Inhoudsopgave
Advertenties
7
Reiniging/Ontsmetting/Sterilisatie
7.1
Reiniging en ontsmetting van het systeem
Algemene aanwijzingen voor de reiniging, ontsmetting en veiligheid
Bij een standaard gebruik is het vereiste behandelingsniveau voor de reiniging en de ontsmetting
van de apparatuur een ontsmetting op laag niveau. De apparatuur is in feite geklasseerd als niet-
kritisch en het risiconiveau op infectie is laag. Desalniettemin kunnen er, inzake het infectierisico,
ontsmettingen van middelhoog tot hoog niveau worden overwogen.
De verantwoordelijke dienst moet de nationale reglementeringen (normen en richtlijnen) volgen
inzake hygiëne en ontsmetting.
7.1.1
Reiniging van de apparatuur
1. De uitrusting reinigen met een doek die lichtjes doordrenkt is met oppervlaktereiniger en
daarbij de aanwijzingen van de fabrikant met betrekking tot de verdunning, duur van toepas-
sing en temperatuur naleven. Een algemeen licht alkalisch reinigingsproduct gebruiken
(zeepachtige oplossing) met actieve stoffen zoals schoonmaakmiddelen en fosfaat. Gebruik
geen schuurmiddelen, want deze beschadigen de oppervlakken.
2. Het schoonmaakmiddel verwijderen met een vochtige doek en daarna afdrogen met een dro-
ge doek.
LUCEA 10-40
IFU 01701 NL 12
W
!
AA RS C HU WI NG
Risico van infectie
De reinigings- en sterilisatieprocedures verschillen enorm naargelang van de
gezondheidsinstellingen en de plaatselijke reglementen.
De gebruiker moet contact met de hygiënist van de inrichting opnemen. De
aanbevolen producten en procedures aanhouden.
W
!
AA RS C HU WI NG
Risico van materiële schade
De binnendringing van vloeistof in de apparatuur tijdens de reiniging ervan,
kan de werking ervan schaden.
De apparatuur met weinig water reinigen of een oplossing rechtstreeks op de
apparatuur verstuiven.
W
!
AA RS C HU WI NG
Risico van infectie
Sommige reinigingsproducten of -procedures kunnen de ombouw van de ap-
paratuur beschadigen, die dan tijdens een ingreep in de vorm van deeltjes in
het operatieveld kan vallen.
De ontsmettende producten met glutaaraldehyde, fenol of jodium moeten
worden vermeden. Ontsmetting door fumigatie is verboden en ongeschikt.
W
!
AA RS C HU WI NG
Risico op brandwonden
Sommige delen van de apparatuur blijven warm na gebruik.
Het apparaat uitschakelen en laten afkoelen alvorens te reinigen.
Reiniging/Ontsmetting/Sterilisatie
Reiniging en ontsmetting van het systeem
7
29 / 38
Advertenties
Inhoudsopgave
