Opmerkingen:
Als u op [PTT] drukt, stopt de " " indicator met knipperen.
◆
De ASC-functie kan worden ingeschakeld terwijl u de
◆
transceiver in de Simplexfunctie gebruikt. Hierdoor wordt de
zend- en ontvangstfrequenties echter niet omgewisseld.
De ASC-functie werkt niet tijdens het scannen.
◆
Als u de ASC-functie inschakelt terwijl de Omkeerfunctie Aan
◆
staat, wordt de Omkeerfunctie Uit gezet.
Als u een Geheugenplaats of het Oproepkanaal oproept waarin is
◆
opgeslagen dat de Omkeerfunctie Aan staat, wordt de ASC-
functie Uit gezet.
Door de ASC-functie wordt het ontvangen geluid iedere 3 seconden
◆
kort onderbroken.
TOONFREQUENTIE-IDENTIFICATIESCANNEN
Deze functie scant alle toonfrequenties om de binnenkomende
toonfrequentie van het ontvangen signaal te identificeren. U kunt
deze functie gebruiken om te bepalen welke frequentie vereist is
om toegang te krijgen tot uw plaatselijke repeater.
1 Druk op [F], [MENU] en draai de Afstemknop om
Menunummer 2 (T) te kiezen.
2 Druk op [MENU] (1 s) om het Toonfrequentie-
Identificatiescannen te beginnen.
• Nadat de transceiver een signaal ontvangt, begint het
scannen. De decimale punt knippert tijdens het scannen.
• Als de transceiver een signaal ontvangt tijdens het
Toonfrequentie-Identificatiescannen, wordt het signaal
uitgevoerd door de luidspreker.
• U kunt de scanrichting omkeren door de Afstemknop te
draaien.
• Als u de functie wilt uitschakelen, drukt u op een willekeurige
toets.
• Nadat de toonfrequentie is geïdentificeerd, klinkt een pieptoon
en knippert de geïdentificeerde toonfrequentie op het display.
3 Druk op [MENU] om de geïdentificeerde toonfrequentie te
programmeren in plaats van de huidige toonfrequentie, of
druk op een willekeurige andere toets om het Toonfrequentie-
Identificatiescannen uit te schakelen.
• Draai de Afstemknop terwijl de geïdentificeerde
toonfrequentie knippert om verder te gaan met scannen.
4 Druk op een willekeurige toets, behalve op [MENU], om de
Menufunctie te verlaten.
Opmerkingen:
Bepaalde repeaters zenden de toegangstoon niet opnieuw uit in
◆
het download-signaal. In dat geval controleert u het uplink-signaal
van het andere station om de toegangstoon van de repeater te
identificeren.
De transceiver blijft de Weerradiofrequentie en het Prioriteits-
◆
kanaal controleren tijdens het Toonfrequentie-Identificatie-
scannen.
6
N-27