B De gebruiker is verantwoordelijk voor het milieu en de veiligheid van de installatie. B Er mogen alleen originele Bosch onderdelen gemonteerd worden. Explosieve en licht ontvlambare materialen B Plaats en gebruik geen licht ontvlambare materialen en vloeistoffen in de nabijheid van het toestel.
-besluit Het voldoet aan de keuringseisen betreffende HR- • Multifunctionele aanduidingen (display). ketels. • Busbestuurde Bosch Heatronic Het gemiddelde NOx in de rookgassen ligt onder de • Automatische ontsteking 40 ppm. • Continu traploos modulerende regeling Het toestel is gekeurd volgens EN 677.
Toestelbeschrijving algemeen Mantel min. min. 103.1 6 720 611 390 - 01.1O Afb. 1 Montageaansluitplaat Mantel Deksel voor bedieningspaneel 103.1 Knop om klep te open Maatvoering voor elektrokabels uit de muur min 800 min 800 6 720 611 393 - 13.1O 6 720 611 393 - 12.1O Afb.
Voorschriften Voorschriften Condensanalyse mg/l Ammoniak Nikkel 0,15 Voor de Bosch gaswandketels HRC, zijn de navol- gende voorschriften van toepassing. ≤ 0,01 ≤ 0,0001 Lood Kwikzilver • NEN 3028 ≤ 0,001 Cadmium Sulfaat Veiligheidseisen voor centrale verwarming installa- ties. ≤ 0,005 ≤...
Overzicht van rookgastoebehoren Overzicht van rookgastoebehoren Rookgastoebehoren voor apparaten Dakuitmonding combidoorvoer, vertikaal (plat dak) C Dakuitmonding kombidoorvoer-vertikaal (schuin dak) C min = 200 min = 500 max = 1275 mm 6 720 610 822-05.1O Afb. 9 Dakuitmonding dubbelpijpsdoorvoer, vertikaal (bouwkundige schoorsteen of schuin dak) C 6 720 610 338-12.1O Afb.
Pagina 15
Overzicht van rookgastoebehoren Max. rechte leiding lengte parallel 2 x Ø 80 mm Dakuitmonding prefabschoorsteen C Type lengte [m] 26 HRC horizontaal RG verticaal RG 30/35 HRC horizontaal RG verticaal RG 42 HRC horizontaal RG 11,5 verticaal RG 11,5 Tabel 6 Weerstand bocht 90˚...
Pagina 16
Overzicht van rookgastoebehoren Minimale doortocht van het gemeenschappelijke Dakuitmonding C.L.V.-systeem C afvoersysteem parallel concentrisch Aantal Minimale doortocht A toestellen Steenachtig Metalen afvoersysteem afvoersysteem 1000 1050 1100 1150 1025 1200 1085 1250 1140 6 720 610 822 -12.1O Tabel 7 Afb. 13 Minimale doortocht van het gemeenschappelijke kondensafvoer afvoersysteem...
Pagina 17
Overzicht van rookgastoebehoren Concentrische muurdoorvoer met broekstuk Concentrische muurdoorvoer horizontaal C naar parallel 2 x 80 mm C max = 1500 30 mm min = 356 mm max = 8000 mm 6 720 610 822-13.1O 6 720 610 338-14.1O Afb. 14 Afb.
Pagina 18
Overzicht van rookgastoebehoren Dakuitmonding met luchttoever vanuit de gevel 6 720 610 822 - 15.1O Afb. 18 6 720 611 390 NL (2006/01)
Pagina 19
Overzicht van rookgastoebehoren Centraal rookgas systeem C 6 720 610 822-17.1O 6 720 610 822 - 18.1O Afb. 20 Afb. 19 6 720 611 390 NL (2006/01)
Installatie Installatie Opstellingsplaats kiezen Voorschriften ten opzichte van de opstellings- Montage, gas, afvoer en stroomaan- ruimte sluitingen en het in bedrijf nemen van de Neem voor alle installaties de desbetreffende voor- installatie mag alleen plaatsvinden door schriften in acht. een erkend intallateur. B Desbetreffende normen toepassen.
Installatie B Gasleiding en aansluitpijpen volgens de voorschrif- Voormonteren van de installatie ten monteren. B Montageaansluitplaat met bijverpakte schroeven B Servicekranen en gaskraan monteren. 6 x 50 aan de wand monteren. B Om het toestel tegen te hoge gasdruk te bescher- men moet bij propaan een drukregelaar met veilig- heidsventiel gemonteerd worden.
