3.7
Aansluitingen controleren
Wateraansluiting
B Open de koudwaterstopkraan en vul het warmwater-
circuit (testdruk: max. 10 bar).
B Servicekranen van aanvoer en retourverwarming
indien aanwezig openen en installatie vullen.
B Ontlucht het toestel met de ingebouwde ontluchter.
B Alle overige onderdelen op lekkage controleren.
Installatie ontluchten
Bij de pomp is een automatische ontluchter 27.2
gemonteerd.
B Vul het verwarmingscircuit tot een druk van 1 tot
2 bar.
B Open de ontluchter en ontlucht de installatie.
B Sluit de ontluchter.
B Vul de verwarmingsinstallatie opnieuw op 1 tot 2 bar.
Gasleiding
B Gasstopkraan dichtdraaien, dit om het armatuur
tegen overdruk te beveiligen (max. druk 150 mbar).
B Gasleiding controleren.
B Ontlast de druk.
Rookgasvoering
B Controleer de aansluiting van de rookgaspijp en de
uitmonding op vrije doorgang.
6 720 610 822 NL (02.07)
Installatie
23