Hoofdstuk 8
•
Situatie C: Het apparaat installeren met een PBX-telefoonsysteem of een ISDN-lijn
•
Situatie D: Fax met een specifiek belsignaal op dezelfde lijn
•
Situatie E: Gedeelde telefoon-/faxlijn
•
Situatie F: Gedeelde gespreks-/faxlijn met voicemail
•
Situatie G: Gedeelde faxlijn met computermodem (er komen geen
gespreksoproepen binnen)
•
Situatie H: Gedeelde lijn voor gespreks- en faxoproepen met computermodem
•
Situatie I: Gedeelde lijn voor gesprekken/fax met antwoordapparaat
•
Situatie J: Gedeelde lijn voor gespreks- en faxoproepen met een computermodem
en een antwoordapparaat
•
Situatie K: Gedeelde lijn voor gespreks- en faxoproepen met een computermodem
voor inbellen en voicemail
De juiste faxinstellingen voor thuis of op kantoor kiezen
Als u probleemloos faxberichten wilt kunnen verzenden, moet u weten welke
apparaten en services de telefoonlijn delen met het apparaat. Dit is belangrijk omdat u
mogelijk enkele bestaande kantoorapparaten rechtstreeks met het apparaat moet
verbinden en omdat u misschien enkele faxinstellingen moet wijzigen om goed te
kunnen faxen.
Lees eerst de vragen in dit deel door en noteer uw antwoorden om te bepalen op
welke manier u het apparaat het beste kunt instellen voor thuis of op kantoor. Zoek
vervolgens op basis van de antwoorden die u hebt genoteerd, in de tabel hieronder de
aanbevolen instelling op.
Zorg ervoor dat u de volgende vragen leest en beantwoordt in de volgorde waarin ze
hieronder voorkomen.
1. Hebt u een DSL-service (Digital Subscriber Line) bij uw telefoonmaatschappij?
(DSL wordt in uw land/regio wellicht ADSL genoemd.)
Als u Ja hebt geantwoord, kunt u direct doorgaan naar
installeren met
Als u Nee hebt geantwoord, gaat u door naar de volgende vraag.
2. Beschikt u over een telefooncentrale (PBX) of een ISDN-aansluiting?
Als u Ja hebt geantwoord, kunt u direct doorgaan naar
installeren met een PBX-telefoonsysteem of een
vragen niet te beantwoorden.
Als u Nee hebt geantwoord, gaat u door naar de volgende vraag.
94
Configureren en beheren
DSL. U hoeft de overige vragen niet te beantwoorden.
Situatie B: Het apparaat
Situatie C: Het apparaat
ISDN-lijn. U hoeft de overige