Inhoudsopgave
Advertenties
Montage
Ontstekingsbrander type Z0... M
Technische gegevens
Technische gegevens van de ontstekingsgasbrander Z0... M
Technisch gedeelte over de verbranding
Brandstof
Vlamvermogen
Lengte van de vlam
Gasaansluiting
Luchtaansluiting
Luchtdebiet
Luchtovermaat
Max. omgevingstemperatuur
gebruikt worden als koelingslucht
Max. tegendruk
Aansluitingstype
Ontsteking
ontstekingstransformator)
Beschermingsgraad
Vlambewaking
De vlam wordt bewaakt door de
ionisatiesonde. Het vlamsignaal wordt
gecreëerd door de gelijkstroom die
onder invloed van het gelijkrichtende
effect van de vlam vanaf de massa van
de ontstekingsbuis via de vlam naar de
ionisatie-elektrode stroomt. Daarbij
stroomt ze via de verbindingsstang en
tot de vlamdetector. De ionisatie-
elektrode en de ontstekingselektrode
moeten worden ingesteld volgens de
tekening (aanzicht 4). Als er nieuwe
elektroden geïnstalleerd zijn, moeten ze
dienovereenkomstig geplooid worden,
op lengte afgesteld worden en moet hun
oriëntatie afgesteld worden. De beste
oplossing die wordt aanbevolen is als
volgt: een volledige elektrodesteunring
bestellen, waarbij de elektroden al
geplooid en afgesteld zijn. De interne
weerstand van het ionisatiecircuit
bedraagt meerdere M-Ohm. Deze hoge
weerstandswaarde garandeert een
goede isolatie van de elektroden en de
verbindingsstangen; om die reden moet
men, in het geval van met stof beladen
verbrandingslucht, de isolatoren
regelmatig schoonmaken en
vochtigheid vermijden. De keramische
isolator van de ionisatie-elektrode mag
daarenboven niet verwarmd worden tot
een temperatuur van meer dan 500°C,
anders zouden er zich defecten kunnen
voordoen bij de opstart. Daarom moet
men ervoor zorgen dat er steeds een
minimale luchtstroom (10-20% van het
nominale luchtdebiet) aanwezig is,
wanneer deze temperatuur bereikt zou
kunnen worden in een
verbrandingskamer en bij het uitgaan
van de brandervlam; dat is mogelijk via
straling of convectie.
Gas volgens G 260
max. 120 kW
max. 600 mm
G 1/4
DN 25 mm, 90° verdraaid
max. 50 m³/u
0,3 - 0,5 (de resterende hoeveelheid lucht moet beschikbaar zijn in de verbrandingskamer)
ontstekingsbuis 500°C; als de temperatuur hoger is, moet een deel van de verbrandingslucht
200 mbar overdruk in de behuizing van de ontstekingsbrander
via connectoren
5 kV van de elektrode ten opzichte van de massa (via een afzonderlijke
IP 54
Samenstelling volgens de
doorsneetekening
De ontstekers zijn hoofdzakelijk als volgt
samengesteld: de behuizing van de
aansluitingskamer (Pos. 1) met
luchtaanvoer (Pos. 2) en gasaanvoer
(Pos. 3), de ontstekingsbuis (Pos. 4) en
de gasbuis (Pos. 5) met de diffusor (Pos.
6). De ionisatie-elektrode en de
ontstekingselektrode zijn verlengd met
verbindingsstangen (Pos. 7). Deze
stangen doorkruisen de sokkel van de
behuizing van de aansluitingskamer
dankzij 2 keramische isolatoren en zijn
om de 300 mm vastgemaakt via
tussenliggende steunringen (Pos. 8).
Illustratie 1
06/2013 - Art. Nr. 4200 1052 4900A
Afstelling van de noodzakelijke
gashoeveelheid
De ontstekingsbrander werkt binnen
een drukbereik van ca. 25-50 mbar;
deze waarde kan worden opgemeten
aan de drukaansluiting van de
drukregelaar. Het is mogelijk om de
hoeveelheid gas te kiezen in functie van
het diagram (illustratie 2) en ze af te
stellen via de drukregelaar. De druk in
de verbrandingskamer wordt
gecompenseerd door de druk van de
ventilator van de N9 als correctiefactor
te gebruiken aan de ingang van de
drukregelaar, en het vermogen van de
ontstekingsbrander stijgt naarmate het
bedrijfsvermogen van de N9 toeneemt.
11
Advertenties
Inhoudsopgave
