Inhoudsopgave
Advertenties
12.7
Vervangen van gloeilampen, buiten
Gloeilampen en lamphouders kunnen erg warm worden. Daarom voor het vervangen
van gloeilampen de lamp laten afkoelen.
Gloeilampen ontoegankelijk voor kinderen bewaren.
Geen gloeilamp gebruiken die is gevallen of die krassen heeft in het glas. De gloei-
lamp zou kunnen springen.
>
Een nieuwe halogeengloeilamp niet vastpakken met de vingers. Om de nieuwe halo-
geengloeilamp in te zetten een stoffen doek gebruiken.
>
Alleen gloeilampen van hetzelfde type en met het juiste aantal watt gebruiken.
12.7.1 Verlichting front
De lampen voor dimlicht, grootlicht en parkeerlicht alsmede voor de richtingaanwijzer zijn bestand-
deel van het basisvoertuig. Het vervangen van de gloeilampen is in de gebruiksaanwijzing van het
basisvoertuig beschreven.
12.7.2 Verlichting achter
Variant 1
Behuizingsschroeven
draaien.
Behuizing (Afb. 180,2) van de lamphouder
verwijderen.
Bajonetsluiting
van
(Afb. 181,2) losmaken.
Behuizing (Afb. 181,1) van de lampfitting
verwijderen.
Gloeilamp verwijderen.
Nieuwe gloeilamp plaatsen.
Achterlicht in omgekeerde volgorde weer in
elkaar zetten.
T-Modell - 05/06 - Ausgabe 09/05 - 201804309 - BUE-0006-05NL
(Afb. 180,1)
los-
de
lampfitting
Afb. 180 Verlichting achter (variant 1)
Afb. 181 Gloeilamp vervangen (variant 1)
12
Onderhoud
161
Advertenties
Inhoudsopgave
