijkt, stel dan
2
-gehalte afwijkt, stel dan
2
25