6.1.5
Raam ingangsdeur
(variant 2)
In de ingangsdeur is een raam met een rolhor
en een verduisteringsrollo geïntegreerd.
Raam openen:
De vergrendelingsknop (Afb. 20,3) indruk-
ken en ingedrukt houden.
De vergrendelingshendel (Afb. 20,4) naar
het midden van het raam draaien.
Alle vergrendelingen openen.
Raam sluiten:
Het raam sluiten.
De vergrendelingsknop (Afb. 20,3) indruk-
ken en ingedrukt houden.
De vergrendelingshendel (Afb. 20,4) naar
het raamkozijn draaien. De kruk (Afb. 20,2)
van de vergrendelingshendel ligt geheel
aan de binnenzijde van de raamvergrende-
ling (Afb. 20,1).
Continue ventilatie
Met de vergrendelingshendels kan het raam in
de ingangsdeur ook in de stand "continue ven-
tilatie" worden gezet.
De vergrendelingsknop (Afb. 21,3) indruk-
ken en ingedrukt houden.
De vergrendelingshendel (Afb. 21,4) naar het midden van het raam draaien.
Alle vergrendelingen openen.
Het raam in de ingangsdeur lichtjes naar buiten drukken.
De vergrendelingsknop indrukken en ingedrukt houden.
De vergrendelingshendel weer terugdraaien. De kruk (Afb. 21,2) van de vergrendelingshendel
daarbij in de raamvergrendeling (Afb. 21,1) schuiven.
De raamstand "continue ventilatie" mag tijdens de rit niet zo worden gehouden.
Bij regen kan er bij de raamstand "continue ventilatie" spatwater in het woongedeelte dringen. Daar-
om het raam volledig sluiten.
T-Modell - 05/06 - Ausgabe 09/05 - 201804309 - BUE-0006-05NL
Afb. 20
Raam ingangsdeur, vergrende-
lingshendel gesloten
Afb. 21
Raam ingangsdeur in stand "continue
ventilatie"
6
Wonen
39