Installatie Toestel monteren Trechter sifon (toebehoren) Voorzichtig: installatie spoelen om vuil Om uittredend water uit de overdrukveiligheid af te voe- te verwijderen. ren kan een trechtersifon (als toebehoren) met ontlast- pijp een aansluitbochtstuk gemonteerd worden. B Verpakking verwijderen, let op de aanwijzingen op de B Ontlastpijp in het veiligheidsventiel draaien.
Installatie Aansluitingen controleren Wateraansluiting B Servicekranen van aanvoer en retourverwarming indien aanwezig openen en installatie vullen. B Afdichten en pakkingen op dichtheid controleren (test druk: max. 2,5 bar op manometer). B Toestel via de automatische ontluchter (27) ontluch- ten, blz. 30. B Open de koudwaterstopkraan en vul het warmwater- circuit (testdruk: max.
Basistoebehoren voor parallelaansluiting AZB 817/1 monteren B Bij luchttoevoer uit de gevel (C Verbrandingsluchttoevoerrooster (B17.4) in de mof 17.1 van de laatste uit de muur stekende verbrandings- luchttoevoerpijp (B22) steken (afb. 31). 6 720 611 390-10.2O B17.4 Afb. 29 B Deksel van de parallel aansluiting op het toestel demonteren: –...
Elektrische aansluiting Elektrische aansluiting Schakelkast openen B Afdekking onder los halen en wegnemen. Gevaar: Door stroom schok! B Bij het aansluiten en werken aan elek- trische delen altijd toestel spanningsvrij maken: stekker uit wandcontactdoos verwijderen. De regel, besturings en veiligheidsinrichtingen zijn door de fabrikant van bedrading voorzien en gekeurd.
De massa-ader moet nog los zijn wanneer de andere klokken reeds vast gezet zijn. Wij bevelen aan de gaswandketels met Bosch rege- laars uit te voeren. B Open Therm-moduul ausstecken. O T F Afb. 35 Aansluiten Open Therm Bosch 6 720 611 390-19.1O...
Elektrische aansluiting Aansluiten modulerende ruimtetemperatuurre- Tweedraads kamerthermostaat gelaar aansluiten B Modulerende ruimtetemperatuur TR 21, TR 100, Om een tweedraads aan/uit kamerthermostaat met een TR 200 volgens onderstaande afbeelding aanslui- potentiaal vrij kontakt te kunnen aansluiten, is het nood- ten: zakelijk de volgende handelingen te verrichten: B Verwijder de onder klem 7 voorgemonteerde weer- stand 1,5 kΩ...
Aansluiten van een temperatuur- begrenzer TB 1 in een Voorraadsysteem aansluiten vloerverwarminginstallatie Bosch voorraadsystemen hebben twee NTC-voelers Bij verwarmingsinstallatie alleen met vloerverwarming en worden rechtstreeks op de printplaat van het toestel en een directe hydraulische aansluiting op het toestel. aangesloten. De kabel maakt deel uit van het aansluit- toebehoren.
Inbedrijfname Inbedrijfname 61 317 366 367 14.1 6 720 611 309 - 08.1O Afb. 42 Manometer Bijgeleverde in bedrijfnameprotocol (zie Trechtersifon (toebehoren) blz. 37) invullen en op een zichtbare 14.1 Uitlooppijp van overdrukveiligheid (toebehoren) Veiligheidsventiel plaats plakken. Automatische ontluchter Ontstoringsknop Voor het in bedrijf nemen Hoofdschakelaar Temperatuurregelaar voor aanvoertemperatuur verwarming...
Inbedrijfname B Servicekranen (170) indien aanwezig opendraaien Verwarming inschakelen en installatie vullen tot 1 - 2 bar. Vul/aftapkraan slui- B Temperatuurregelaar verwarming draaien, om de ten. aanvoertemperatuur van de verwarmingsinstallatie B Radiatoren ontluchten. aan te passen: B Automatische ontluchter (27) openen, ontluchten en –...
Inbedrijfname Toestellen met voorraadsysteem: Gaswandketels zonder voorraad- warmwatertemperatuur instellen systeem: warmwatertemperatuur en hoeveelheid instellen Waarschuwing: Verbrandingsgevaar! 7.6.1 Warmwatertemperatuur B Temperatuur bij normaal gebruik niet ho- De warmwatertemperatuur kan met de temperatuurre- ger als 60°C instellen. gelaar tussen ca. 40˚C en 60˚C worden ingesteld. B Temperatuur tot 70°C alleen kortston- De ingestelde temperatuur wordt niet in de display dig instellen voor thermische desinfec-...
