9
Inbouwapparatuur
9.2.7
Elektrische vloerverwarming (speciale uitvoering)
Bij modellen met elektrische vloerverwarming mogen in geen geval gaten in de vloer
geboord of schroeven ingedraaid worden. Gevaar voor een stroomschok of kortslui-
ting door beschadiging van een verwarmingsdraad.
>
De transformator niet afdekken. Gevaar voor oververhitting!
>
De elektrische vloerverwarming werkt alleen als het voertuig aan de 230-V-voorzie-
ning is aangesloten.
>
De capaciteit van de elektrische vloerverwarming is niet voldoende om het woonge-
deelte te verwarmen.
De transformator (Afb. 122,1) voor de elektri-
sche vloerverwarming is al naargelang het mo-
del in de zitkist of in de bedkast ingebouwd.
Inschakelen:
Het voertuig op de 230-V-voorziening aan-
sluiten (zie hoofdstuk 8).
De wipschakelaar (Afb. 123,2) indrukken.
Het controlelicht (Afb. 123,1) in de schake-
laar brandt.
Uitschakelen:
De wipschakelaar (Afb. 123,2) indrukken.
Het controlelicht (Afb. 123,1) in de schake-
laar gaat uit.
Na het uitschakelen blijft de vloer nog een tijdje
warm door restwarmte.
Overbelastingsbeveiliging inschakelen:
Als de transformator overbelast wordt, spreekt
de overbelastingsbeveiliging aan. De pen
(Afb. 122,2) springt eruit.
De pen (Afb. 122,2) aan de overbelastings-
beveilging indrukken als de transformator is
afgekoeld.
116
Afb. 122 Transformator voor de elektrische
vloerverwarming
Afb. 123 Schakelaar voor de elektrische vloer-
verwarming
T-Modell - 05/06 - Ausgabe 09/05 - 201804309 - BUE-0006-05NL