PROBLEEMANALYSE BIJ STORINGEN
Ondeskundige
herstelwerkzaamheden alleen worden uitgerekend door voldoende gekwalificeerd deskundig
personeel!
STOLL adviseert herstelwerkzaamheden uit te laten voeren door een gespecialiseerd bedrijf.
Beschrijving van de storing
Bedieningshendel werkt stroef.
Frontlader en/of werktuig werken in
de verkeerde richting naar de
bedieningshendel.
Frontlader, werktuig en werktuig
met hydraulische functie, zoals
bovengrijper, beweegt te langzaam
of helemaal niet.
Te lage hef- en trekkracht.
Lucht in de hydraulische olie
(herkenbaar aan schuimende
hydraulische vloeistof).
Lekkage aan de hydraulische
koppelingen van de frontlader resp.
de 3e of 4e stuurkring.
B58SL1 0000000084 NL 009
reparaties
kunnen
leiden
Oorzaak
Stroeve bowdenkabels.
Stroeve schuiver in het besturingsblok.
Hydraulische verbinding verkeerd
aangesloten.
Bowdenkabels verkeerd gemonteerd.
Bedieningshendel fout uitgelijnd.
Te weinig olie in het hydraulische systeem.
Hydraulische koppelingen verkeerd
aangesloten.
Tractorpomp versleten.
Te lage oliestroom.
Toerental van de motor te laag.
Hydraulische vloeistof te koud.
Te veel lading in het werktuig.
Hydraulische koppeling defect.
Interne lekkage in de hydraulische cilinder.
Drukbegrenzingsklep fout ingesteld.
Interne lekkage in het besturingsblok.
Bedieningshendel fout ingesteld.
Klep bovengrijper schakelt niet.
Te lage oliedruk.
Interne lekkage in de hydraulische cilinder.
Te veel lading in het werktuig.
Drukbegrenzingsklep primair resp.
secundair fout ingesteld of defect.
Interne lekkage in het besturingsblok.
Hydraulische pomp zuigt lucht aan.
Hydraulische filter vervuild.
Kleine oliehoeveelheid in de tank.
Oliesoorten vermengd.
Toevoer teruglopende olie.
Lek door binnengedrongen vuil.
Slijtage of beschadigingen van de
koppelingen.
tot
veiligheidsrisico's.
Fouten verhelpen
Bevestigingen, verlengstuk en soepele
beweging van de bowdenkabels
controleren. Smeer eventueel de
bowdenkabels in, of vervang ze.
Schuiver controleren en evt. vervangen.
Controleer de hydraulische aansluitingen en
corrigeer ze eventueel.
Controleer de aansluiting van de
bowdenkabels en corrigeer deze eventueel.
Inbouwpositie controleren en evt.
aansluiting van de bowdenkabels
veranderen.
Controleer het oliepeil en vul eventueel olie
bij.
Controleer de aansluitingen.
Tractorpomp controleren en evt. vervangen.
Controleer de hydrauliek van de tractor.
Verhoog het toerental van de motor.
Verwarm het hydraulische systeem op
werktemperatuur.
Verminder de lading.
Controleer de koppelingen en vervang ze
eventueel.
Cilinder controleren, evt. defecte cilinder
repareren resp. vervangen.
Instelling van de drukbegrenzingsklep
controleren.
Besturingsblok controleren, evt. vervangen.
Instellingen bedieningshendel corrigeren.
Magneet en schuiver controleren en evt.
vervangen.
Controleer de hydrauliek van de tractor.
Cilinder controleren, evt. defecte cilinder
repareren resp. vervangen.
Verminder de lading.
Instelling van de drukbegrenzingskleppen
controleren en indien nodig vervangen.
Besturingsblok controleren, evt. vervangen.
Controleer de leidingen tussen hydraulische
pomp en tank op losse of defecte
aansluitingen.
Hydraulische filter, indien nodig vervangen.
Olieveelheid controleren, evt. bijvullen.
Alleen aanbevolen oliesoorten gebruiken.
Aansluiting voor teruglopende olie zoals
vastgelegd.
Reinig de koppeling en vervang deze
eventueel.
Bij niet-gebruik van de frontlader of de 3e of
4e stuurkring de hydraulische koppelingen
afsluiten met de beschermkappen resp. het
deksel van de Hydro-Fix.
Koppelingen vervangen.
Daarom
mogen
82