7.
PROBLEEMOPLOSSEN
WAARSCHUWING:
Stop de robotmaaier en berg hem veilig op (Zie Par. 5.3.2).
Hieronder vindt u een lijst met eventuele afwijkingen die tijdens de werkfase kunnen optreden.
PROBLEEM
Abnormale trillingen. De
robotmaaier maakt veel
lawaai.
De robotmaaier plaatst
zich niet correct in het
laadstation.
De robotmaaier gedraagt
zich abnormaal rond
hindernissen rond de
perimeter.
De robotmaaier werkt op
verkeerde tijdstippen.
De werkzone wordt niet
volledig gemaaid.
Delen van de tuin niet
helemaal gemaaid.
50
7. PROBLEEMOPLOSSEN
OORZAKEN
Beschadigde schijf of maaimessen
Snij-inrichting geblokkeerd door
resten (banden, koorden, stukken
plastiek, enz.).
De robotmaaier werd opgestart met
onvoorziene hindernissen (gevallen
takken, vergeten voorwerpen, enz.).
Elektrische motor defect
Te hoog gras.
Onjuiste positie van de
perimeterdraad.
Bodem ingezakt nabij het
laadstation.
Perimeterdraad verkeerd gelegd.
Werkuren verkeerd ingesteld.
Onvoldoende werkuren.
Snij-inrichting met afzettingen en/of
resten.
Draaiende snij-inrichtingen
geblokkeerd door afzettingen of
resten.
Te grote werkzone ten opzichte
van de effectieve capaciteit van de
robotmaaier.
De accu's zijn aan het einde van
hun levensduur
De accu's worden niet volledig
opgeladen.
Foutieve Cut Point programmering.
OPLOSSINGEN
Vervang beschadigde componenten (Zie
Par. 6.3).
Schakel de robotmaaier veilig uit (Zie
Par. 2.3). Zet het snijmes vrij.
Schakel de robotmaaier veilig uit (Zie
Par. 2.3). Verwijder de hindernissen en start
de robotmaaier opnieuw (Zie Par. 5.3.9).
Vervang de motor, neem contact op met het
dichtstbijzijnde erkende servicecentrum.
Verhoog de maaihoogte (Zie Par. 5.6).
Maai de zone vooraf met een normale
grasmaaier (Zie Par. 5.6).
Controleer de verbinding van het laadstation
(Zie Par. 4.5.3).
Herstel de correcte positie van het
laadstation. (Zie Par. 4.5.3).
Verplaats de perimeterdraad correct (met de
klok mee) (Zie Par. 4.5.1).
Stel de werkuren van de robot opnieuw in
(Zie Par. 4.7.8).
Verleng de werkuren (Zie Par. 4.7.8).
Schakel de robotmaaier veilig uit (Zie
Par. 2.3). Reinig de snij-inrichting.
Schakel de robotmaaier veilig uit (Zie
Par. 2.3). Vervang de snijmessen.
Reduceer de werkzone (zie Technische
Gegevens Par. 1.2).
Vervang de accu's met originele
wisselstukken (Zie Par. 6.5).
Reinig en verwijder eventuele oxidatie van
de contactpunten (Zie Par. 6.2). Herlaad de
accu's.
Programmeer de secundaire Cut Points (Zie
Par. 4.7.9).
NL