Als vuil de luchtdrukkanalen blokkeert, stuur uw polsunit dan naar een Polar Service
Center. Stop geen objecten in de openingen.
Wij adviseren u telkens de hoogte opnieuw in te stellen, wanneer u een
betrouwbaar referentiepunt tegenkomt. Kalibreer de hoogtemeter voor elke
training, voor de meest accurate hoogtemeting.
U kunt de thermometer alleen gebruiken als de hoogtemeter is ingeschakeld. Omdat
de temperatuurmeting wordt beïnvloed door uw lichaamstemperatuur, kunt u de
polsunit het beste minstens tien minuten voordat u de meting uitvoert, afdoen.
Om door te gaan met het instellen van de gegevens, drukt u op de stop-knop. Door
deze knop ingedrukt te houden, keert u terug naar de tijdweergave.
AutoLap aan/uit
Wanneer u de functie AutoLap gebruikt, houdt de running/fietscomputer automatisch
rondetijden bij wanneer u de vooraf ingestelde afstand hebt gelopen of gefietst. Als u
de AutoLap-afstand bijvoorbeeld instelt op 400 meter, wordt de eerste ronde vastgelegd
na 400 meter, de tweede na 800 meter, enzovoort.
Als u begint met de tijdweergave op het display, herhaalt u stap 1 tot en met 4.
5. Druk op scroll up of scroll down totdat AUTOLAP wordt weergegeven.
6. Druk op OK om de functie AutoLap in te stellen. De aanduiding On/Off begint te
knipperen.
7. Druk op scroll up of scroll down om AutoLap aan of uit te zetten. Druk op OK.
OFF: de overige AutoLap-instellingen overslaan.
8. Set A.Lap Distance wordt weergegeven. Druk op scroll up of scroll down om de
AutoLap-afstand in te stellen. Druk op OK om de weergegeven afstand te selecteren.
U kunt AutoLap alleen inschakelen als de snelheidsfunctie is geactiveerd in de
snelheidsinstellingen.
37