INGEBRUIKNAME
5.5
Frontlader uitlijnen voor de montage
⚠
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsels en ongevallen door incorrecte frontlader-vergrendeling!
Indien de frontlader-vergrendeling niet correct ingesteld is, kan de frontlader uit het opneempunt glijden
en daarbij ongevallen veroorzaken en personen verwonden.
Voor een correcte instelling van de frontlader-vergrendeling zorgen.
AANWIJZING
Materiële schade door abrupte bediening!
De frontlader en de opneempunten kunnen bij het uitlijnen door abrupte bewegingen beschadigd
worden.
Voor de montage van de frontlader de soepele bediening van de bedieningshendel controleren.
Zorg voor een voorzichtige bediening van de tractor en de frontlader.
Als de frontlader voor het eerst wordt gemonteerd of daarvoor op een ander tractor werd gebruikt,
kunnen de frontlader-poten te hoog of te laag staan voor de montage. In dit geval moet de frontlader
voor de montage worden uitgelijnd.
Frontlader uitlijnen en monteren:
(1) Frontlader-vergrendeling losmaken.
Beide vergrendelingshendels omhoog bewegen.
(2) Tractor langzaam centraal in de arm rijden.
Tractor vooruit rijden tot de opneempunten zo dicht mogelijk bij de frontlader-poten liggen.
(3) Tractor uitschakelen.
Trek de parkeerrem aan.
Zet de motor af.
Hydraulica drukloos schakelen (zie 6.1 Bedieningselementen).
(4) Hydraulische leidingen aansluiten.
(5) Elektrokabels aansluiten.
(6) Tractor starten.
(7) Frontlader-poten uitlijnen.
Optillen-, neerlaten-, storten- en scheppen-functies gebruiken tot de frontlader-poten de juiste
hoogte bereikt hebben.
(8) Tractor vooruit rijden, tot aan beide zijden de bovenste frontladerpennen de glijrails en de
vanghaken raken.
De frontlader is uitgelijnd voor de montage aan de tractor.
(9) Optillen-functie gebruiken tot de frontladerpennen in de vanghaken liggen.
(10) Frontlader-vergrendeling sluiten.
Optillen-functie gebruiken tot de frontlader zich net boven de bodem bevindt.
Trek de parkeerrem aan.
Zet de motor af.
Sla beide vergrendelingshendels om naar beneden.
Frontlader-vergrendeling controleren en eventueel instellen (zie 5.6 Frontlader-vergrendeling
instellen).
(11) Parkeersteunen inklappen.
Beide parkeersteunen inklappen (zie 6.2 Parkeersteunen bedienen).
De frontlader is gemonteerd en klaar voor gebruik.
B58SL1 0000000084 NL 009
50