Inhoudsopgave
Advertenties
Inbedrijfstelling
Branderautomaat
Beschrijving
De elektronische besturing van de brander
bestaat uit een programmeerbare
branderautomaat met ingebouwde
gecombineerde elektronische regelaar.
Naargelang de uitrusting en het type kunnen
extra functies zijn ingebouwd.
De volgende branderbesturingen worden
gebruikt in functie van de branders:
Branderbesturing
Fabrikant
Technische gegevens
Werkingsmodus
Componenten en ingebouwde
functies
Optionele uitrusting
Branders zijn ook leverbaar zonder besturing.
De componenten zijn dan op een
verbindingsstrip gemonteerd. De besturing
van de brander is in dit geval niet inbegrepen
in de levering van de brander.
De branders die uitgerust zijn met de
branderautomaat BT3xx worden bediend en
ingesteld met behulp van een handbediende
terminal (display) of software voor de pc. U
vindt de instructies voor de bediening van het
display en de pc in de aanvullende
gebruiksaanwijzingen van de BT3xx:
BT 300
Lamtec
Werkspanning: 230 V AC
Frequentie: 50/ 60 Hz
Opgenomen vermogen: ca. 30 VA
Omgevingstemperatuur:
In werking: -20...+-60 °C
Opslag: -25...+60 °C
3 uitgangen voor servomotoren (1x 0...10 V permanent,
0/4...20 mA)
Continue werking
Servomotor STE 4,5
Interface klant
Ingebouwde dichtheidscontrole van de klep
Programmeereenheid
Uitbreidingsmodule voor de besturing van de
draaisnelheid
Uitbreidingsmodule LCM 100
Regeling O
/CO
2
Aansluiting van een veldbus (via de optionele module
LCM100):
- PROFIBUS
- Modbus
- Ethernet (Modbus TCP)
- 420010491000 Beschrijving van de
automaat, het display, de instelling
- 420010491100 Remote software
- 420010xxxxxx Instelling van CO/O2
- 420010491200 Lijst van de storingscodes
- 420010491300 Lijst van de parameters
Inbedrijfstelling
De inbedrijfstelling mag alleen worden
verzorgd door hiervoor opgeleide technici. De
bekabeling van het systeem moet worden
uitgevoerd in overeenstemming met het voor
de brander geldende elektrische schema en
volgens de lokale normen en wettelijke
voorschriften.
06/2013 - Art. Nr. 4200 1052 4900A
Houd u stipt aan de instructies die van kracht
zijn voor de besturing van de brander. De
besturing van de brander is in de fabriek
ingesteld op de specificaties van de brander.
Bij de eerste inbedrijfstelling moet worden
gecontroleerd of de parameters
overeenkomen met de specificaties van de
installatie. Tevens moet worden
gecontroleerd of de servomotoren correct zijn
ingesteld.
Tijdens de test van de ingangen en
uitgangen, moeten de handbediende
gaskranen absoluut gesloten blijven.
De externe circuits mogen geen verlenging
van de veiligheidstijden registreren.
37
Advertenties
Inhoudsopgave