Pagina 33
Inbedrijfname 7.6.2 Gaskeur CW Bosch 26 HRC, Gaskeur CW/HRww: 2003 Bosch 30 HRC, Gaskeur CW/HRww: 2003 Toepassingsklasse 3 Toepassingsklasse 4 Toestel voldoet aan bovenstaande toepassingsklasse Toestel voldoet aan boven staande toepassingsklasse wanneer: waarneer: • Tapwater temperatuur is ingesteld op 60°C.
Pagina 34
Inbedrijfname Bosch 35 HRC, Gaskeur CW/HRww: 2003 Bosch 42 HRC, Gaskeur CW/HRww: 2003 Toepassingsklasse 5 Toepassingsklasse 5 Toestel voldoet aan boven staande toepassingsklasse Toestel voldoet aan boven staande toepassingsklasse waarneer: waarneer: • Tapwater temperatuur is ingesteld op 60°C. • Tapwater temperatuur is ingesteld op 60°C.
Inbedrijfname 7.6.3 Warmwaterhoeveelheid Vorstbeveiliging B Warmwaterhoeveelheid vergroten Vorstbeveiliging voor de verwarming: (max. 14 l/min): draai de schroef op de waterscha- B Verwarming in bedrijf laten, aanvoertemperatuurre- kelaar naar links (+). gelaar aanvoertemperatuurregelaar minstens op De uitstroomtemperatuur wordt lager vanwege de stand 1 laten staan.
Individuele instelling Individuele instelling 8.1.2 Karakteristieken van de verwarmings- pomp Toerental van de pomp op de aansluitkast van de pomp Mechanische instellingen instellen. 8.1.1 Instellen van de aanvoertemperatuur In schakelaarstand 1 wordt bij de berei- De aanvoertemperatuur is tussen 35˚C en 88˚C instel- ding van warmwater niet het maximale ver- baar.
Pagina 37
Max. aanvoertemperatuur De beschrijving beperkt zich tot de noodzakelijke func- Schakeldifferentie ties bij het inbedrijf nemen. Automatisch Een uitvoerige beschrijving vindt u in het Bosch antipendelprogramma Service vademecum. Max. verw. vermogen Antipendeltijd warmhouden...
Pagina 38
Individuele instelling B Ingestelde schakelstand invullen op het inbedrijfna- Na het instellen me protokol, Afb. 56. B Temperatuurregelaars op de oorspronke- B Toets indrukken en ingedrukt houden, totdat op lijk ingestelde temperatuur draaien. de display [ ] verschijnt. 8.2.2 Pompschakeling kiezen voor verwar- De pompschakelstand is vastgelegd.
Pagina 39
Individuele instelling B Gashoeveelheid meten en met de gegevens van het B Temperatuurregelaar draaien totdat op de dis- juiste kengetal vergelijken. Bij afwijkingen kengetal play 2.4 verschijnt. corrigeren! Na korte tijd verschijnt de ingestelde antipendeltijd op de display. B Boileropwarmvermogen op het bijbehorende in- bedrijfname protocol (zie blz.
Pagina 40
Individuele instelling 8.2.5 Max. aanvoertemperatuur instellen De schakeldifferentie is de toegestane afwijking van de (servicefunctie 2.5) gevraagde aanvoertemperatuur. De schakeldifferentie kan met stappen van 1 K ingesteld worden. Het instel- De maximale aanvoertemperatuur kan tussen 35˚C en bereik ligt tussen 0 en 30 K (fabriekszijdige instel- 88˚C (fabriekszijdige instelling) begrenst worden.
Pagina 41
Individuele instelling 8.2.7 Automatisch antipendelprogramma 8.2.8 Verwarmingsvermogen instellen (servicefunctie 2.7) (servicefunctie 5.0) Bij aansluiting van een weersafhankelijke regelaar Het is mogelijk om het toestel verwarmingszijdig op de wordt het antipendelprogramma automatisch aange- juiste transmissieberekening in te stellen. past. Met servicefunctie 2.7 kan de automatische aan- Het verwarmingsvermogen kan tussen min.
Individuele instelling B Toetsen B Draai de temperatuurregelaar indrukken en ingedrukt houden tot in de display de tot op de display [ ] verschijnt. gewenste antipendeltijd wordt weergegeven. Het verwarmingsvermogen is vastgelegd. De display en de toetsen knipperen. B Druk tegelijkertijd op de toetsen en houd deze vast tot in de display [ ] wordt weergegeven.
