Inhoudsopgave
Advertenties
Inbedrijfstelling
Hydraulisch blok olie
1a
Manometer oliedruk aanvoer (optie)
1a
Manometer oliedruk retour (optie)
2
Veiligheidskleppen aanvoer
3
Veiligheidskleppen retour
4
Min. oliedrukbewaker (aanvoer)
5
Max. oliedrukbewaker (retour)
6
Servomotor oliedebietregelaar
Het hydraulisch blok is ingebouwd en neemt
een groot aantal hydraulische functies van de
branders over.
Het compacte hydraulische blok regelt het
oliedebiet en het bevat de
veiligheidscomponenten (veiligheidsstopklep
en oliedrukbewaker). De elektrokleppen van
het aanvoercircuit werken met een
servobekrachtiging, de retourkleppen
daarentegen worden rechtstreeks
aangestuurd. De spoelen van de kleppen zijn
elektrisch in serie geschakeld.
Op deze manier wordt voorkomen dat een
klep kan openen als een van de twee spoelen
defect is. Let op bij het vervangen van
kleppen in het kader van onderhoud, dat het
goede type klep in de correcte
montagerichting wordt gemonteerd. De
elektroklep in de voeding (type 321F 2523)
moet zodanig worden gemonteerd dat de op
de flens gegraveerde uitstroomrichting
overeenkomt met de uitstroomrichting van de
brandstof (van de pomp naar de sproeierlijn).
Op de elektroklep van de retour (type 121 F
2523), geeft de op de elektroklep
gegraveerde pijl de tegenovergestelde
stroomrichting aan van de olie, die van de
sproeiersteel terugstroomt naar de pomp.
De in de retour ingebouwde debietregelklep
bestaat uit een in het hydraulische olieblok
geperste, niet draaiende bus en een regelas.
Via in de bus en op de as aangebrachte
profielen is het mogelijk, door het verdraaien
van de regelas, om de vrije doorlaat voor de
olieretour aan te passen en het
olieretourdebiet te variëren. Er zijn
regelassen leverbaar met diverse
regelprofielen die passen bij de verschillende
sproeiermaten. Op deze manier kan men
voor elke toepassing de optimale regeling
met een groot regelbereik bereiken. De
parameter van de omtrek van de regeling en
de draairichting (met de letter "L") zijn
gegraveerd op de regelingsas. Bij vervanging
van de regelingsas, moeten voor het
monteren, de parameter van de omtrek van
de regeling en de draairichting gecontroleerd
worden. De werkelijke positie van de regelas
kan worden afgelezen op de
positieaanwijzer. Vanuit de minimum stand
(minimale belasting van de brander) draait de
regelas rechtsom naar het maximum
merkteken (volledige belasting van de
brander). Als de regelas uitgebouwd is
geweest voor onderhoud, moet bij het weer
monteren worden gelet op de positie van het
regelprofiel, dat met en centerpunt is
aangegeven op het frontvlak van de as. In de
positie van de minimale belasting (minimum
stand) staat de centerpunt altijd aan de
bovenkant (9 uur - zie afbeelding).
06/2013 - Art. Nr. 4200 1052 4900A
31
Advertenties
Inhoudsopgave
