Het draadloze kanaal dat u wilt gebruiken kan beperkt zijn, afhankelijk van de draadloze netwerkapparaten die
geïnstalleerd zijn op deze computer. Raadpleeg de instructiehandleiding die bij de computer of het draadloze
netwerkapparaat is geleverd om een geldig draadloos kanaal op te geven.
Zorg dat het kanaal dat tijdens controle 8 bevestigd is, met de computer
Controle 9
kan communiceren.
Wijzig, wanneer dit niet het geval is, het kanaal voor het toegangspunt.
Zorg dat de firewall van de beveiligingssoftware is uitgeschakeld.
Controle 10
Als de firewallfunctie van de beveiligingssoftware is ingeschakeld, wordt wellicht het bericht weergegeven dat
Canon-software probeert toegang te krijgen tot het netwerk. Als de waarschuwing wordt weergegeven, stelt u
de beveiligingssoftware zo in dat toegang altijd wordt toegestaan.
Als u programma's gebruikt die de netwerkomgeving wijzigen controleert u de instellingen. Sommige
programma's zullen standaard een firewall inschakelen.
Wanneer u een router gebruikt, moet u het apparaat en de computer
Controle 11
aansluiten aan de LAN-zijde (zelfde netwerksegment).
Als het apparaat via een LAN is verbonden met een AirPort-basisstation,
Controle 12
gebruikt u alfanumerieke tekens voor de netwerknaam (SSID).
Als het probleem niet is opgelost, volgt u de instructies op onze website om de installatie uit te voeren.
• Voor plaatsing:
Zorg dat zich geen barrières of obstakels tussen het toegangspunt en het apparaat bevinden.
Kan niet communiceren met het apparaat dat de toegangspuntmodus
gebruikt
Zorg dat het apparaat is ingeschakeld.
Controle 1
Is de optie LAN wijzigen (Change LAN) in LAN-instellingen (LAN
Controle 2
settings) onder Apparaatinstellingen (Device settings) ingesteld op LAN
uitschakelen (Disable LAN), Draadloos LAN actief (Wireless LAN active) of
Bedraad LAN actief (Wired LAN active)?
Selecteer Toegangspuntmod. actief (Access point mode active).
Is het apparaat geselecteerd voor verbindingen met externe
Controle 3
communicatieapparaten (bijv. computers, smartphones of tablets)?
Selecteer een toegangspuntnaam (SSID) voor het apparaat als bestemming voor externe
communicatieapparaten.
Geef een wachtwoord voor het apparaat op als u daarom wordt gevraagd.
Controle 4
717