B Draai de temperatuurregelaar
(= maximale warmtecapaciteit) wordt weergegeven.
De display en de toets
6 720 610 332-61.1O
Afb. 72
B Controleer de vereiste aansluitvoordruk (dynamisch).
– bij aardgas tussen 20 en 30 mbar.
– bij propaan tussen 25 en 35 mbar.
Wanneer bij aardgas de aansluitvoordruk
i
(dynamisch) onder 20 mbar of boven
30 mbar ligt, mag geen instelling of inge-
bruikneming plaatsvinden. Eerst dient de
oorzaak te worden vastgesteld en de fout
te worden verholpen. Indien dit niet moge-
lijk is, moet de gaskraan naar het toestel
worden dichtgedraaid en het gasbedrijf
op de hoogte worden gesteld.
Normale functie weer instellen
B Draai de temperatuurregelaar
tot in de display 0. (= normale functie) wordt weerge-
geven.
De display en de toets
B Toets
indrukken en ingedrukt houden tot op de
display - - verschijnt.
Toets
brandt.
B Draai de temperatuurregelaars
spronkelijke waarden.
Op de display verschijnt de aanvoertemperatuur.
B Bij een uitzonderlijk vlambeeld dienen de inspuiters
te worden gecontroleerd.
B Schakel de gaswandketel uit en sluit de gaskraan.
Verwijder de manometer en draai de afdichtschroef
(7) vast.
B Breng de afscherming over de gasinstelschroeven
aan en verzegel deze.
6 720 610 822 NL (02.07)
tot in de display 2.
knipperen.
helemaal naar links
knipperen.
en
op de oor-
Aanpassing aan het soort gas
7.1.3
Volumetrische instelmethode
Controleer bij de toevoer van mengsels van vloeibaar
gas en lucht in piekbehoeftetijden de instelling met de
instelmethode volgens de branderdruk.
B Vraag bij het gasbedrijf de Wobbe-index (W
calorische waarde (H
S
sche waarde (H
) op.
i
Voor het vervolg van de instelling moet het
i
toestel in gestabiliseerde toestand zijn,
dat wil zeggen langer dan 5 min. in bedrijf.
Doorstroomhoeveelheid bij maximale verwar-
mingscapaciteit
B Toets
indrukken en ingedrukt houden tot op de
display - - verschijnt.
Toets
brandt.
6 720 610 332-32.1O
Afb. 73
B Draai de temperatuurregelaar
2.0 wordt weergegeven.
Na korte tijd wordt de ingestelde functie weergege-
ven (0. = normale functie).
6 720 610 332-60.1O
Afb. 74
B Draai de temperatuurregelaar
(= maximale warmtecapaciteit) wordt weergegeven.
De display en de toets
6 720 610 332-61.1O
Afb. 75
B Draai de afdichtschroef (3) los en sluit de manometer
aan.
B Verwijder de verzegelde afscherming (zie afb. 65)
van de beide gasinstelschroeven.
) en de
o
) resp. de operationele calori-
tot in de display
tot in de display 2.
knipperen.
37