B Temperatuurregelaar verwarming
verschijnt.
Na een korte tijd verschijnt de ingestelde pompscha-
keling op de display.
6 720 610 332-33.1O
Afb. 49
B Temperatuurregelaar
de gewenste pompschakelstand tussen 1 en 3 ver-
schijnt.
De display en de toets
B Waarde noteren op het inbedrijfname protokol op
pagina 45.
B Toets
indrukken en ingedrukt houden, totdat op
de display [ ] verschijnt.
De pompschakelstand is vastgelegd.
6 720 610 332-34.1O
Afb. 50
B Draai de temperatuurregelaars
spronkelijke waarden.
Op de display verschijnt de aanvoertemperatuur.
6.2.3
Antipendelprogramma
(servicefunctie 2.4)
Op het schakelpaneel kan het antipendelprogramma
individueel tussen 0 en 15 minuten ingesteld worden
(de fabriekafstelling is 3 minuten).
De kortste schakeltijd bedraagt 1 minuut (adviseren bij
eenpijps-installaties en luchtverwarming).
Bij 0 is het antipendelprogramma uitgeschakeld.
Bij aansluiting van een weersafhankelijke
i
regelaar wordt het schakelverschil door
de regelaar overgenomen.
Een instelling op het toestel is niet nood-
zakelijk.
6 720 610 822 NL (02.07)
draaien tot 2.2
draaien, tot op de display
knipperen.
en
op de oor-
B Toets
indrukken en ingedrukt houden tot op de
display - - verschijnt.
Toets
brandt.
6 720 610 332-32.1O
Afb. 51
B Temperatuurregelaar
2.4 verschijnt.
Na korte tijd verschijnt de ingestelde antipendeltijd
op de display.
6 720 610 332-39.1O
Afb. 52
B Temperatuurregelaar
de gewenste antipendelprogramma tussen 0 en15
verschijnt.
De display en de toets
B Waarde noteren op het inbedrijfname protokol op
pagina 45.
B Toets
indrukken en ingedrukt houden, totdat op
de display [ ] verschijnt.
De antipendelprogramma is vastgelegd.
6 720 610 332-34.1O
Afb. 53
B Draai de temperatuurregelaars
spronkelijke waarden.
Op de display verschijnt de aanvoertemperatuur.
Individuele instelling
draaien totdat op de display
draaien totdat op de display
knipperen.
en
op de oor-
31