Het inbouwen van het apparaat
Het stellen van de inbouwkast
^ Stel de inbouwkast voordat u het ap-
paraat inbouwt heel precies met een
waterpas.
Denk daarbij aan het volgende.
– De hoeken van de kast moeten alle-
maal 90° zijn, omdat de meubeldeur
anders niet precies tegen alle vier de
hoeken aanligt.
– De zijwanden in de inbouwkast moe-
ten vlak zijn.
– De aangrenzende wanden van de in-
bouwkast moeten minstens 16 mm
dik zijn.
– De sokkellijst moet minstens 13 mm
dik zijn.
Het beste is 19 mm.
72
Het controleren van de in-
bouwkast
^ Controleer
– de inbouwmaten;
– de plaatsen waar het apparaat op de
elektriciteit en de waterleiding wordt
aangesloten
(zie hoofdstukken: "Elektrische aan-
sluiting" en "Wateraansluiting");
– of het apparaat en de aangrenzende
meubels stevig zijn vastgemaakt;
– of de meubeldeuren niet tegen el-
kaar aan kunnen klappen (openings-
hoek).
Voordat het apparaat wordt
ingebouwd
,
Attentie!
Dit apparaat is heel zwaar en wan-
neer één van de deuren openstaat
kan het makkelijk naar voren hellen.
^ Verwijder de accessoires uit en ook
van de achterwand van het apparaat.
^ Verwijder de kabelhouder van de
achterwand van het apparaat.
^ Controleer of de delen aan de achter-
wand van het apparaat nergens te-
genaan kunnen komen.
Buig eventueel in de weg zittende
delen voorzichtig weg.
^ Leg om vloerschade te voorkomen
een oud kleed of iets dergelijks op de
grond waar u het apparaat neer gaat
zetten.