• De beschikbare DCS-codes staan in de onderstaande tabel.
1
4 0
0
2
3
0
6
5
1
3
2
2
0
5
2
0
2
5
0
7
1
1
3
4
2
1
2
2
0
2
6
0
7
2
1
4
3
2
2
3
2
0
3
1
0
7
3
1
4
5
2
2
5
2
0
3
2
0
7
4
1
5
2
2
2
6
2
0
3
6
1
1
4
1
5
5
2
4
3
2
0
4
3
1
1
5
1
5
6
2
4
4
2
0
4
7
1
1
6
1
6
2
2
4
5
3
0
5
1
1
2
2
1
6
5
2
4
6
3
0
5
3
1
2
5
1
7
2
2
5
1
3
0
5
4
1
3
1
1
7
4
2
5
2
3
3 Druk op [MENU] om de nieuwe instelling op te slaan of op
een willekeurige andere toets om de instelling te annuleren.
4 Druk op een willekeurige toets, behalve op [MENU], om de
Menufunctie te verlaten.
DCS-C
-I
ODE
DENTIFICATIESCANNEN
Deze functie scant alle DCS-codes om de binnenkomende DCS-
code van het ontvangen signaal te identificeren. Dit is handig
wanneer u de DCS-code die de andere personen in uw groep
gebruiken niet kunt oproepen.
1 Druk op [F], [MENU] en draai de Afstemknop om
Menunummer 4 (DCS) te kiezen.
2 Druk op [MENU] (1s) om het DCS-code-Identificatiescannen
te beginnen.
D
C
S
C -
d o
s e
5
5
3
3
1
4
1
3
4
6
5
6
1
2
6
1
3
3
2
4
2
3
4
6
6
6
2
4
6
3
3
4
3
4
3
1
5
0
3
6
2
7
6
5
3
4
6
4
3
2
5
0
6
6
3
1
6
6
3
5
1
4
4
5
5
1
6
6
3
2
7
1
3
5
6
4
4
6
5
2
3
6
5
4
7
4
3
6
4
4
5
2
5
2
6
6
6
2
0
6
3
6
5
4
5
4
5
3
2
6
6
4
1
1
3
7
1
4
5
5
5
4
6
7
0
3
1
5
4
1
1
4
6
2
5
6
5
7
1
2
2
5
4
1
2
4
6
4
6
0
6
7
2
3
7
3
1
7
3
2
7
3
4
• De decimale punt tussen "DCS" en de DCS-code knippert
tijdens het scannen.
7
4
3
• Als u de functie wilt uitschakelen, drukt u op een willekeurige
7
5
4
toets.
• Nadat een DCS-code is geïdentificeerd, knippert de
geïdentificeerde DCS-code op het display.
3 Druk op [MENU] om de geïdentificeerde DCS-code te
programmeren in plaats van de huidige DCS-code, of druk
op een willekeurige andere toets om het DCS-code-
Identificatiescannen uit te schakelen.
• Draai de Afstemknop of druk op [UP]/[DWN] op de
microfoon terwijl de geïdentificeerde DCS-code knippert om
verder te gaan met scannen.
4 Druk op een willekeurige toets, behalve op [MENU], om de
Menufunctie te verlaten.
Opmerkingen:
Wanneer u het DCS-code-Identificatiescannen uitvoert, wordt
◆
DCS automatisch ingeschakeld, zelfs als de huidige frequentie
niet is ingesteld met DCS.
De ontvangen signalen worden weergegeven via de luidspreker
◆
terwijl het scannen wordt uitgevoerd.
De transceiver blijft de Weerradiofrequentie en het Prioriteits-
◆
kanaal controleren tijdens het DCS-code-Identificatiescannen.
Het DCS-code-Identificatiescannen scant de code niet als het
◆
signaal niet wordt ontvangen.
9
N-49