Pagina 43
Individuele instelling B Draai de temperatuurregelaar B Toetsen en stel „1” in. indrukken en ingedrukt houden De display en de toetsen knipperen. tot op de display = = verschijnt. Toetsen branden. B Druk tegelijkertijd op de toetsen en houd deze vast tot in de display „[ ]” wordt weergegeven. De ontluchtingsfunctie is ingeschakeld en wordt na afloop weer automatisch op „0“...
Individuele instelling 8.2.12 Waarde uitlezen van de Bosch Heatronic Dit vereenvoudigt, in geval van storing, de instellingen weer over te nemen. B Uitlezen van de ingestelde waarde in de display (zie tabel 15) en in het inbedrijfname protokol invullen. B Inbedrijfname protokol zichtbaar bevestigen.
Pagina 46
B Stel met de gasinstelklep (63) de CO -waarde voor het nominale vermogen volgens tabel 17/ 18 in. 3928-74.1R Afb. 92 Bosch 26 HRC Afb. 94 B Controleer de instelling bij nominaal vermogen en nominaal minimaal minimaal vermogen opnieuw en stel deze indien...
Onderhoud Verbrandingslucht/rookgasafvoer 9.2.2 CO- en CO -waarde in rookgas meten metingen met een ingesteld ver- B Toets indrukken en ingedrukt houden tot op de warmingsvermogen display – – verschijnt. Het schoorsteenvegerprogramma is actief. 9.2.1 - of CO -metingen in de verbrandings- Toets brandt en op de display verschijnt de aan- lucht...
Onderhoud 10.1 Checklist voor het onderhoud (onderhoud protocol) Datum Laatste foutmelding oproepen , serv- icefunctie .0, (zie blz. 49). Ionisatiestroom testen, servicefunctie 3.3, (zie blz. 49). Verbrandingslucht en luchtaanvoer optisch testen. Optische controle van de membraan op vervuiling en scheurtjes (zie blz. 51). Controleer de gasvoordruk.
Bij onvoldoende uitstroomhoeveelheid: Reinig de warmtewisselaar pas bij een B Demonteer de platenwarmtewisselaar en vervang stuurdruk van: deze 3,0 mbar (Bosch 26 HRC), -of- 6,5 mbar (Bosch 30/35 HRC) B Ontkalk met een ontkalkingsmiddel dat geschikt is 6,0 mbar (Bosch 42 HRC) voor roestvrij staal (1.4401).
Pagina 50
Onderhoud B Maak de warmtewisselaar van boven naar onderen Brander schoon. B Branderdeksel losdraaien. Afb. 99 Afb. 102 B Met borstel warmtewisselaar van boven naar onder B Brander uitnemen en reinigen. reinigen. Afb. 100 B Demonteer ventilator en brander en spoel de warm- tewisselaar van boven door.
Pagina 51
Onderhoud Membraan in de mengkamer bij Membraan in de mengkamer bij Bosch 26 HRC Bosch 30/35/42 HRC B Ventilator met mengkamer demonteren. Voorzichtig: Bij het demonteren en monteren van de membraan (443) deze niet beschadigen! B Mengkamer (29) los draaien.
Pagina 52
Onderhoud Vuldruk van de installatie Voor het bijvullen eerst de vulslang met water vullen, dit voorkomt dat er lucht in uw installatie komt. B De wijzer op de manometer moet tussen 1 en 2 bar staan. B Staat de wijzer onder 1 bar (bij koude installatie) dient water bijgevuld te worden totdat wijzer tussen 1 en 2 bar staat.
Service is verplicht een volledig ingevulde nota te ook de aankoopnota kan worden getoond verstrekken van elke reparatie. • indien door Bosch Thermotechnik Service is beslo- • Bewaar altijd de door u, of uw gemachtigde, voor ten dat het produkt voor garantie in aanmerking komt akkoord getekende reparatienota’s.
60 °C laten staan. Dit ter voorkoming van bacteriën bij langere stilstand. Het solarsysteem moet zo uitgelegd zijn, dat het in com- binatie met de Bosch gaswandketel HRC veilig kan funktioneren (zie afbeelding onder). De inlaattemperatuur mag de 80 °C niet overschrijden.
Pagina 60
Robert Bosch Thermotechniek BV Postbus 379 7300 AJ Apeldoorn Bosch Supportline (055) 543 43 43 Telefaxnummer (055) 543 43 44 www.boschsupportline.nl infott@nl.bosch.com...